Kraakbeen kan uit zichzelf nauwelijks herstellen, daardoor zal een behandeling nodig zijn.
Als een kraakbeenbeschadiging niet groter is dan 2 cm2 en voor het eerst behandeld wordt, maken we kleine gaatjes, 'microfractuurtjes', in het bot. Daardoor ontstaat vanuit het beenmerg een stolsel van stamcellen. Dit stolsel verandert in littekenkraakbeen en repareert zo het kapotte kraakbeen.
Gewrichtskraakbeen heeft bij volwassenen slechts beperkte mogelijkheden tot herstel, omdat kraakbeen geen zenuwen, bloedvaten en lymfe-afvoer bevat. (Lymfevocht circuleert door het lymfevatenstelsel. Dat maakt onderdeel uit van het netwerk van aderen. Het fungeert als het afvoersysteem van het lichaam).
Wat veel mensen niet weten (zelfs doktoren) is dat kraakbeen, net als bijna al het andere menselijke weefsel, gewoon terug kan groeien.
Dit hele proces duurt ongeveer zes tot acht weken, onder andere afhankelijk van de kwaliteit van de kraakbeencellen (chondrocyten) en van de grootte van het kraakbeendefect dat behandeld moet worden.
Symptomen. Een defect van het kraakbeen uit zich vooral door algemene pijn in de knie, dit zal specifieker op de plek van het defect kunnen zijn. Meestal zorgt een kraakbeendefect ook voor een stroef gevoel in de knie, omdat het kraakbeen minder glad en egaal is door de beschadiging.
Ook als je een extreem intensieve duurtraining doet, kan het kraakbeen zich al bewegend herstellen, zo blijkt uit de studie van de Duitse wetenschappers.
Kleine defecten (minder dan 2 cm) kunnen worden behandeld door middel van 'microfracture'. Grotere defecten bij jonge patiënten kunnen worden behandeld door middel van kraakbeentransplantatie. Bij jonge patiënten bij wie het kraakbeen los is geraakt van het onderliggend bot kan het kraakbeen soms weer vastgezet worden.
De typische klachten hierbij zijn pijn bij belasting en crepitaties, het ervaren van een soort schuren in de knie. Vaak is er ook een intermittente, reactieve zwelling. Een instabiel gevoel kan ook aanwezig zijn. Als het losgekomen stukje kraakbeen rondzwerft in de knie kan dit blokkages veroorzaken.
Zwavel en kiezelzuur zijn van belang voor de opbouw van kraakbeen en zorgen dat dit soepel en sterk blijft. Zwavel komt voor in bepaalde zwavel houdende aminozuren zoals cysteïne en methionine. Deze aminozuren zijn te vinden in dierlijke producten zoals: biologisch vlees, kip, eieren en vis.
Goede voeding bij artrose: Omega 3
Vette vissoorten als zalm, markreel, haring en tonijn zijn rijk aan Omega 3-vetzuren. Maar ook schaaldieren zijn een goede bron van deze zeer gezonde vetzuren. Het gaat om kreeft, krab, garnalen, gamba's en vooral Groenlipmossel.
Een kraakbeenletsel is een lokale onderbreking en daarom anders dan artrose of slijtage van het gewricht, welke zich manifesteert over een meer uitgestrekt deel van het kraakbeen. Een letsel aan het kraakbeen kan ontstaan na een trauma (val, verkeerde beweging, contact, …)
De groeischijven verbenen niet direct: tot aan het einde van de groei blijven ze bestaan uit kraakbeen. In de groeischijven vindt de lengtegroei plaats. In de groeischijf wordt nieuw kraakbeen gevormd.De kraakbeencellen delen zichzelf: daardoor vindt celvermeerdering – en dus ook groei!
Kraakbeen bevat geen zenuwen en kan daardoor geen pijn doen. De pijn door artrose ontstaat door de veranderingen in en rond je gewricht en mogelijk door een ontsteking. Daarnaast: kunnen de zenuwen in het gewricht veranderen waardoor je pijn toeneemt.
Kraakbeenbeschadiging kan pijn in de knie veroorzaken en heeft invloed op de beweeglijkheid van de gewrichten. Osteochondritis dissecans van de knie (osteochondritis dissecans knee) bevindt zich meestal aan de binnenkant van de knie, op de plaats van de mediale femurcondyl.
Trauma: Door een ongeluk of bijvoorbeeld een val tijdens het sporten, kan er schade ontstaan aan het kniegewricht. Zo kan een scheur of breuk in het kraakbeen zijn ontstaan of kan het kraakbeen loslaten. Dit zorgt voor plaatselijk verlies van kraakbeen.
MRI is echter ongeschikt voor het opsporen van vroege ziektestadia, omdat met de meeste reguliere MRI-technieken alleen wordt gekeken naar schade en vormafwijkingen van kraakbeen. Het lekken van proteoglycanen en collageen uit kraakbeen is, net als op röntgenfoto's, niet zichtbaar.
Artrose is niet te genezen. Wel kunnen er maatregelen getroffen worden waardoor de klachten afnemen, zodat u in het dagelijkse leven zo min mogelijk wordt beperkt. Dit zijn bijvoorbeeld: Oefentherapie om het functioneren van de spieren en gewrichten op peil te houden.
Op röntgenfoto's is alleen het bot zichtbaar, het kraakbeen niet. De foto laat wel zien hoe groot de afstand tussen de botdelen is. Als die te klein is, kunnen we daaruit afleiden dat het kraakbeen dun is of zelfs ontbreekt.
Kraakbeen is weefsel dat moeilijk herstelt. Dit komt doordat er geen bloedvaten of zenuwen in het kraakbeen zitten. Hierdoor kan het kraakbeen ook geen pijn registreren. De pijn die optreedt na kraakbeenschade, komt niet direct van het kraakbeen, maar via de geïrriteerde structuren rondom het kraakbeen.
Bij artrose gaat de kwaliteit van het kraakbeen achteruit.Het kraakbeen wordt dunner en onregelmatig.Daarom wordt artrose ook wel slijtage genoemd, maar dit is niet altijd helemaal juist. Rond het artrotische gewricht vormen zich botknobbels en het gewricht(skapsel) kan ontstoken raken.
Overbelasting door werk of sport is een risicofactor. Of een trauma, waardoor je een gewricht beschadigt. En wat we zeker niet moeten vergeten, is overgewicht. Hoe je het ook wendt of keert, te veel kilo's kunnen ervoor zorgen dat je meer kans hebt op artrose.
Glucosamine en chondroïtine zijn beide supplementen die vaak gecombineerd in een preparaat te vinden zijn. De werking van deze supplementen is dat bepaalde bestandsdelen van het kraakbeen gemakkelijker weer kunnen worden aangemaakt en dat langzaam aan pijn vermindert en de functie beter wordt (Singh et al.
Vitamine C draagt bij aan de opbouw van kraakbeen en Boswellia serrata zorgt voor het behoud van soepele gewrichten*. Zink draagt bij tot een normaal zuur-base evenwicht, wat eveneens goed is voor het behoud van soepele spieren en gewrichten.
Voor het behoud van sterke botten en soepele gewrichten zijn een aantal (voedings)stoffen zoals vitamine D, K, calcium en magnesium belangrijk. Na je 45e gaat de botafbraak sneller dan de botaanmaak en is het dus extra belangrijk om voldoende van deze stoffen binnen te krijgen en voldoende in beweging te blijven.