Een brughoektumor kan klachten veroorzaken als gevolg van druk op de zenuwen die zich in de buurt van de tumor bevinden. In de meeste gevallen zijn dit evenwichtsklachten, een verminderd gehoor en oorsuizen aan de kant van de brughoektumor.
Doordat er een gezwel groeit, komt er meer druk op je hersenen te staan. Daardoor kun je hoofdpijn krijgen. Soms heb je daar last van als je bepaalde dingen doet, zoals niezen, bukken of persen. Je kunt de hoofdpijn op verschillende plekken in je hoofd voelen.
Veel mensen denken dat hoofdpijn een teken is van een hersentumor. Niets is minder waar. Hoofdpijn komt veel voor (50 tot 80 procent van alle Nederlanders), maar wordt gevoeld in de buitenkant van het hoofd: de schedel, vliezen, spieren en bloedvaten. De hersenen zelf zijn gevoelloos.
Goedaardige tumoren veroorzaken zelden klachten. Een exostose kun je soms voelen als een hard uitsteekseltje onder de gezonde huid. Wordt de gehoorgang door het gezwel (en oorsmeer of huidresten) afgesloten, dan hoor je minder goed of kun je zelfs aan één kant doof zijn. Door de druk kan het oor pijnlijk zijn.
Een brughoektumor wordt meestal vastgesteld door een KNO-arts. Een gehoortest en een “elektrische gehoortest” (BERA) kunnen wijzen in de richting van een brughoektumor. Het aangewezen onderzoek om de diagnose te bevestigen is een MRI-scan. Soms wordt door een neuroloog een brughoektumor vastgesteld.
Een brughoektumor is een tumor gelegen in de hoek tussen de kleine hersenen en de hersenstam. Deze tumor is bijna altijd goedaardig. Afhankelijk van de klachten, grootte van de tumor en leeftijd van de patiënt wordt de behandeling gekozen.
Symptomen hersentumor
Dit zijn vooral: geleidelijke veranderingen in het gedrag, vergeetachtigheid, zwakte aan één kant van het lichaam en epileptische insulten. Bij kinderen zijn er andere stoornissen, zoals toenemend dubbelzien, vallen en onevenwichtigheid.
Hoe snel een brughoektumor groeit, is niet altijd goed voorspelbaar. Meestal groeit de tumor langzaam, 1 à 2 mm per jaar. Soms kan de tumor ook jarenlang niet groter worden. Daarom is het soms niet nodig om direct tot behandeling over te gaan.
Als de tumor net onder de huid zit, kunt u deze voelen als een zwelling of knobbeltje. De tumor zelf doet geen pijn. Zit de tumor dieper, dan kan het lang duren voor u hem opmerkt.
Heel wat hersentumoren worden ontdekt naar aanleiding van aanhoudende, met de tijd erger wordende hoofdpijn die al dan niet gepaard gaat met misselijkheid, braken, slechter zien en bewustzijnsdalingen. Die symptomen komen hoofdzakelijk voor door een drukstijging in het hoofd.
De hoofdpijn bij een hersentumor is niet voor iedereen gelijk, maar de typische hoofdpijn bevindt zich achter de ogen, heeft een drukkend karakter en is niet kloppend, zoals bijvoorbeeld bij migraine het geval is. Bij tumoren in de kleine hersenen kan de hoofdpijn juist in het achterhoofd zitten.
Door de verhoogde hersendruk krijg je last van hoofdpijn, misselijkheid en overgeven. Je oogzenuw kan door de druk in de hersenen ook opzwellen, dat noemen we papiloedeem. De oogarts kan dat zien. Je kunt ook prikkelbaar worden en je gedrag en je ontwikkeling kunnen veranderen.
Het is belangrijk te benadrukken dat een brughoektumor niet agressief is, dus niet uitzaait en niet levensbedreigend is. Een brughoektumor kan wel ingrijpende gevolgen hebben indien hij groter wordt en daardoor verschillende zenuwen of hersendelen beknelt.
De tumoren ontstaan meestal rond het 50e tot 60e levensjaar, maar kunnen ook veel eerder of later optreden. Wat dat betreft is er een grote spreiding. Mannen en vrouwen lopen min of meer in gelijke mate het risico een hersentumor te krijgen.
Jaarlijks wordt er in Nederland bij ongeveer 350 patiënten voor het eerst de diagnose brughoektumor gesteld. Meestal zit een brughoektumor aan één kant, maar soms ook aan beide kanten. In het laatste geval is er dan vaak een verband met de erfelijke aandoening neurofibromatose type 2 (NF2).
Het aangewezen beeldvormend onderzoek om de diagnose te bevestigen is de MRI-scan van het hoofd, waarmee zelfs zeer kleine tumoren van slechts enkele millimeters aan te tonen zijn. Natuurlijk is niet iedere duizeligheid het gevolg van een brughoektumor.
De reden om een dergelijk onderzoek van het oor uit te voeren ligt meestal bij aangeboren of verworven gehoorsverlies of zelfs doofheid gelegen in het binnenoor (slakkenhuis), op het verloop van de gehoorszenuw of de hersenstam of hersenschors verantwoordelijk voor het gehoor.
Als tijdens een operatie zekerheid bestaat dat de tumor voor 100% is weggenomen is de kans dat de tumor terugkomt vrijwel nihil. Echter, om sommige functies te sparen, bijvoorbeeld die van de aangezichtszenuw, wordt soms met opzet een (klein) deel van de tumor achtergelaten.
Nervus occipitalisneuralgie (achterhoofd zenuwpijn) is een nek- en hoofdpijn die ontstaat in het gebied van het achterhoofd. Het is een typische aanvallende, schietende, drukkende of stekende pijn vanuit het achterhoofd die uitstraalt over de schedel. Tussen de pijnscheuten door kan een continue pijn aanwezig zijn.
Een tumor is meestal onregelmatig van vorm en voelt heel hard aan, want bestaat uit vast weefsel. Ook een jonge volwassene (tot 40 jaar) kan klierzwellingen hebben ten gevolge van een infectie.
Symptomen. Zoals gezegd, uit de aandoening zich door verschijnselen van verhoogde druk in het hoofd. Dat zijn: hoofdpijn, misselijkheid en braken, soms dubbelzien, maar wat vooral van belang is: wazig zien door zogenaamde stuwingspapillen.
Onbegrepen oorpijn kan ontstaan door strakke kaak en/ of halsspieren. Deze klachten worden vaak veroorzaakt door stress, spanningen, verkeerde mondgewoonten zoals klemmen en knarsen en een verkeerde houding.
Doordat de scanners zo'n sterk magneetveld gebruiken, kunnen we het brein zeer nauwkeurig bekijken.” De resultaten bij een kleine groep van zes mensen laten zien dat specifieke hersenstructuren bij tinnitus anders lijken samen te werken dan bij mensen zonder de aandoening.
Bloedonderzoek. Je kunt ook onderzoek doen naar de hoeveelheid stoffen in je bloed; is er precies genoeg of is er juist te veel of te weinig. Bij een hersentumor klopt soms de hoeveelheid van bepaalde stoffen niet, bijvoorbeeld als de tumor in het gebied van de hypofyse zit kan de hoeveelheid hormonen veranderen.