Als een baby zich verslikt wordt het kindje blauw-paars en krijgt de baby een onrustige ademhaling. Probeer het kindje eerst te laten hoesten, zegt Ouders Van Nu. Als dat niet lukt, probeer dan het voorwerp met twee vingers uit de mond of keel te halen. Lukt dat ook niet, bel dan 112.
Geef vijf rugslagen: leg je kind met de buik op je onderarm. Het hoofdje ligt lager dan de romp. Ondersteun de onderkaak met je hand. Sla met de hiel van je hand vijf keer tussen de schouderbladen.
Wanneer iemand niet meer of alleen nog heel zwak kan hoesten, kan er voedsel in de longen terecht komen. De gevolgen van verslikken kunnen zijn: aspiratie, aspiratie-pneumonie en dreigende verstikking.
Bij een verslikking blijft het kind volledig bij bewustzijn, het praat of huilt en hoest flink. Bij een verstikking vermindert het bewustzijn, kan het kind niet praten of goed hoesten en ziet deze steeds blauwer.
Wanneer je van fijngemalen voedsel overstapt op voedsel dat gekauwd moet worden, dan betekent dit dat je baby moet wennen aan nieuwe structuren in de mond. Je baby kan hier zo op focussen, dat je baby zich verslikt. Dit gebeurt dan eenvoudigweg omdat het eten nog onvoldoende gekauwd is om goed door te kunnen slikken.
Enkele symptomen die je baby dan zou kunnen hebben zijn: Frequent teruggeven, vaak met pijn. Kokhalzen, verslikken/stikken, hoesten, boeren of frequent hikken. Een adem die ruikt (stinkt).
Te snel drinken kan leiden tot krampjes. Bovendien leert je baby niet meer om goed naar zijn/haar eigen verzadigingssignalen te luisteren en kan je baby wellicht minder goed aanvoelen wanneer hij/zij vol zit. Ook kan het zijn dat de zuigbehoefte na zo'n korte voeding nog niet bevredigd is.
Zo herken je een lichte verslikking:
Het slachtoffer is bij bewustzijn. Het slachtoffer kan luid hoesten, huilen, kokhalzen, spreken of hoorbaar ademen. Soms: een stemverandering.
Kinderen worden geboren met een kokhalsreflex (ook wel wurgreflex genoemd). Dit reflex is een verdedigingsmechanisme. Het beschermt de keel(holte) van je kleintje namelijk tegen eten en vreemde voorwerpen die niet doorgeslikt mogen worden.
De luchtpijp van je baby is ongeveer de breedte van een van hun vingernagels, dus het is belangrijk om dungesneden voedsel te serveren. Vermijd ronde items zoals hele druiven, kersen, noten, bessen, kerstomaatjes en (knak)worstjes.
Het is mogelijk dat er toch voedsel in de longen terechtkomt. Dit kan gebeuren als u: niet voelt dat er eten en drinken 'het verkeerde keelgat' in gaat; moeite heeft met hoesten of als u niet meer kunt hoesten.
Zuurstoftekort in het bloed leidt na enkele minuten tot verlies van het bewustzijn en zeer snel tot het uitvallen van vitale organen, met name de hersenen.
Als de melk in de keel terugloopt kan dit leiden tot hoesten en ademhalingsproblemen bij je baby. Komt de voeding vanuit de maag omhoog dan kan je kindje zich verslikken.
Mijn baby valt direct na de voeding in slaap
Dat is niet erg, hij heeft zijn slaap hard nodig. Dat boertje komt er waarschijnlijk tijdens het slapen wel uit.
Symptomen van (verborgen) reflux herkennen bij je baby
Kokhalzen. Spugen. Overstrekken (het aanspannen van de rugspieren en het achterover drukken van het hoofdje) Slechte nachtrust.
Tussen 4 en 6 maanden kun je je baby een stukje brood geven zonder korst. Maar geef je baby pas brood zonder korst als hij gewend is aan oefenhapjes en ook wat grovere hapjes kan eten. Doop de boterham eventueel in moedermelk of flesvoeding om het wat zachter te maken.
Door de continue werking van de haartjes wordt vuil en slijm naar boven getransporteerd. Door te hoesten wordt het slijm versneld omhoog gebracht, waarna het slijm wordt doorgeslikt of uitgespuugd.
Verleen verdere eerste hulp:
Bij een ernstige verslikking: Sla tot 5 keer op de rug: Sla met de hiel van je hand tussen de schouderbladen.
Wanneer je tussen de schouderbladen hebt geslagen of buikstoten hebt gegeven, moet een kindje altijd gecheckt worden door een arts. Bij die handelingen is namelijk kans op inwendig letsel.
Wanneer er ernstige verslikking is, dan geeft het slachtoffer aan benauwd te zijn. Hij/zij grijpt mogelijk naar de keel, kan niet praten of hoorbaar hoesten, is in paniek, probeert adem te halen dit kan soms een gierend geluid geven.
Vaak gaat een overproductie gepaard met een sterke melkstroom. De baby kan veel lucht binnenkrijgen, zich verslikken en kokhalzen tijdens de voeding. Ook kan er sprake zijn van een onbalans in de lactose-vetverhouding, waardoor de baby meer last kan krijgen van krampen en waterig groene ontlasting heeft.
Het kan geen kwaad als je baby tijdens of na de voeding in slaap valt. Het is geen must om je baby eerst te laten boeren. De ene keer boert je baby wel na de voeding, de andere keer niet. Als je baby behoefte heeft aan het laten van een boer merk je dit wel, je baby wordt dan meestal onrustig of begint te huilen.