Bij mais bevindt het groeipunt zich tot het 4-5 bladstadium onder de grond.Voor dit stadium kan mais de vorst redelijk verdragen. Als het groeipunt ook bevroren is, moet er mogelijk over- of bijgezaaid worden. Of het groeipunt bevroren is, is op dit moment (4-5 dagen na de vorst) al redelijk goed te beoordelen.
Bij het zaaien van maïs, is het motto: "Zo snel mogelijk, zo laat als nodig." Als de grond warm, goed droog en bestand tegen belasting en de bodemtemperatuur ongeveer 8-10°C heeft bereikt, vindt het zaaien onder normale omstandigheden plaats van half april tot half mei.
Mais groeit goed op een luchtige kleigrond, maar doet het ook prima op een zandgrond.Je kunt de grond voorbewerken met compost of oude stalmest, zodat het vocht beter wordt vastgehouden. Zet de maisplanten op een zonnige standplaats.
Maïs heeft 60 tot 100 dagen nodig om te oogsten, afhankelijk van het ras en het warme weer.
De optimale zaaidiepte van maïs bedraagt 4 tot 5 cm. Bij een droog zaaibed en bij een mechanische onkruidbestrijding moet iets dieper gezaaid worden (5 tot 6 cm). Dieper zaaien dan volgens dit advies leidt tot een trage opkomst, meer plantuitval en een lagere opbrengst en kwaliteit.
Maïs kan van nature met weinig water groeien. Mais gaat enorm efficiënt met water om: voor 1 kg ds mais is 450 mm nodig, tegenover 700 mm bij gras!
Na ongeveer een week (bij kamertemperatuur) kiemen de zaden, en de groei gaat vrij snel: een week of 3 daarna kunnen de zaailingen al uitgeplant worden. Mais wordt bestoven door de wind. Ze staan daarom graag in groepen bij elkaar. Je plant liever korte rijen achter elkaar (dus in een blokvorm) dan 1 lange rij.
Per plant oogst je twee tot drie kolven. Suikermaïs moet je oogsten op het moment dat de korrels zacht en lekker zoet zijn. Wacht je te lang, dan worden de korrels te hard.
Normaal moet alle mais binnen zijn voor 1 oktober, zodat andere gewassen als gras of bladkool de tijd hebben om overtollig stikstof uit de bodem te halen, wat goed is voor het milieu.
Maïs kweken
Kies een standplaats met veel zon die beschermd is tegen hevige wind. Suikermaïs is niet kieskeurig qua bodem, zolang de grond goed gedraineerd is, maar vocht ook zo lang mogelijk vasthoudt.
De mais in Nederland heeft op dit moment niet veel te klagen. Het gewas bij de Maismeetnet-boeren groeide in een week tijd gemiddeld 33 centimeter. Vorig jaar had de mais gemiddeld een lengte van 65 centimeter, nu tikt het gewas al bijna de 1 meter aan.
In de praktijk zien we prijzen die variëren tussen de € 325 en € 525 per hectare afhankelijk van oppervlakten, concurrentie en opbrengst.
Mais zaaien
Mais kun je vanaf half april binnen zaaien bij een constante temperatuur van zo'n 18°C. Een paar weken later kun je de plant buiten in de volle grond zetten om verder te groeien. Er zullen ook zijscheuten ontstaan aan de onderkant van de maisplant tijdens de groei.
Een groenling, putter, duif, maar koolmezen willen ook wel een hapje van de mais mee eten. De maïs wordt voornamelijk gegeten door zaadeters zoals goudvink, heggemus, huismus, koolmees, pimpelmees, spreeuw, vink, sijs, putter… De kolf is eenvoudig op te hangen dankzij het touw bovenaan.
Als de draden die boven de kolf hangen (pluimpjes – de eigenlijke stempels die ieder één vruchtbeginsel bevruchten tot het een maiskorrel vormt) helemaal donkerbruin en droog zijn, zijn de kolven rijp. De korrels zijn dan lichtgeel tot geel van kleur.
De regel om voor 1 oktober te oogsten, is onderdeel van het mestbeleid. Boeren die zich niet aan de kalender houden, mogen in het volgende jaar minder mest gebruiken. Door het natte en koude voorjaar werden de aardappelen pas laat in de grond gepoot, waardoor ze niet genoeg de tijd hadden om te volgroeien.
Ondanks de late zaai komt de maïsoogst toch begin oktober op gang. De droge warme weken in september hebben ervoor gezorgd dat de afrijping zeer vlot is gegaan. De komende week zal de eerste maïs worden geoogst.
Op zand- en lössgrond zijn alle bedrijven verplicht om een vanggewas na mais te telen. Deze verplichting geldt vanaf dit jaar ook op derogatiebedrijven met maispercelen op klei- en/of veengrond in de hierboven genoemde waterschapsgebieden (NV-gebieden).
Dat een groei van 4,2 cm gemiddeld per dag”, zegt Van Uffelen, die de mais nauwlettend in de gaten houdt. “Vorig jaar op deze datum was de mais 176 cm en groeide toen de week er na ruim 6 cm per dag.”
Verpakt in folie is maïs zo'n 3 dagen te bewaren in de koelkast.
Veel melkveehouders telen maïs vaak jaren achter elkaar op dezelfde percelen of wisselen af en toe met blijvend grasland. Daarmee doen ze zichzelf tekort, vindt Nick van Eekeren. Voor zowel de bodem als hun portemonnee is het beter blijvend grasland te combineren met een driejaarlijkse rotatie van maïs met grasklaver.
Maïs is zeer gevoelig voor watertekort in de periode van 20-30 dagen voor de bloei (8-10 bladstadium) tot 10-15 dagen na en zelfs tijdens de korrelvullingsfase (eind juni tot half augustus).
Maar ook bevat het vitamine B2 en B3, allebei nodig voor een gezonde huid en een goede energievoorziening. Daarnaast brengt mais je vitamine B5. Ons spijsverteringsstelsel heeft geen enzymen om cellulosevezels af te breken, en daarom kan het lichaam de maïskorrel niet verteren en komt hij heel naar buiten.
Bij een opbrengst van 18 ton droge stof per hectare hebben de maïsplanten ongeveer 240 kilogram stikstof nodig en ruim 80 kilogram fosfaat. De wetgeving staat echter niet toe om deze hoeveelheden aan te voeren in de vorm van mest. Daardoor is maïs een grote onttrekker van nutriënten uit de bodem.