6,8% van de Nederlandse bevolking heeft bloedgroep 0-negatief (O-). Deze bloedgroep is dus zeldzaam in Nederland, maar het voordeel is dat patiënten met alle bloedgroepen bloed van donors met bloedgroep 0-negatief kunnen ontvangen. Ze worden daarom ook wel universele donors genoemd.
Iemand met bloedtype O is juist de 'universele donor': aangezien zijn rode bloedcellen geen type A- of B-antigenen bevatten, zal het bloedplasma van de ontvanger nooit de bloedcellen van een O-donor aanvallen. Bijna iedereen kan bloed van iemand met type O-bloed ontvangen.
O- negatief is wel het meest gevraagd omdat het de universele donor is. Maar het is alleen in Taiwan en Hongkong zeldzaam. Bloedgroepen zijn erfelijk en worden dus doorgegeven van de ouders op kinderen (tijdens de zwangerschap). Beide ouders geven A, B of 0 door.
Deze bloedgroep komt het vaakst voor in ons land. Als je bloedgroep 0-positief hebt, dan kunnen patiënten met bloedgroep 0-positief, A-positief, B-positief en AB-positief jouw gedoneerde bloed ontvangen.
Bloedgroep 0-negatief (6,8% van de Nederlanders) Bloedgroep B-positief (7,7% van de Nederlanders) Bloedgroep B-negatief (1,3% van de Nederlanders)
De genen A en B zijn even sterkt dit betekend dat wanneer jij van je moeder gen A krijgt en van je vader gen B, dat jij bloedgroep AB krijgt. Ook de rhesusfactor is erfelijk bepaald. Van beide ouders krijg je een positieve rhesusfactor (+) of een negatieve rhesusfactor (-).
Van wie mag 0-negatief bloed krijgen? Als je 0-negatief bloed hebt, mag je bloed ontvangen van bloedgroep 0-negatief. Je mag geen bloed ontvangen van bloedgroepen A, B of AB.
AB is de zeldzaamste bloedgroep. Donoren met de bloedgroep AB-positief ontvangen iets minder vaak een oproep, juist omdat dit een relatief zeldzame bloedgroep is en er dus minder vraag naar is. Bloedgroep AB-positief kan over het algemeen van iedereen bloed ontvangen.
De rhesusfactor (Rh) is een eiwit dat op de oppervlakte van de rode bloedcellen kan zitten en daarmee je bloedgroep bepaalt. Als de rhesusfactor op je rode bloedcellen zit, ben je rhesus positief.Dit is het geval bij 85% van de mensen.Als de factor ontbreekt, ben je rhesus negatief.
Rh-null – ook wel 'gouden bloed' genoemd, is de zeldzaamste bloedgroep op aarde. Bloedgroepen worden ingedeeld in vier hoofdgroepen: A, B, AB en 0 (ook wel O). Deze vier worden primair bepaald door antigenen, die op het oppervlak van de rode bloedcellen zitten.
Volgens het bloedgroepdieet is iemand met bloedgroep O een vleeseter met een sterke spijsvertering en een overactief immuunsysteem. Bij deze bloedgroep wordt het advies gegeven om vooral mager chemicaliënvrij vlees, gevogelte, vis en schaaldieren, olie, noten en zaden, groenten, fruit en sappen te kiezen.
Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat muggen mensen met bloedgroep O twee keer zo aantrekkelijk vinden als mensen met een andere bloedgroep.
Als uw bloedgroep Rhesus D negatief of Rhesus C negatief is, kan uw lichaam antistoffen gaan aanmaken tegen het bloed van uw kindje. Tijdens de zwangerschap kan bloed van het kind in het bloed van de moeder komen. Bij de geboorte is de kans dat dit gebeurt zelfs vrij groot.
Mensen die tot de bloedgroep O behoren, worden ook wel 'universele donors' genoemd omdat ze hun rode bloedlichaampjes aan gelijk welke ontvanger kunnen doneren. De bloedgroep O- wordt voornamelijk gebruikt in noodgevallen.
Resusantagonisme is een aandoening waarbij de rode bloedcellen van de baby afgebroken worden door de antistoffen (afweerstoffen) van de moeder. De aandoening kan alleen ontstaan bij moeders die resus-D-negatief zijn en die zwanger zijn van een kind dat resus-D-positief is.
Ook de bloedgroep maakt uit bij het risico op ernstige ziekte. 'Bloedgroep A geeft mogelijk een hoger risico, terwijl bloedgroep O juist beschermt', vertelt Van der Made. 'Het is nog niet helemaal duidelijk hoe dat werkt.
Je bloedgroep is erfelijk bepaald. Je wordt er mee geboren en je houdt hem de rest van je leven. Toch kan het gebeuren dat je bloedgroep verandert. Na een stamceltransplantatie krijgen patiënten namelijk de bloedgroep van de donor.
Het A-allel geeft bloedgroepantigeen A, het B-allel geeft bloedgroepantigeen B en het 0-allel is een recessief allel, dat niet in een bloedgroepantigeen resulteert. De allelen A en B zijn dominant ten opzichte van 0 en co-dominant ten opzichte van elkaar.
Heb je al eens bloed laten prikken door een arts?Dan staat je bloedgroep mogelijk al in je medisch dossier. Een andere manier om erachter te komen: bloed doneren. Ook dan wordt namelijk altijd je bloedgroep bepaald.
Bloedgroep O is in Nederland met ruim 47% de meest voorkomende bloedgroep. Hierna volgt bloedgroep A met ongeveer 42% van de Nederlanders. Bloedgroepen B en AB zijn daarentegen de minst voorkomende bloedgroepen in Nederland. Wanneer we de resusfactor meetellen, komen we uit op een totaal van acht bloedgroepen.
Genetisch onderzoek suggereert dat de Asjkenazim, de belangrijkste Joodse bloedgroep, afstammen van bekeerde Romeinse vrouwen.
Iedereen mag, ongeacht zijn of haar bloedgroep, bloed geven. Donors die tot de bloedgroep O negatief behoren, zijn universele donors (en mogen dus aan iedereen bloed geven) waardoor zij met name erg gewild zijn.
In België komen de bloedgroepen O+ (38%) en A+ (34%) het vaakst voor. Zeldzamer zijn B+ (8,5%) en AB+ (4%).
Als A antigenen in aanraking komen met anti-A (afkomstig van bloedgroep B of AB) gaat het bloed klonteren. Als B antigenen in aanraking komen met anti-B (afkomstig van A of AB) gaat het bloed klonteren. Bloedgroepen A en B kunnen dus geen bloed aan elkaar doneren.
De hoeveelheid bloed in het menselijk lichaam is 7% van het lichaamsgewicht, en dit bestaat weer voor ongeveer de helft uit water. Gemiddeld heeft een volwassen vrouw 4,5 liter bloed en een volwassen man 5,6 liter bloed in het lichaam.