Gilles de la Tourette is niet te genezen. Wanneer je Gilles de la Tourette hebt, moet je leren leven met je aandoening. Omdat de tics en klachten van persoon tot persoon verschillen, is een behandeling niet bij iedereen met Gilles de la Tourette nodig.
De meeste tics heb je als je tussen de 10 en 12 jaar oud bent. Na je puberteit kun je over je tics heen groeien. Als dit niet gebeurt, dan krijg je er na je 18e meestal minder last van. De tics worden dan minder heftig en gebeuren minder vaak.
Zwangerschapscomplicaties, infectieziekten of psychosociale stress kunnen bijvoorbeeld mogelijk Tourette triggeren. We weten dat bij een deel van de kinderen Tourette begint met een infectie, bijvoorbeeld een keelontsteking. Ze krijgen dan een explosie van tics die plotseling ontstaan.
Gedragstherapie. Naast advies over leefstijl (zie Zelf iets doen) is gedragstherapie de eerste keus. Ongeveer tweederde van de mensen met Gilles de la Tourette, zowel kinderen als volwassenen, hebben baat bij gedragstherapie. Bij hen verminderen de tics en zij krijgen meer controle over hun tics.
Welke medicijnen worden gebruikt bij tics? Antipsychotia kunnen soms helpen tics te onderdrukken. Voorbeelden zijn haloperidol, olanzapine, pimozide en risperidon. Cannabis wordt gebruikt bij het syndroom van Gilles de la Tourette.
Een behandeling van ticstoornis met cognitieve gedragstherapie levert bij de meeste mensen met tics een klachtenverlichting op. Bij zo'n 70% van de mensen verminderen de ernst en het aantal tics met 30 tot 50%.
De precieze oorzaak van Gilles de la Tourette is niet bekend. Wat we wel weten is dat genetische aanleg een rol speelt. Daarbij is waarschijnlijk niet één gen betrokken, maar meerdere genen. Vervolgens zijn er één of meerdere 'triggers' voor nodig om de tics tot uiting te laten komen.
Aangezien de tics niet onder contrôle te brengen zijn, heeft een beloningssysteem geen zin. Zo weinig mogelijk aandacht aan schenken is het beste voor iedereen. Tics gericht op personen zijn altijd onaanvaardbaar (maar kunnen wel uitgelokt zijn). Formuleer regels positief.
Onder deze beperkingen vallen onder andere: Licht verstandelijke beperking, Ernstig meervoudige beperking, Autisme, Moeilijk verstaanbaar gedrag, Doofblindheid, Prader Willi Syndroom, Syndroom van Down, Syndroom van Gilles de la Tourette, Smith Magenis Syndroom en Foetaal Alcohol Syndroom.
Heftige prikkels, angst, stress en vermoeidheid kunnen de tics verergeren. Niet iedereen die last heeft van tics, heeft Gilles de la Tourette. De aandoening moet worden vastgesteld door een psychiater of neuroloog.
Tourette gaat vaak samen met andere aandoeningen, voornamelijk ADHD en OCD (dwangneurose) en minder vaak ook ASS (autisme spectrum stoornis). Mensen met Tourette zijn extra gevoelig voor onder andere depressie, angststoornissen, slaap- en concentratieproblemen.
Soms is een tic een symptoom van een somatische of psychische aandoening. Dan wordt dit een ticstoornis genoemd. De tic verdwijnt dan niet. Een bekende aandoening waarbij tics optreden, is het syndroom van Gilles de la Tourette.
Tics worden vaak voorafgegaan door dwangmatige gevoelens, die meestal erger worden door ze te onderdrukken. Deze dwang is belangrijk bij de diagnose van een tic-stoornis. Tic-stoornissen gaan vaak gepaard met andere gedrags- of emotionele aandoeningen, zoals bijv.
Het syndroom is vernoemd naar de Franse neuroloog Georges Gilles de la Tourette (1857-1904). Het syndroom is een genetische, erfelijke en neurologische aanlegstoornis die gekenmerkt wordt door motorische en vocale tics.
De eerste tics beginnen meestal rond de leeftijd van 6 jaar. Soms doen ze zich pas later voor, maar in principe voor het 21e levensjaar. De tics kunnen je hele leven blijven. Maar in meer dan de helft van gevallen worden het aantal en de intensiteit van de tics minder rond de pubertijd.
Een neuroloog, psychiater of psycholoog stelt de diagnose Gilles de la Tourette als: meerdere motorische tics en tenminste één vocale tic voorkomen, dit hoeft niet tegelijkertijd te zijn. de tics langer dan een jaar aanhouden. de tics zijn ontstaan voor het achttiende jaar, meestal is dit tussen het vierde en elfde ...
Oorzaken. Tics ontstaan in de hersenen (ze zijn neuropsychiatrisch) en zijn een kind dan ook niet aan te rekenen. Het lijkt er op dat een erfelijke factor een rol speelt bij het voorkomen van tics. Psychologische factoren kunnen wel bijdragen aan het ontstaan en voorkomen van tics maar er is geen oorzakelijk verband.
Het syndroom van Gilles de la Tourette (GTS ) is een neuro-psychiatrische aandoening, gekenmerkt door tics. Een tic is een plotselinge, snelle, terugkerende, niet-ritmische beweging of geluid. Naast motorische en vocale tics of een combinatie hiervan bestaan er ook samengestelde tics.
De motorische tics bij tourette kunnen heel onopvallend zijn. Vaak begint het met oog knipperen, neus ophalen, schouderschokjes, enz. De tics breiden zich met ouder worden van het kind vaak uit, via hals en schoudergordel naar de rest van het lichaam. Ondertussen kunnen ze ook toenemen in complexiteit.
Tourette kan het autorijden en behalen van een rijbewijs lastig maken. Tics, met name met de ogen, en het gebruik van medicatie kunnen het rijden gevaarlijk maken. Ook dwanggedachten, zoals 'ik moet de sloot inrijden', dragen niet bij aan een veilig gevoel in de auto.
Meestal gaan tics na verloop van tijd vanzelf weer over. Wordt je kind zich bewust van de tics? Leg dan uit dat je kind er niets aan kan doen en dat de tics vaak vanzelf weer over gaan. Als je druk legt op je kind ermee te stoppen, kan het gespannen worden.
Aanleg is een belangrijke factor bij het ontstaan van Gilles de la Tourette. Daarbij speelt erfelijkheid een belangrijke rol: de aandoening komt in bepaalde families vaker voor. Mensen met Tourette vangen vaak veel meer prikkels uit de omgeving op dan andere mensen. Deze prikkels verwerken ze dan door middel van tics.
Mensen met een dwangstoornis zijn bang dat iets helemaal misgaat en controleren daarom steeds of de deur op slot zit of wassen constant hun handen omdat ze heel erg bang zijn om ziek te worden. Als je een tic hebt dan beweegt jouw lichaam zonder dat jij dat wilt.
Stotteren is gerelateerd aan het extrapiramidaal motore systeem en vertoont veel klinische overeenkomsten met TS dat ook veroorzaakt wordt door een extrapiramidale disfunctie. Deze bevindingen wijzen er met grote waarschijnlijkheid op dat stotteren en Tourette syndroom pathogenetisch verwant zijn.