Het voorjaar is dus geen goed moment om een esdoorn te snoeien, omdat het bloeden de boom kan verzwakken. De boom wordt met name in kleine tuinen geknot, dit kan door de boom tot op een hoogte van bijvoorbeeld anderhalve meter terug te snoeien, dit moet tussen november en februari gebeuren.
Wanneer esdoorn snoeien
Snoeit u in het voorjaar dan kunnen de wonden gaan 'bloeden'. Knip dus nooit in de late winter (na de Kerst) of in het voorjaar takken af. Snoeien kan het best gebeuren in de periode juli-augustus. De boom is dan aan de groei en snoeiwonden zullen dan snel overgroeien.
Bij het verwijderen van deze zaailingen, moet er ander gereedschap aan de pas komen. Vaak wordt hiervoor een steekschop gebruikt. Deze is scherp waardoor je de zaailingen er eenvoudig uit kunt steken. Wanneer er veel zaailingen staan is dit een flinke klus.
Snoeien is niet beslist nodig bij de Japanse esdoorn, de vorm is meestal van zichzelf al prachtig. Wilt u toch snoeien dan kan dit het best gebeuren in de periode juli-augustus. De snoeiwonden zullen dan het snelst overgroeien. Snoeit u in het voorjaar dan kunnen de wonden gaan 'bloeden'.
Als je de esdoorn toch gaat snoeien, kun je dit het beste doen in de periode van juli tot november. In de maanden juli en augustus kun je de esdoorn licht terugknippen en de dode takken verwijderen.
De gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus) is een boom die van nature in Zuid- en Midden-Europa voorkomt. In Nederland en België is hij sinds lang ingeburgerd en wordt hij tot 30 m hoog. Deze soort heeft stevige twijgen die dikke tegenoverstaande knoppen met bleekgroene knopschubben dragen.
De uitgang -doorn is afgeleid van het Germaanse 'teer', dat zowel boom als hout betekent. Zo is ook het Engelse 'tree' van 'teer' afgeleid. 'Es' is een oud Germaans woord voor 'speer' en ook voor 'scherp'. De esdoorn is dus de boom met speren-hout, uit de tijd dat bomen genoemd werden naar de houttoepassing.
Groeisnelheid en kenmerken bladeren
De gewone esdoorn kan een hoogte bereiken van dertig tot soms veertig meter en groeit in het begin zeer snel. In de eerste drie, vier jaar kan met gemak al een hoogte van drie meter worden gehaald en daarna groet de esdoorn alleen maar sneller.
Kleiner houden is overigens geen enkel probleem. De bladeren worden, afhankelijk van de soort, tussen de 4 en 12 centimeter groot en hebben lange, spitse vingers. Ze zijn inheems in grote delen van Japan. Omdat ze relatief klein blijven groeien ze daar vaak op schaduwrijke plekken onder grotere bomen.
Vanaf € 37,80. Voeg toe aan favorieten Bekijk beschikbare maten met bijbehorende prijzen. Omschrijving: De Gewone Esdoorn kan een vrij grote boom met een dichte kroon worden en biedt dan veel schaduw in uw tuin of op uw landgoed.
U kunt drie keer per jaar snoeien. Aan het begin en einde van de zomer en in de winter. Als boom is er zelden snoei nodig. Enkel wanneer de takken elkaar kruisen, dient u één van beide takken weg te snoeien.
De gewone es planten en snoeien
De es kan, net als de wilgensoorten, geknot worden tijdens de winter. Zo loopt de loofboom in het voorjaar weer mooi uit en groeit de boom niet te hoog. Knot de boom om de paar jaar en snoei tussendoor bij.
Een takkraag zorgt ervoor dat de tak vanuit de stam van de boom ondersteuning krijgt. De basis van de tak zit hierdoor stevig verankerd in de stam. Deze takkraag zorgt er ook voor dat de wond sneller overgroeit. Als je de takkraag wel beschadigt, heb je simpelweg een grotere wond die dicht moet groeien.
Ze zijn wel wat vorstgevoelig. De boom-in-wording houdt van een vochtige redelijk voedselrijke en luchtige bodem. Ze kunnen niet tegen overstroming. Wil je van je Esdoorn zaailingen af: zorg dan dat je ze zo snel mogelijk verwijderd, na twee jaar is het een stuk moeilijker ze te verwijderen.
Het wortelgestel van een beetje Japanse Esdoorn kan al snel een omvang hebben van 1 meter diep tot 3 meter in de breedte. Al deze wortels kan je niet meer verplanten dus de Japanse esdoorn heeft tijd nodig om te herstellen.
Het is een uitstekende soort voor bosaanplant die snel groeit en een vrij lange levensduur heeft (esdoorns worden vaak 200 jaar oud en soms nog veel meer).
Welke esdoorn is giftig? Uit Amerikaans onderzoek (2013) kwam reeds naar voren dat de zaden van de Vederesdoorn (Acer negundo) de gifstof hypoglycine A bevatten. Er komen ook verschillende soorten esdoorns voor in Nederland, waarvan de Gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus L.), de Noorse esdoorn (Acer platanoides L.)
Deze ernstige spieraandoening kan optreden na het eten van esdoornbladeren, -zaden en/of -spruiten waarin de giftige stof hypoglycine A zit. In honderden monsters van allerlei esdoornsoorten hebben zij onderzocht in welke soorten het gif wel of niet voorkwam. Bij de gewone esdoorn werd het gif aangetroffen.
De zaden van de esdoorn worden ook wel 'helicopters' genoemd en vallen in het najaar wanneer de wind opsteekt. Door de wind kunnen deze zaden ver van de boom verwijderd terecht komen. Dit betekent dat niet enkel esdoorns in de weide zelf maar ook verder verwijderd van de weidegang een bedreiging kunnen vormen.
Het bepalen welk soort esdoorn je nu precies voor je hebt.
Determinatie is het makkelijkst op grond van de vorm van het blad op het oog. Opvallend is de bast van de gewone Esdoorn: deze heeft vaak identiek aan de plataan stukjes bast eraf, zodat je lichte vlekken zien waar de schors een stukje weg is.
Esdoorns hebben geen doornen, dus dat is het niet. Esdoorns komen voor in de gematigde streken van het noordelijk halfrond; enkele komen voor in Zuidoost-Azië en Indonesië. In de Lage Landen is alleen de 'Spaanse aak' onbetwist inheems.