U kunt de duif naar de vogelopvang brengen of de dierenambulance bellen om de duif op te laten halen.
Bel de gemeente of Dierenambulance
In natuurgebieden kunt u de boswachter of eigenaar inlichten. Bel de gemeente of de Dierenambulance op 0900 0245 als u een zieke of gewonde vogel vindt. Zij vertellen u wat u het beste kunt doen.
Voor een ritje op de dierenambulance rekent de Dierenbescherming een vast bedrag van 31 euro. Als de eigenaar van het dier bekend is, kunnen de kosten van 31 euro voor de dierenambulance worden doorberekend aan de eigenaar.
Dierenopvangcentra. Heb je een gewond dier gevonden, breng het dier naar een opvangcentrum voor vogels en wilde dieren, of meld het daar.
Eerste hulp voor een gewonde vogel
Vogel in veiligheid brengen: vang de vogel voorzichtig met een handdoek en leg hem in een kartonnen doos. Leg velletjes keukenrol op de bodem van de doos en maak luchtgaten. Hulp halen: breng de vogel naar een dierenarts brengen die verstand heeft van vogels.
Er zit een duif die niet meer wegvliegt
Soms kan dit een lastig klusje zijn. Een tip is om een doek over de duif te gooien. U kunt de duif dan met doek en al oppakken en in een doos doen. U kunt de duif naar de vogelopvang brengen of de dierenambulance bellen om de duif op te laten halen.
Als een vogel niet meer wil drinken, naar adem hapt, 'bol' zit en amper van zijn plek komt of zich sloom beweegt, dan is de kans dat de vogel ziek is, een stuk groter.
Soms heeft een duif enkele dagen rust en verzorging nodig, voor hij weer zelf naar zijn hok kan vliegen. U kunt de duif in een kartonnen doos met gaatjes of bv. een reismandje voor katten zetten.
Gewonde dieren
Ook bij een gewond dier belt u met 144. Bijvoorbeeld een kat die door een aanrijding gewond is. De medewerker van 144 kan de beller vragen of hij/zij in staat is om het dier zelf naar een dierenarts of een dierenopvang te brengen.
Vliegt hij niet weg, doe dan de vogel in een doos met gaatjes en breng hem naar de vogelopvang, of bel de dierenambulance.
Jaarlijks redden de dierenambulances duizenden dieren. Dat zijn huisdieren zoals honden en katten, maar ook dieren in het wild zoals egels, vogels en hazen. Wilde dieren sterken aan in de wildopvang en worden daarna teruggeplaatst in de natuur. Van huisdieren proberen we de eigenaar te vinden.
Een overleden huisdier zal worden opgehaald door de dienstdoende rijder (Soms afhankelijk van de situatie). Een in het wild levend dier, afhankelijk van de plek waar het dier ligt, kan ook de volgende ochtend worden opgehaald. Hier zal de dienstdoende rijder een inschatting van maken.
Een dierenambulance is er voor het vervoer van zieke, gewonde, zwervende of dode dieren naar bijvoorbeeld opvangcentra, dierenarts of dierenziekenhuis. De dierenambulance is daarom een noodzakelijk onderdeel in de keten van dierennoodhulp.
Het is belangrijk om een zieke of gewonde vogel geen eten of drinken te geven! Dit omdat je niet weet wat de vogel mankeert en er mogelijk problemen zijn met slikken of inwendige schade aan de slokdarm. Omdat een vogel een wild dier is, is het bij wet verboden om deze langer dan 24 uur in huis te houden.
Wanneer en hoe? Hoe melden? Bel het Landelijk meldpunt dierziekten via (045) 546 31 88.
Minder activiteit: je vogel beweegt minder, zit op de bodem, heeft geen zin in spelen en slaapt meer. Verminderde eetlust: je vogel eet minder of wordt kieskeuriger. Normale voeding laat hij links liggen, nieuwe dingen wil hij nog wel proberen. Vermagering: voel aan het borstbeen.
Het alarmnummer is er niet alleen voor mensen, maar ook voor dieren. Zie je een hond in de gracht die dreigt te verdrinken, dan bel je 112 of 144!
Ziet u een (gewond) dier in nood, bel dan meteen 144. Ook wanneer een dier een gevaar voor zichzelf en de veiligheid van mensen oplevert, belt u met 144. Is er een dier in uw omgeving dat wordt verwaarloosd of mishandeld, ook dan kunt u bellen met 144.
Als een dier in acute nood is, gewond of in een uitzichtloze situatie verkeert, kun je de dierenambulance inschakelen via het landelijke meldnummer 144.
Duiven en andere vogels staan er om bekend dat ze een hekel hebben aan sterke kruiden en pittige specerijen. Strooi dus cayennepeper, knoflook, peper of kaneel op je balkon als je wilt dat de duiven weggaan.
Er zijn verschillende geuren waar duiven niet van houden. Sterke kruidengeuren als van peper, knoflook of mottenballen staan ze niet aan en kun je dus in je tuin verspreiden.
De duif is een geharde vogel, die goed tegen de warmte en de kou kan. Echter een duif kan slecht tegen tocht en vocht! Dus de huisvesting moet zodanig zijn dat de duiven beschutting kunnen zoeken tegen het bovengenoemde.
Geef de duiven ook twee keer per week mineralen. Maak het voer vochtig met een beetje olie en meng het met een beetje mineraalpoeder. Andere producten die door veel liefhebbers gegeven worden, zijn een uitgeperst teentje knoflook in het water, een krop sla, pinda's, gepelde zonnebloempitten en hennepzaden.
Daarom zijn alle vogelsoorten beschermd en mogen we ze niet verjagen of doden. Maar sommige vogels geven overlast, vooral stadsduiven en aan de kust ook meeuwen. Het aanraken van vogels en vogelpoep kan gezondheidsrisico's geven.
5. WORMEN (Haarwormen, Rondwormen ) Bij deze infecties vermageren de duiven en loopt de conditie terug, en zijn de duiven eerder vermoeid.