Om een beeld van de vorm en functie van uw hersenen te krijgen, kan er een MRI-scan, PET-scan, SPECT-scan of hersenfilmpje (EEG) worden gemaakt. Ook kan er aanvullend bloedonderzoek plaatsvinden. Bij onduidelijkheid over cognitieve klachten is een neuropsychologisch onderzoek nodig.
Er is geen test die kan bewijzen dat u de ziekte van Parkinson heeft. Daarom stelt uw huisarts vragen en kijkt hij of zij hoe u beweegt. Het trillen kan bijvoorbeeld ook komen door medicijnen of een essentiële tremor.
De diagnose 'Parkinson' kan op dit moment echter niet worden gesteld met een bloedtest.
Er is geen test waarmee artsen zeker weten of u de ziekte van Parkinson heeft of niet. De onderzoeken die u mogelijk krijgt zijn een MRI-scan en/of een DAT-scan.
De kernsymptomen tremor, bradykinesie, rigiditeit en houdingsinstabiliteit worden soms voorafgegaan door klachten van de reuk (verminderde reuk), obstipatie, depressie en slaapstoornissen. Deze klachten zijn echter zo aspecifiek dat de diagnose parkinson in dit stadium zelden wordt gesteld.
Er is GEEN ENKEL BEWIJS dat stress Parkinson veroorzaakt. Wél verergert stress de symptomen van de ziekte. Bijvoorbeeld trillen en pijn. Hier geldt: hoe meer stress, hoe sterker de symptomen worden.
Een klassiek symptoom van de ziekte van Parkinson is de aanwezigheid van Lewy bodies in hersencellen. Dit zijn klontjes van het alpha-synucleïne-eiwit. Normaal gesproken ruimen de immuuncellen deze klontjes op. We hebben aanwijzingen dat dit onvermogen tot het opruimen van de hersenen tot de Parkinsonsymptomen leidt.”
Neurologisch onderzoek
De arts doet verschillende testen om te zien hoe goed uw hersenen, zenuwen en spieren werken. De arts vraagt u bijvoorbeeld met uw ogen een voorwerp te volgen, naar een stemvork te luisteren en aan te geven wat u voelt als hij met een watje over uw hand wrijft en kleine prikjes geeft.
Trager worden van bewegingen (bradykinesie), moeite met starten van bewegingen (akinesie) en ontbreken van automatische bewegingen (hypokinesie) Stijfheid van de spieren (rigiditeit) Houdings- en evenwichtsproblemen en soms vallen bij langer bestaan van de ziekte.
Niet alle parkinson patiënten krijgen pijn maar het komt wel veel voor, met name als spierpijn, gewrichtspijn, verkramping, bewegingsdrang en zenuwpijn. Als mensen met parkinson ook last krijgen van stemmingswisselingen en depressie, kunnen zij er minder goed mee omgaan en ervaren daardoor meer pijn.
Met functionele MRI kan je naar hersenactiviteit kijken. Hierbij vonden we in diverse hersengebieden verlaagde of verhoogde hersenactiviteit in rust bij patiënten met de ziekte van Parkinson ten opzichte van gezonde controlepersonen.
De neuroloog praat met u en doet een lichamelijk onderzoek. Ook krijgt u een onderzoek van uw spieren en zenuwen: een EMG. Met dit onderzoek kan de neuroloog zien hoe goed uw zenuwen en spieren werken. Er is geen speciale test om te weten of u ALS heeft.
Resultaten. Zoals verwacht was de levensverwachting voor mensen met de diagnose ziekte van Parkinson korter dan voor de mensen in de bijpassende controlegroepen, gemiddeld 2 à 4 jaar. Het verschil hing sterk af van de leeftijd waarop de diagnose plaats vond.
Bij dementie functioneren je hersenen steeds minder goed doordat zenuwcellen of verbindingen tussen de cellen in de hersenen kapotgaan. Parkinson dementie ontstaat in het gebied van de hersenen dat ook door de ziekte van Parkinson is aangetast.
Een van de meest voor de hand liggende oorzaken van vermoeidheid is dat veel activiteiten met parkinson extra moeite en energie kosten. Hiernaast kan gewichtsafname zorgen voor minder energie en meer vermoeidheid. Ook slapen veel mensen met parkinson slecht.
De neuroloog onderzoekt de spierreflexen om inzicht te krijgen in het functioneren van de motorische zenuwen en de zenuwverbindingen in het ruggenmerg en de toestand van de perifere zenuwen. De neuroloog kan de reflexen opwekken door met een reflexhamer zachtjes tegen bijvoorbeeld de knie of de enkel te slaan.
Parkinson herken je ook aan de aparte manier waarop je beweegt. Tijdens het lopen kun je meer gaan sloffen en schuifelen en meer voorovergebogen lopen. Soms blokkeren je voeten plotseling tijdens het lopen ('Freezing of gait'). Je voeten lijken 'vastgeplakt' aan de grond.
Emoties, aandacht en spanningen verergeren het trillen. Geleidelijk kan het trillen uitbreiden naar uw andere hand, uw armen, benen en soms zelfs naar uw kaak, tong, voorhoofd en oogleden.
Er zijn twee typen posturele tremor bij de ziekte van Parkinson (zie figuur 1). Het eerste type heet re-emergent tremor ('opnieuw verschijnende' tremor). Dit type tremor wordt gekenmerkt door het verdwijnen van tremor tijdens beweging.
De aandoening is dan multifactorieel erfelijk. Bij ongeveer 15 op 100 (15%) van de mensen met Parkinson kwam de aandoening al eerder in de familie voor. Maar bij minder dan 5% van de mensen met Parkinson wordt een erfelijke aanleg gevonden.
Vormen van parkinsonisme
De meest voorkomende vorm is “vasculair parkinsonisme”, dat veroorzaakt wordt door vaatverkalking en kleine infarcten in de hersenen. Dit is met een MRI-scan van de hersenen goed vast te stellen. Minder vaak treedt parkinsonisme op als bijwerking van bepaalde medicijnen.
Parkinson is een ziekte van de hersenen, ook al uit de ziekte zich lichamelijk door bijvoorbeeld trillen, traagheid of bevriezen. De spieren zelf zijn niet aangedaan door de ziekte van Parkinson.
Diagnose. Bij de diagnose van een tremor worden eerst andere oorzaken, zoals de ziekte van Parkinson uitgesloten; bij Parkinson komt het beven vooral voor in rust. Een medisch onderzoek en een hersenscan of een bloedonderzoek kan andere oorzaken uitsluiten.
Parkinson is een progressieve, degeneratieve ziekte, dat wil zeggen dat de ziekte in de loop der jaren verergert. Symptomen kunnen soms voor langere tijd stabiel blijven om daarna weer te verergeren.