Mensen die hoogbegaafd zijn, hebben een verhoogde kans om ook dyslexie, AD(H)D, dyscalculie of autisme te hebben. Het huidige onderwijssysteem - dat lineair is ingesteld - zorgt er voor dat veel hoogbegaafde kinderen problemen hebben op school of zelfs gaan onderpresteren.
Als een kind dyslexie heeft en daarnaast ook hoogbegaafd is, dan noemen we dat een dubbeldiagnose of in in het Engels: Twice-Exceptional. Een kind heeft dan 2 kenmerken die op elkaar inwerken, maar elkaar ook maskeren. Door de hoge intelligentie zijn ze bijvoorbeeld in staat om hun dyslexie goed te compenseren.
Het antwoord hierop is ja. Het is opvallend dat er zo veel vragen zijn over het vaststellen van dyslexie bij hoogbegaafde kinderen. Dyslexie staat namelijk los van intelligentie en er is dus geen verschil met beneden gemiddeld of gemiddeld begaafde kinderen bij het vaststellen van dyslexie.
Dyslexie heeft geen enkele correlatie met iemands intelligentie. Sterker nog, mensen met dyslexie hebben vaak een bovengemiddeld IQ .
Voor de classificatie of onderkennende diagnose (antwoord op de vraag: 'Is er sprake van dyslexie? ') is een intelligentiebepaling alleen aan de orde om mentale retardatie als eerste diagnose uit te sluiten. Gewoonlijk geldt een IQ van 70 daarvoor als grens.
Hoewel ADHD geen invloed heeft op je intelligentie, blijven je (cognitieve) prestaties vaak achter. Omdat taken vaak niet lukken, kan dit leiden tot frustraties en een negatief zelfbeeld. Voor kinderen is het op school moeilijk om stil te zitten en voldoende concentratie voor opdrachten op te brengen.
Dyslexie en intelligentie zijn niet gecorreleerd - Gemm Learning.
Albert Einstein en Leonardo da Vinci hadden dyslexie. Dat is niet zomaar toeval, volgens de auteurs van Dyslexie als kans. Mensen met dyslexie hebben namelijk een andere hersenstructuur. Die zit ze vaak in de weg, maar biedt ook grote voordelen.
Een hoog IQ of uitstekende prestaties in specifieke vaardigheden zoals taal of wiskunde. Een snelle verwerking van informatie en een goed geheugen. Een grote nieuwsgierigheid en een sterk verlangen om te leren. Creativiteit en verbeeldingskracht.
Neurodivergent is geen synoniem voor autisme. Er zijn immers talloze manieren om neurodivergent te zijn. Autisme is er slechts een voorbeeld van zoals ook ADHD, dyslexie, dyscalculie, obsessief compulsieve stoornis, epilepsie of het syndroom van Down.
Bij dyslexie gaat het vaak om beelddenken of conceptueel denken: denken via plaatjes, beelden of filmpjes in je hoofd die soms razendsnel leiden tot een idee, een conclusie, een ontwerp. Oplossingen vóór je zien, terwijl anderen nog over het probleem praten.
Er is niet één enkel "dyslexie-gen"; momenteel zijn er meer dan 40 genen gekoppeld aan dyslexie, elk waarschijnlijk met een klein effect op zichzelf. Er is in geval van dyslexie geen enkel "dominant" of "recessief" gen.
Twee keer uitzonderlijk of 2e is een term die wordt gebruikt om leerlingen te beschrijven die zowel intellectueel begaafd zijn (zoals vastgesteld door een erkende gestandaardiseerde beoordeling) als leerlingen met leerproblemen, waaronder ook leerlingen met dyslexie vallen.
Dyslexie heeft niets te maken met intelligentie. Ook kinderen met normale of hoge intelligentie kunnen dyslexie hebben. Wel is het zo, dat de schoolprestaties ver achterblijven bij het gemiddelde niveau. Dit ondanks alle extra moeite die deze kinderen doen.
100 is het gemiddelde dat overeenkomt met mavo/vmbo-denkniveau. Vanaf een score van 130 spreekt men van hoogbegaafdheid. Met een IQ score tussen de 120 en 130, wordt vaak gesproken over 'meerbegaafd'. Een score van 145 of meer valt in de categorie 'uitzonderlijk begaafd'.
Vrijwel iedereen heeft weleens een Disney klassieker gezien, maar vele weten niet dat de oprichter zelf, Walt Disney, dyslexie heeft. Als kind kreeg hij vaak van leraren te horen dat hij teveel zat te dagdromen. Door zijn dyslexie had hij veel moeite met lezen en spelling en ging hij daarom veel liever tekenen.
Albert Einstein, Stephen Hawking, Leonardo da Vinci en Pablo Picasso behoorden tot de grootste geesten en talenten uit de geschiedenis, en ze waren allemaal dyslectisch .
Vaak vrezen ouders dat een dyslexiediagnose aangeeft dat hun kind minder intelligent is dan leeftijdsgenoten. Toch is dyslexie niet exclusief voor een bepaald intelligentieniveau; het kan individuen treffen met een gemiddeld, bovengemiddeld en hoogbegaafd intellect.
Hierbij wordt, voor de diagnose dyslexie, de ondergrens van een totaal IQ van 70 gehanteerd. Onder deze grens kunnen we niet meer van dyslexie spreken, maar kunnen de achterstanden op leergebied verklaard worden door de lage verstandelijke vermogens.
Kinderen die zowel hoogbegaafd als dyslectisch zijn, zijn vaak te herkennen aan de volgende signalen: Veel spellingsfouten.Wel goed mondeling taalgebruik, maar schriftelijk wel problemen.Negatief beïnvloede prestaties (verveling, faalangst, enz.)
Er is een aanzienlijke overlapping van kenmerken tussen mensen met ADHD, een hoog IQ en creativiteit, zoals nieuwsgierigheid, ongeduld, veel energie, lage tolerantie voor verveling, charisma, non-conformisme, risicobereidheid en weerstand tegen autoriteit.
Niet iedereen kan even slim zijn. Naast heel slimme mensen bestaan er ook mensen die laag scoren op een IQ-test.
Zelfs als je een laag IQ hebt, kun je op veel andere manieren slim zijn en veel andere talenten en vaardigheden hebben die niet op één enkele test worden weerspiegeld . Andere factoren zoals hard werken, veerkracht, doorzettingsvermogen en algemene houding zijn belangrijke puzzelstukjes.