Het toeval, dat het Nederlandse woord wachten eigenlijk alleen maar een passieve betekenis meer heeft. Eentje dus die lijdzaamheid uitdrukt en “ik kin t nait wachten” betekent nu juist dat iemand het zó druk heeft dat 'ie geen tijd kan vinden om dit ook nog te doen.
Hoe langer je wacht, hoe rooier je wordt.
Het gezegde is het zinsdeel dat aangeeft welke handeling centraal staat in een zin. Het geeft aan wie of wat het onderwerp is of doet. Het gezegde bestaat uit minstens één werkwoord, dat soms aangevuld wordt met een naamwoord of met andere werkwoorden.
– Wie het Eerst komt, die het Eerst maalt. – Een Ezel stoot zich in het gemeen niet tweemaal aan dezelfde steen. – Voor Geld kun je de duivel doen dansen. – Wie zijn Gat brandt, moet op de blaren zitten.
het engelengeduld zelfst. naamw. groot vermogen om langdurig geduld te tonen Voorbeeld: `Het restaureren van een schilderij vergt engelengeduld.
Geduld is het vermogen om moeilijke omstandigheden met kalmte te verduren. Geduld kan zich onder meer uiten door een bedaarde volharding bij vertraging; tolerantie voor provocatie zonder te reageren in minachting of woede; of verdraagzaamheid bij langdurige moeilijkheden.
Spreekwoorden zijn altijd zinnen met wijsheden of levenslessen erin. Voorbeelden van veelgebruikte spreekwoorden zijn: Wie A zegt, moet ook B zeggen - Als je ergens mee begint, moet je het ook afmaken. Eerlijkheid duurt het langst - Een leugen komt op een gegeven moment uit, maar de waarheid blijft altijd waar.
(wachtte, gewacht), wacht houden ; toeven. als trefwoord met bijbehorende synoniemen: wachten (ww) : afwachten, antichambreren, beiden, verbeiden.
,,Wie scheep gaat, moet varen, hè?'' zegt de grootvader in de nieuwe roman van Rascha Peper. Het is een spreekwoordelijke uitdrukking, die betekent: als je ergens aan begonnen bent, dan moet je daarmee ook doorgaan.
De uitdrukking Wie weet? wil zeggen dat iets niet helemaal uitgesloten wordt geacht.
Wie zijn hersens niet gebruikt, moet zijn benen gebruiken.
Wie vergeetachtig is, moet extra lopen.
Ongeduld is in feite een soort van kregeligheid, een vorm van ongenoegen met de situatie. Het is meer een vorm van ergernis. Het uit zich dan in gehaastheid en gejaagdheid, maar tijdgebrek is niet de oorzaak van ongeduld. En tijdgebrek is ook niet een element van ongeduld.
De grootste reden dat mensen ongeduldig zijn, is dat ze geen idee hebben wat belangrijk voor ze is. Alles is belangrijk, waardoor automatisch niets belangrijk voor ze is. Het gevolg is dat er geen enkele reden is om op iets te wachten. De eerste stap om geduldig te worden is door te bepalen wat belangrijk voor je is.
gejaagd, ongeduldig, onrustig, rusteloos, veranderlijk, wispelturig. heetgebakerd (bn) : driftig, onbeheerst, onbezonnen, ongeduldig, prikkelbaar, vurig.
(het is makkelijker om iemands vertrouwen te schaden, dan te verkrijgen.) Dit spreekwoord is o zo waar in het opbouwen van relaties zowel in privé als op het werk. Werkrelaties staan of vallen met vertrouwen.
Een zo'n uitdrukking is: 'waar rook is, is vuur'. Een uitdrukking direct gekoppeld aan roddelen. En als feitelijkheid in zich heeft dat, als er iets naars over iemand wordt verteld is, er vast wel een kern van waarheid bij hoort.
wat de boer niet kent, dat eet hij niet. (=Mensen houden niet van (zijn bang voor) wat ze niet kennen.)
Ezelsbruggetjes. Er bestaan verschillende ezelsbruggetjes om de (belangrijkste) koppelwerkwoorden te onthouden: ZWoBBeLS + HDV(ideo): zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen.
Voorzetselvoorwerp: bestaat (net zoals een bijwoordelijke bepaling) uit één woord of meerdere woorden die meer informatie geven over wat in het gezegde wordt uitgedrukt. Een voorzetselvoorwerp begint altijd met een voorzetsel dat je niet weg kan halen uit de zin.
Vind het onderwerp: wie of wat + gezegde? Vind het lijdend voorwerp: wie of wat + gezegde + onderwerp? Vind het meewerkend voorwerp: (aan/voor) wie of wat + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?