Oogstrijpe prei is heel gevoelig voor een nachttemperatuur onder de -10°C. Niet afgedekte prei kan dan veelal als verloren worden beschouwd. Late winterprei verdraagt meer vorst dan oogstrijpe prei. Deze prei zal wel witte bladeren vertonen, maar kan zeer snel hergroeien zodra de temperaturen in het voorjaar stijgen.
Er is bij prei een onderscheid te maken tussen zomer- en winterprei. Zomerprei is dikker en minder vorstbestendig. Winterprei kan gewoon de hele winter op het land blijven staan.
Hebben bij lichte vorst al bescherming nodig: knolselder, andijvie, groene selder en knolvenkel. Hebben pas bij enkele graden nachtvorst bescherming nodig: wortelen, rode kool, witte kool, witloofwortels, peterselie.
Je kunt prei zaaien met tussenpauzen van januari tot april en preiplanten oogsten van eind augustus doorheen de winter tot februari. Zoals de meeste andere groenten, oogst je betere, mooiere preien in een zonnige positie met grond die propvol organisch materiaal, compost en humus zit.
Geef buitenplanten in potten even geen water meer om te voorkomen dat de aarde en de wortels bevriezen. Dek niet langdurig af met noppenfolie: planten kunnen niet ademen en de bladeren kunnen brandwonden krijgen. Gebruik beter vliesdoek: het beschermt de bladstructuur en houdt de temperatuur binnenin wat hoger.
De tomaat hoort namelijk bij de gevoelige gewassen; hij kan niet tegen kou en vorst en is gevoelig voor plantenziekten. Zet tomaten daarom niet voor 15 mei buiten (IJsheiligen), want dat overleven ze niet.
In april kan je de winter prei gewoon buiten zaaien. Zaai ongeveer een halve tot één centimeter diep, en bedek de zaden met een dun laagje zaaigrond. Na drie maanden kan je de zaailingen uitdunnen op ongeveer 15 centimeter. Je laat de dikste en sterkste planten staan en verplant de andere plantjes op een andere plaats.
Je kan preimineervlieg voorkomen door prei onder gaas te telen. De beste manier om schade te voorkomen bij late herfstprei en winterprei, is deze afdekken met fijnmazig insectengaas (maaswijdte: 0.80 x 0.80 mm). Klimaatdoek en het gewone insectengaas met een maaswijdte van 1.30 x1. 30 volstaat niet.
Prei heeft veel mest en water nodig. Deze prei kan vanaf september tot en met december worden geoogst.
Vruchtgroenten zoals peper, paprika, courgette en aubergine
Ze kunnen absoluut niet tegen vorst.
Onder een laag stro, plastic tunnel, vliesdoek of in de serre / tuinkas kunnen Rode bieten goed tegen de vorst. Net als andere knolgewassen (wortelen, pastinaak, uien, ...) houden bieten van een lichte grond. In lichte grond vormen de bieten zich mooi rond.
De komkommerplanten houden erg van warmte en kunnen slecht tegen vorst. Ze hebben een windbeschut plekje nodig en mogen pas naar buiten als de temperatuur overdag minstens 15°C heeft (grastemperatuur!). Een vlies kan een goede bescherming bieden.
Bij het uitplanten van prei is dit een handige tip: knip het bovenste gedeelte van de plant af (ongeveer een derde). Zo slaat de plant beter aan en kweek je een mooie stevige plant.
Bij een lagere temperatuur kunnen de planten doorschieten, d.w.z. vroegtijdig gaan bloeien. Prei groeit door tot een temperatuur van +60 en heeft normaliter geen last van vorst. Bij strengere vorst is dit rasafhankelijk. Na de vorst groeit de prei gewoon door.
Nooit meer op de composthoop gooien dus, die doorgeschoten prei en ui (en andere groente zoals kool, waarvan de bloemen ook heerlijk smaken). Oogstrelend op je gerechten én: een uitje voor je smaakpapillen. Alle (sier)uitjes in je tuin zijn overigens eetbaar.
Vanaf eind april tot begin oktober kan de preimot haar eitjes afzetten met schade tot gevolg. De zomermaanden juli en augustus en zelfs september zijn de maanden met de meeste kans op én de grootste schade.
Een bijzonder feitje over de prei, is dat het een tweejarige plant is die als eenjarige groente wordt geteeld. Zowel de dikke witte schacht als het groene deel van de bladeren en de wortels van de prei zijn geschikt voor consumptie.
Prei planten in volle grond
Ze hebben dagelijks minimaal acht uur fel zonlicht nodig. Veel variëteiten hebben een lange groeiperiode van 120 tot 150 dagen nodig, maar nieuwere soorten hebben soms maar 90 dagen nodig om volwassen te worden.
Ze heeft veel voeding nodig, vooral stikstof (voor bladgroei), maar pas op met overbemesten. Naast de algemene voorbereiding van het onderspitten van oude stalmest geven we een week of 3 voor het planten wat bloedmeel of een andere stikstofrijke organische meststof.
Gewassen die goed tegen de vorst kunnen kun je makkelijk na de oogst weer in de grond stoppen met wat aarde er over. Denk maar aan Rode biet, wortelen, prei, Radijzen of pastinaak.
Een stevig tomatenplantje houdt van warmte, maar kan een koudere nacht wel hebben, al is een graad of 6 toch echt wel het minimum. Bij zo'n temperatuur zal de plant zich wel handhaven, maar niet groeien.
Qua verzorging hebben tomatenplanten vooral behoefte aan een zonnige standplaats en warme, goed bemeste, waterdoorlatende grond. Geef altijd water onderaan de plant. Zo heeft je tomaat minder kans op schimmelziekten. Geef ook liever 1x in de week heel veel water in plaats van elke dag een klein beetje.
De temperatuur moet minimum 15°C bedragen. Tijdens de opkweek hebben de tomatenplanten weerom voldoende licht nodig. Anders krijgen ze zwakke, spichtige stengels.