Niet alleen de biologische vader, maar ook een persoon die het kind niet verwekt heeft, kan een kind erkennen. Dan moet er wel aan een aantal voorwaarden voldaan zijn: De man die het kind erkent, moet 16 jaar of ouder zijn. De moeder of het kind moet vooraf schriftelijk toestemming geven.
U kunt een kind erkennen als u niet de juridische ouder van het kind bent. Dat wil zeggen als u niet getrouwd bent of geen geregistreerd partnerschap heeft met de moeder. Een stiefouder kan een kind erkennen als alleen de partner ouderlijk gezag heeft over het kind.
Erkenning is niet mogelijk door een man die niet met de moeder mag trouwen vanwege een bepaalde mate van bloedverwantschap (bijvoorbeeld broer en zus). Er mogen niet al twee ouders zijn.
Kind erkennen op een later moment
U kunt een kind ook erkennen als het al ouder of zelfs meerderjarig is. Dit kan in elke gemeente in Nederland. Vanaf 12 jaar heeft u schriftelijke toestemming nodig van het kind en de moeder. Na 16 jaar is alleen toestemming van het kind nodig.
Vanaf 1 april 2014 zal de wet met betrekking tot de erkenning van een kind door een getrouwde man wijzigen. Op dit moment bepaalt het Burgerlijk Wetboek dat de erkenning door een man die getrouwd is met een ander dan de moeder, nietig is.
Juridisch gezien hebben zowel de biologische vader als de juridische vader (na erkenning) recht op omgang met het kind. Ook als je als biologische vader het kind niet hebt erkend heb je recht op omgang. Dit is wettelijk vastgelegd. De omgang van de ouders met het kind wordt doorgaans vastgelegd in een ouderschapsplan.
De erkenning van een kind door de biologische vader kunt u niet ongedaan maken. Is de erkenner niet de biologische vader van het kind? Dan kan de rechter de erkenning soms terugdraaien. De moeder, vader of het kind vraagt dan om vernietiging van de erkenning.
Als een vader zijn kind (nog) niet heeft erkend, maar wel betrokken is bij de verzorging en opvoeding, kan hij aanspraak maken op bepaalde rechten, zoals het recht op contact met zijn kind. Er is in dat geval namelijk sprake van “family life”. Dit is vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Een vader kan slechts vervangende toestemming voor de erkenning van zijn kind aanvragen bij de rechtbank, als de moeder deze erkenning bij de geboorte heeft geweigerd. Een vader kan geen vaderschapstest afdwingen.
De keuze voor een achternaam kunt u voor de geboorte of bij de geboorteaangifte laten vastleggen. U gaat samen naar de burgerlijke stand om uw naamskeuze te laten vastleggen. Dit kan niet door 1 van u beiden en ook niet schriftelijk. Als u uw kind eerst moet erkennen, maakt u de naamskeuze tijdens de erkenning.
Vervangende toestemming tot erkenning is alleen mogelijk als dit de belangen van de moeder bij een ongestoorde verhouding met het kind niet schaadt. De vervangende toestemming wordt ook niet verleend als de psychische en emotionele ontwikkeling van het kind daardoor in gevaar dreigt te komen.
U bent als ouder of voogd vrij in het kiezen van een voornaam voor uw kind, maar die mag niet ongepast zijn. De ambtenaar van de burgerlijke stand beslist en kan een voornaam weigeren.
Ontkenning van het vaderschap kan alleen onder de volgende voorwaarden: de wettelijke vader is niet de biologische vader van het kind; de moeder is niet eerlijk geweest over de verwekker van het kind.
Hoe lang duurt het? De erkenning kan niet altijd direct tijdens de afspraak in orde worden gemaakt. Dit hangt af van de persoonlijke situatie van het kind en de erkenner. Erkenning duurt bijvoorbeeld langer als het kind geboren is voor 1985 of als de erkenner niet de Nederlandse nationaliteit heeft.
Juridisch gezien hebben zowel de biologische vader als de juridische vader (na erkenning) recht op omgang met het kind. Ook al heb je als biologische vader het kind niet erkend, dan nog heb je recht op contact met je kind. De omgang van de ouders met het kind wordt doorgaans in een omgangsregeling geregeld.
Als de moeder weigert om mee te werken aan een DNA-onderzoek, kan de rechter desgevraagd bepalen dat de moeder medewerking moet verlenen en daar een dwangsom aan verbinden. Daarnaast kan de rechter uit de weigering om mee te werken aan een DNA-onderzoek de gevolgtrekkingen verbinden die hij gerade acht.
Als u uw kind erkent, wordt u de juridische ouder van het kind. U krijgt dan een aantal rechten en plichten. Om de wettelijke vertegenwoordiger van het kind te worden, moet u het ouderlijk gezag aanvragen.
Een vader kan meteen na de geboorte van een kind, maar ook later, met toestemming van de moeder en eventueel het kind, naar burgerzaken om het kind te erkennen, waardoor het kind zijn achternaam krijgt. Door de erkenning ontstaat er een familierechtelijke betrekking tussen de erkenner en het kind.
Veelal zal dit ook worden toegekend. De hoofdregel is namelijk dat gezamenlijk gezag in het in het belang van het kind is. Conclusie is dat vaders net zoveel recht op gezag hebben als moeders.
Omvang omgangsregeling in de praktijk
Anders dan eens wordt gedacht, bestaat er in de praktijk in principe geen 'minimale omgangsregeling'. Dit komt omdat de omvang van de omgang afhangt van alle omstandigheden van het geval.
Gezag andere ouder stoppen
De rechter stopt het gezamenlijk gezag alleen als het in het belang is van het kind. De rechter bepaalt ook wie van u het gezag dan krijgt. Heeft u meer kinderen, dan bepaalt de rechter voor ieder kind apart wie het ouderlijk gezag krijgt.
Wat valt onder de alimentatie
Als jullie eenmaal een alimentatiebedrag hebben afgesproken of als de hoogte van de alimentatie is vastgesteld door de rechter, dan vallen in principe alle kosten van de kinderen hieronder. Dus eten, drinken, kleding, kosten voor kinderopvang, zwemles, clubjes enz.
Stimulerend en verzoenend. Erkenning kan ons enorm motiveren en gelukkig maken. Het stimuleert ons om ons best te doen en nieuwe uitdagingen aan te gaan: na een compliment van de baas hebben we meteen meer zin in ons werk. Het werkt bovendien verzoenend en laat ons meer oog hebben voor een ander.
Nee, u kunt niet zelf afstand doen van het gezag over uw kind. Het is wel mogelijk om het ouderlijk gezag aan te passen naar eenhoofdig gezag van de andere ouder. De andere ouder heeft dan alleen het gezag. U kunt dit samen met de andere ouder vragen bij de rechter.