Menstrueren heeft te maken met je ovulatie en je hormoonhuishouding. Als je niet ongesteld wordt betekent dat dat er geen eisprong (ovulatie) heeft plaatsgevonden. Eigenlijk houdt dat dus in dat je op dat moment (tijdelijk) niet vruchtbaar bent. Maar dit kan ieder moment terugkomen.
Ja, dat kan! Je bent vruchtbaar vanaf een maand voor je eerste maandstonden of menstruatie.
Vrouwen die regelmatig, om de drie tot vijf weken ongesteld worden, hebben vrijwel altijd een eisprong en kunnen dus zwanger worden. Vrouwen met een cyclus die korter is dan 21 dagen, of langer is dan 42 dagen worden moeilijker zwanger.
Je kunt testen of je een eisprong hebt: door je temperatuur elke dag te meten of met een urinetest. De huisarts kan testen of je een soa hebt gehad. Daardoor kunnen je eileiders dicht zitten. Problemen met vrijen kun je met je partner en de huisarts bespreken.
Het kan natuurlijk zijn dat jouw menstruatie iets langer of korter is. Maar het gemiddelde is dus 28 dagen. Als je weet hoe lang je cyclus ongeveer duurt, dan kun je een zwangerschapstest doen vanaf de dag dat je menstruatie eigenlijk moest starten. We noemen deze dag de zogenaamde 'niet-ongesteldheids-dag (NOD).
De beste tip die we je kunnen geven om je menstruatie op gang te brengen is gezond eten, ontspannen, lichaamsbeweging en je niet druk te maken als je een keer wat later ongesteld wordt. Er kunnen verschillende oorzaken zijn dat je niet ongesteld bent geworden of onregelmatig ongesteld bent.
Je baarmoeder maakt zich klaar om het eitje op te vangen door slijmvlies te maken. Als het eitje niet wordt bevrucht, worden het eitje en het slijmvlies afgebroken. Dit komt met bloed uit je vagina. Je bloedt dan ongeveer vijf dagen.
Bloedtesten. Tijdens een bloedtest worden de verschillende hormonen die een rol spelen in de vrouwelijke vruchtbaarheid getest (eventueel in verschillende fases van de menstruele cyclus). Verder wordt het bloed gecontroleerd op infectieziekten (rode hond, toxoplasmose, hiv, Hepatitis B en C, Syfilis en Chlamydia).
Het kan dus voelen als menstruatiepijn wanneer je eisprong plaatsvindt. Dit wordt ovulatiepijn genoemd. Wat je voelt is dat in de eierstok een rijp eiblaasje openbarst en er een eicel vrijkomt. Eerst groeit de follikel voordat hij openbarst, wat mogelijk spanning of pijn in je eierstok kan geven.
Het is onwaarschijnlijk dat je zwanger wordt, maar niet onmogelijk. Je bent vruchtbaar op de dagen voorafgaand aan en rond het tijdstip van je ovulatie - door de levensduur van sperma - en als je een korte cyclus hebt, is het mogelijk dat je ovuleert net na je menstruatie.
Vooral in de eerste en de laatste vruchtbare jaren zijn de menstruaties vaak onregelmatig. Als u zwanger bent of in de overgang komt blijft de menstruatie weg. Andere mogelijke oorzaken zijn spanningen, heel intensief sporten, eetproblemen, streng lijnen, mager zijn, medicijnen.
Als je een langere cyclus hebt vindt de eisprong later plaats en bij een kortere cyclus vindt deze eerder plaats. Dit betekent dus dat niet elke vrouw rond de 14e dag vruchtbaar is.
Iedere menstruatiecyclus heb je één eisprong. Na de eisprong kan de bevruchting plaatsvinden. Wat gebeurt er bij de eisprong en hoe kan je deze herkennen?
Vrouwen zijn vruchtbaar vanaf hun eerste menstruatie (ook 'menarche' genoemd). Meestal gebeurt dat tussen de 12 en 15 jaar. Vrouwen zijn vruchtbaar totdat ze niet langer menstrueren (menopauze). Een vrouw is het vruchtbaarst tussen 18 en 30 jaar, met een piek rond de 25.
Vindt er geen bevruchting plaats dan begint 14 dagen na de eisprong de volgende menstruatie. De periode van eisprong tot menstruatie is vrijwel altijd 14 dagen. De periode van menstruatie tot eisprong kan variëren van 7 tot 21 dagen. Hierdoor kan de lengte van een gehele menstruatiecyclus variëren van 21 tot 35 dagen.
Wanneer je ovuleert, komt er prostaglandine vrij, een hormoon waardoor je lichaam pijn aankan. Je kan dan pijn voelen bij je baarmoeder, terwijl je nog niet ongesteld bent. Bij het vrijkomen van dit hormoon kunnen je baarmoederspieren samentrekken, waardoor je kramp in je onderbuik krijgt.
Wanneer vrijen om zwanger te worden? Om zwanger te worden is het meestal genoeg als je ongeveer om de 2 tot 3 dagen vrijt. Vaker kan ook, maar is niet nodig.
De beste kans op bevruchting heb je als je dus om de twee dagen vrijt, vanaf zes dagen voor tot twee dagen na de verwachte eisprong. Bij een regelmatige cyclus van 28 dagen is dit dus vanaf de tweede week gedurende een tiental dagen.
Dit slijm is helder en glanzend, als rauw eiwit, en soms ook draderig. Dan ben je vruchtbaar. Als de vruchtbare dagen voorbij zijn, verandert het slijm weer en wordt het heldere slijm witter en dikker. De slijmverandering duurt drie tot vier dagen.
Anovulatie kan verschillende oorzaken hebben. Zo kan er sprake zijn van PCOS (Poly Cystieus Ovarium Syndroom) een vervroegde overgang of (genetische) afwijkingen. Ook kan anovulatie ontstaan na lang pilgebruik. Door middel van amnese en een lichamelijk onderzoek kan worden vastgesteld waardoor de eisprong ontbreekt.
Als je onvruchtbaar bent, dan kun je niet op de natuurlijk wijze zwanger worden en kinderen krijgen. Onvruchtbaarheid wordt ook wel infertiliteit genoemd. Wanneer een koppel met kinderwens langer dan een jaar gericht zwanger probeert te worden zonder resultaat, dan spreek je van verminderde vruchtbaarheid.
Er is geen bewijs dat het mogelijk is om je menstruatie sneller te laten komen, hoewel er verhalen gaan dat lichaamsbeweging, ontspanningsmethoden of zelfs een orgasme de menstruatie kunnen opwekken.
Toch zijn er meestal wel verschillen, een innestelingsbloeding is vaak minder hevig en korter dan een normale menstruatie. Ook krampen en buikpijn laag in de onderbuik komen veel voor in de vroege zwangerschap.