Volgens deskundigen zijn er wereldwijd slechts 5 gevallen bekend van mensen die rabiës hebben overleefd na het optreden van symptomen. In tegenstel- ling tot Jeanna Giese waren deze patiënten echter voordien gevaccineerd.
Hoe? Het virus wordt overgebracht door een beet, krab of lik van een besmet dier. Via wondjes in de huid of de slijmvliezen (ogen, mond) dringt het virus het lichaam binnen. Eenmaal in het zenuwstelsel doorgedrongen, zal het virus rabiës veroorzaken en is geen genezing meer mogelijk.
Rabiës is een dodelijke ziekte. In de internationale literatuur wordt bij hoge uitzondering melding gemaakt van patiënten met symptomen van rabiës die de ziekte overleefd hebben.
Besmetting van mens op mens is zeldzaam. Hondsdolheid is een dodelijke ziekte, die voorkomen kan worden door onmiddellijk na de blootstelling aan het besmette dier een reeks vaccinaties te geven en een behandeling met antistoffen te starten.
Rabiës is een dodelijke infectieziekte die onder andere voorkomt bij honden en katten. Rabiës komt niet voor in Nederland, maar komt nog wel voor in Oost Europa.
Wereldwijd overlijden elk jaar zo'n 50.000 mensen aan de ziekte. In Nederland komt de ziekte echter zelden voor. De afgelopen 40 jaar zijn er in Nederland 5 mensen overleden door hondsdolheid . Al deze patiënten raakten besmet in het buitenland.
Rabiës begint met griepachtige verschijnselen zoals koorts. Vervolgens kunnen er spierkrampen, stuipen en/of verlammingsverschijnselen optreden. Uiteindelijk treden er slik- en ademhalingsproblemen en soms watervrees op. Rabiës is een zeer ernstige ziekte die vrijwel altijd tot de dood leidt.
Deze verlammingsverschijnselen kunnen wel zes dagen aanhouden voor de dieren sterven. Schuimbekken en verlamming treden bij beide vormen van hondsdolheid meestal op; let dus altijd goed op deze signalen. Honden met het hondsdolheidvirus zullen uiteindelijk een pijnlijke dood sterven.
Besmettingsweg: Via beet, kras, lik of krab van een besmettelijk dier. Incubatietijd: Meestal 20-90 dagen.
Rabiës kan in een vroegtijdig stadium, dus zo snel mogelijk na een eventuele besmetting, worden behandeld. De behandeling bestaat uit toediening van het specifieke antiserum Menselijk Anti Rabiës Immunoglobuline (MARIG) (aan reizigers zonder voorafgaande vaccinaties) en aanvullende vaccinaties.
De ziekte van Weil geeft veelal wel ernstige verschijnselen, die tot in 20% van de gevallen een dodelijke afloop kunnen hebben, indien behandeling niet tijdig wordt gestart.
Rabiës komt in de meeste delen van de wereld voor en met name veel in Afrika, India, Zuidoost-Azië, China, en Zuid- en Centraal-Amerika (vooral Brazilië, Peru en Mexico). In enkele landen komt het rabiësvirus niet voor (bijvoorbeeld Engeland, Ierland, Australië, Noorwegen, Zweden en Japan).
Bij volwassen honden wordt de grote cocktail elke drie jaar herhaald, de kleine cocktail wordt jaarlijks herhaald. Ook het rabiës vaccin hoeft maar eens elke drie jaar te worden herhaald.
Het rabiës-virus bevindt zich in het speeksel van besmette dieren. Hondsdolheid wordt overgebracht door een beet, krab of lik van een besmet zoogdier. Dit kunnen naast honden bijvoorbeeld ook katten, apen of vleermuizen zijn.
Vaccinaties. Sommige mensen lopen extra kans op een infectie met rabiës. Zij kunnen na 5 jaar een nieuwe vaccinatie (herhaling vaccinatie) nodig hebben.
Hondsdolheid is een dodelijke virusziekte. Als je een hond, kat of fret meeneemt naar het buitenland of vanuit het buitenland meeneemt naar Nederland, dan is vaccinatie tegen rabiës verplicht. Hondsdolheid komt in Nederland alleen voor bij vleermuizen.
Spoel de wond met lauwwarm water uit de kraan of douche. Ga naar uw huisarts. Een bijtwond kan tot 8 uur later worden gehecht. Uw huisarts controleert of u voldoende tegen tetanus bent ingeënt.
Er bestaat geen behandeling, maar wel een vaccin. De rabiësvaccinatie is vrij complex. Ze bestaat uit twee delen: een eerste set van 2 injecties, en, pas na een verdachte beet of krab, een tweede reeks injecties. Dit vaccin is niet breed beschikbaar en wordt enkel aanbevolen aan bepaalde risicogroepen.
Er zijn geen medicijnen tegen rodehond. De ziekte gaat vanzelf weer over. Je lichaam ruimt het virus zelf op. Daarna kun je het nooit meer krijgen.
Veel geïnfecteerde honden tonen helemaal geen symptomen. Honden die de ziekte van Lyme ontwikkelen, hebben in eerste instantie vaak koorts, kunnen wisselend kreupel zijn en vergrote lymfeknopen hebben. Ook neurologische verschijnselen kunnen optreden en in een later stadium nierproblemen.
Zoönosen zijn ziekten die van dier op mens kunnen overgaan. Zoönosen komen regelmatig in het nieuws. Denk hierbij aan Q-koorts, maar ook gekkekoeienziekte en hondsdolheid zijn bekende zoönosen. Er zijn echter meer ziektes die (huis)dieren kunnen overbrengen op mensen.
Honden besmetten zich doordat ze in direct contact met het dier komen (eten van kadavers en bijtwonden), maar ze kunnen de ziekte ook indirect krijgen: via stilstaand water en modderpoelen die besmet zijn met de urine van geïnfecteerde dieren. De diagnose wordt het vaakst gesteld in de zomer en in de herfst.
De diagnose van de ziekte van Weil kan worden gesteld aan de hand van de ziekteverschijnselen. De klassieke tekenen zijn geelzucht, nierfalen en bloedingen. Daarnaast kan bloed of urine afgenomen worden om de leptospiren aan te tonen met behulp van laboratoriumonderzoek.