Een particuliere school kan een goede oplossing zijn voor een kind met dyslexie. Reguliere scholen hebben vaak grote klassen, waardoor weinig plaats is voor individuele begeleiding. Op een particuliere school daarentegen zijn kleine klassen het uitgangspunt. Daardoor is veel meer individuele aandacht mogelijk.
Een kind met dyslexie heeft op de basisschool geen specifieke rechten die wettelijk zijn vastgesteld. Maar naar aanleiding van het dyslexierapport en het advies van de orthopedagoog/psycholoog kan het kind wel bepaalde voorzieningen krijgen.
In de eerste drie leerjaren van havo en vwo zijn zowel Frans als Duits verplicht. Er kan geen ontheffing worden verleend aan leerlingen met dyslexie (artikel 21), maar een aangepast programma is wel mogelijk voor Frans en/of Duits, die wordt ook wel gedeeltelijke dispensatie genoemd (zie hieronder).
Aanpassingen als je dyslexie hebt
De schooldirecteur beslist of je examen mag doen met een of meer van de volgende aanpassingen: 30 minuten extra tijd; schrijven met een computer op laptop tijdens het examen; verklanking van tekst.
De dyslexie zal nooit helemaal overgaan. Het is aannemelijk dat de leerling nog steeds in aanmerking komt voor ondersteuning op niveau 2, en wellicht ook op niveau 3. Met de behandelaar kan worden afgestemd over de manier van oefenen en welke materialen daarvoor geschikt zijn.
Je kunt op basis van de uitslag op een IQ-test zien of bij ie- mand sprake is van dyslexie. Het klopt dat mensen met dyslexie op sommige taken bij een IQ-test als groep minder goed presteren.
Dyslexie en hoogbegaafdheid
Kinderen die zowel hoogbegaafd als dyslectisch zijn, zijn vaak te herkennen aan de volgende signalen: Veel spellingsfouten. Wel goed mondeling taalgebruik, maar schriftelijk wel problemen. Negatief beïnvloede prestaties (verveling, faalangst, enz.)
Een dyslexieverklaring is levenslang geldig.
Er is sprake van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED) als de leerachterstand in lezen en/of spellen erg groot is, ondanks extra instructie op school. Ook moet er in onderzoek zijn aangetoond dat er sprake is van ernstige dyslexie. Een orthopedagoog of psycholoog kan vaststellen of iemand ernstige dyslexie heeft.
Kinderen met dyslexie lopen vaak tegen een aantal problemen aan: Ze vinden het lezen en begrijpen van lange teksten moeilijk. Ze moeten een tekst of vraag meerdere keren lezen om de inhoud te begrijpen. Ze lezen vragen verkeerd en geven daarom het verkeerde antwoord.
Wanneer de kosten voor een dyslexieonderzoek niet vergoed worden door uw gemeente, bedragen de kosten voor een dyslexietest €. 715,-. Een particulier dyslexieonderzoek is verder identiek aan een vergoed onderzoek.
Behandelingen die het meest effectief zijn, zijn taakgerichte behandelingen: gericht op het lezen en spellen zelf. Er is met name onderzoek gedaan naar de effectiviteit van specialistische dyslexiebehandelingen bij kinderen in de basisschoolleeftijd.
Dyslexie is voor een deel erfelijk. Dat wil zeggen dat de kans groter is dat een kind dyslexie heeft als één van de ouders dyslexie heeft. Kinderen van wie één van de ouders dyslexie heeft, hebben ongeveer een vier keer grotere kans om dyslexie te ontwikkelen dan kinderen van wie de ouders geen dyslexie hebben.
Dyslectici maken meer spelfouten dan leeftijdsgenoten: 'luisterfouten', (bijv. verspeken in plaats van verspreken), 'onthoudfouten' (bijv. ou-au of ei-ij) of regelgebaseerde fouten (bijv. dt-fouten).
Dyslexie heeft niets te maken met intelligentie, het komt voor bij zowel mensen met hoge, gemiddelde of lage intelligentie. Vaak wordt dyslexie geconstateerd als er verder geen andere oorzaken worden gevonden voor lees– en schrijfproblemen.
Dyslexie is een leerstoornis, die zorgt voor problemen met voornamelijk lezen, spelling en schrijven.
Vergoeding dyslexieonderzoek
Dyslexieonderzoek wordt in ons land vergoed voor kinderen op de basisschool van 7 tot en met 12 jaar die voldoen aan de criteria voor Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED). Wanneer uit het onderzoek blijkt dat een kind EED heeft dan wordt ook de behandeling vergoed.
Mensen met dyslexie hebben moeite met het lezen of schrijven van woorden, of met beide. Wie dyslexie heeft, is niet minder intelligent dan iemand zonder dyslexie. Alleen bij het koppelen van letters en klanken werken de hersenen anders dan bij mensen zonder dyslexie. Verder werken de hersenen hetzelfde.
De achterstand in lezen en/of spellen is dan zo groot dat het zonder behandeling moeilijk is om te functioneren in de maatschappij. Dyslexie kan echter ook worden vastgesteld bij kinderen met een beperking als AD(H)D of autisme, maar dan is er sprake van meervoudige dyslexie.
We lezen vaak zwarte tekst op wit papier, de meest contrasterende kleuren. Het gebruik van andere kleuren kan het contrast verminderen. De tolerantie voor contrasten is bij iedereen verschillend. De kleuren die het beste werken verschillen per persoon.
Een dyslexieverklaring mag alleen worden afgegeven door een daartoe bevoegde deskundige. De deskundige moet in ieder geval een psycholoog of orthopedagoog zijn. Een remedial teacher of logopedist is níet bevoegd om een dyslexieverklaring af te geven.
Dyslexie-software programma's kunnen de belemmering van een laag lees- en spellingniveau wegnemen. Kinderen kunnen bijvoorbeeld zelf teksten typen en de fouten worden er door het softwareprogramma voor een groot gedeelte uitgehaald.