Genezen van COPD kan helaas niet. Hoe de ziekte zich ontwikkelt is voor iedereen verschillend. Een gezonde manier van leven en de juiste behandeling kunnen invloed hebben op het verloop van de ziekte en hoe ernstig je klachten zijn. Hoe oud je kunt worden met COPD is daarom moeilijk te zeggen.
Als je als patiënt je goed aan de beweeg- en leefregels houdt, kan COPD heel lang stabiel blijven. Belangrijk is het zoveel mogelijk voorkomen van eerder genoemde longaanvallen. Dat kan dus dankzij telemonitoring en daarbij hebben wij een longaanval-actieplan ontwikkeld.
COPD gaat bij iedereen anders. Sommige mensen hebben heel weinig klachten, andere mensen veel. Soms gaat het een tijdje slechter en daarna weer lange tijd goed. Door gezond te leven krijgt u meer energie en kunnen de klachten minder worden.
De levensverwachting van mannen met COPD is gemiddeld 8 jaren korter dan die van mannen zonder COPD (waarvan 3 gezonde levensjaren)4. Vrouwen met COPD leven gemiddeld 10,5 jaren korter dan vrouwen zonder COPD (waarvan 4 gezon- de levensjaren).
COPD is een longziekte die niet meer overgaat. De ziekte kan veel invloed hebben op het dagelijks leven. De longen en luchtwegen zijn beschadigd, waardoor iemand moeilijker ademt. COPD is helaas nog niet te genezen, maar er zijn wel verschillende behandelingen mogelijk.
Medicijngebruik. Luchtwegverwijders en ontstekingsremmers zijn de belangrijkste medicijnen bij de behandeling van COPD. Luchtwegverwijders zorgen ervoor dat de spiertjes rondom de luchtwegen verslappen, waardoor de luchtwegen bijna direct verwijden en de kortademigheid vermindert.
Laatste fase van COPD
Bij COPD worden de klachten in de loop van de jaren steeds erger. In de laatste fase van COPD worden de klachten snel erger. We noemen dit de palliatieve fase. De arts probeert dan vooral de ziekte draaglijk voor je te maken (volgens de richtlijn palliatieve zorg).
Als je COPD hebt, heb je lichamelijke klachten. Maar je kunt ook andere klachten hebben, zoals: bang zijn om te stikken. Of heel erg somber zijn over jouw ziekte en nergens meer zin in hebben.
Je kunt benauwd zijn bij inspanning bijvoorbeeld, of gewoon bij dagelijkse bezigheden. Soms kan dit zelfs zo erg zijn, dat je elke dag extra zuurstof nodig hebt. Er zijn ook mensen met ernstige COPD die zo benauwd en vermoeid zijn, dat zij een rolstoel of scootmobiel nodig hebben.
De levensverwachting van mensen met COPD is korter dan die van gezonde mensen. Voor iemand die rookt is de levensverwachting in GOLD fase 1, 0 tot 3 jaar korter. In GOLD fase 2 is de levensverwachting 2 tot 3 jaar korter. In GOLD fase 3 en 4 is de levensverachting 5 tot 8 jaar korter.
Voldoende bewegen is voor iedereen goed, maar voor mensen met COPD onmisbaar. Elke dag een stevige wandeling, fietsen of zwemmen is genoeg om uw conditie op peil te houden. Door beweging raken uw spieren getraind en hebben ze geleidelijk minder zuurstof nodig. Dit zorgt ervoor dat u minder benauwd wordt.
Voor iemand met COPD is drie keer per week een half uurtje stevig wandelen, fietsen of zwemmen voldoende om de conditie op peil te houden. Wie al een sport beoefent, kan daar het beste mee doorgaan. Iemand met ernstig COPD die begint met conditietraining, doet er goed aan vooraf te overleggen met de Fysiotherapeut.
Voor mensen met COPD kan het BIPAP-apparaat letterlijk een verademing zijn. 'Waar de CPAP helpt met inademen, ondersteunt de BIPAP bij in- en uitademen. In ons ziekenhuis stellen we het in voor mensen met ernstig COPD om 's nachts thuis te gebruiken. Sommigen gebruiken het ook als ze tussen de middag rusten.
Sommige mensen met COPD hebben extra last van warm weer, of van koud en vochtig weer. Koude en vochtige lucht kan de longen prikkelen. Je kunt je daar op kleden of, in overleg met je arts, je medicijnen meer of minder gebruiken. Lees de tips bij koud weer.
COPD associëren we met hoesten en kortademigheid. Maar mensen met COPD hebben ook meer pijn dan mensen zonder COPD. Pijn komt het meest voor bij matig-ernstige COPD en is gerelateerd aan comorbiditeit en voedingstoestand.
Bij COPD-patiënten ontstaat vaak een ademhaling waarbij even lang in- als uitgeademd wordt. Het is juist beter om de uitademing langer te maken waardoor er meer ruimte komt om de longen weer te vullen met nieuwe zuurstof.
Je kunt niet genezen van COPD, maar je hebt wél invloed op het verloop van de ziekte. Daarom is leefstijlverbetering – bijvoorbeeld stoppen met roken – belangrijk. Met alleen medicatie blus je een brand.
De klachten zijn niet altijd even erg: de meeste mensen hebben goede en slechte dagen. Daarnaast hebben veel mensen met COPD 's nachts en 's ochtends meer last dan de rest van de dag.
COPD (Chronical Obstructive Pulmonary Disease) is een chronische, progressieve longaandoening en helaas (nog) niet te genezen. Toch zijn er diverse behandelingen mogelijk die de ziekte beheersbaar houden en de kwaliteit van leven kunnen verbeteren.
Als u COPD hebt, kunt u vaak moeilijk ademhalen. COPD is een chronische ziekte, dat wil zeggen dat u er niet van kunt genezen. COPD staat voor 'chronic obstructive pulmonary disease'. Bij COPD hebt u last van vernauwing van de luchtwegen als gevolg van ontsteking en kunnen de longen ook beschadigd zijn.
Bij ernstige COPD werken uw longen niet goed meer. Er komt minder zuurstof in uw lichaam. Ook zit er meer slijm in uw longen. U kunt dit minder goed ophoesten en het blijft in uw longen zitten.
COPD heeft vier stadia, elk met zijn eigen symptomen die bij elk stadium ernstiger worden.
Een longfunctie-test is een onderzoek om te kijken of u COPD heeft. Op een longfoto is dit niet te zien. Bij dit onderzoek meet de praktijkondersteuner hoe goed uw longen werken (de longfunctie): hoeveel lucht u maximaal kunt uitademen na rustig diep inademen.
Maak weer een afspraak met uw huisarts en bekijk samen uw longaanval-actieplan. U kunt kijken wat de oorzaak van de longaanval was. En wat u kunt doen om een nieuwe longaanval te voorkomen. Met uw actieplan, de leefregels bij COPD en gebruik van medicijnen wordt uw kans op een nieuwe longaanval zo klein mogelijk.
De arts bespreekt met je wat de gevolgen van COPD voor je kunnen zijn, zoals: Moeite met aankleden, traplopen of boodschappen doen. Klachten, zoals benauwdheid, hoesten, vermoeidheid en gebrek aan energie. In je manier van leven, zoals werk, gezonde voeding, voldoende beweging of stoppen met roken.