Bijvoorbeeld door zich ziek te melden of te spijbelen. Faalangst voor een toets resulteert soms zelfs in lichamelijke klachten als braken, hoofdpijn en hartkloppingen. Deze klachten kunnen zelfs vaker voorkomen zonder dat het verklaarbaar is voor artsen.
Faalangst kan grote invloed hebben op jouw dagelijks functioneren. Het kan leiden tot stress en spanningsklachten die op allerlei gebied klachten kunnen geven. Denk aan hoofdpijn, slecht slapen, prikkelbaar zijn of piekeren. Er zijn verschillende manieren waarop mensen met faalangst omgaan.
Faalangst is een aandoening waarbij je continu bang bent om niet goed genoeg te presteren. De oorzaak van faalangst is vaak de angst om waardering te verliezen, te hoge verwachtingen van de omgeving of moeilijkheden door een leerstoornis zoals dyslexie.
Faalangst is in de DSM niet opgenomen als opzichzelfstaande stoornis, maar is desondanks een bekende vorm van angst. Faalangst komt ook vaak voor bij mensen met een sociale- of gegeneraliseerde angststoornis. Je kunt gedachten hebben als: 'Ik ben niet goed genoeg. ', 'Ze vinden me vast niet aardig.
Faalangst kan veel oorzaken hebben. Hoewel faalangst waarschijnlijk ook erfelijk is, kunnen kinderen faalangst ontwikkelen door onzekerheid, een reeks vervelende gebeurtenissen op school of problemen thuis. Ook een stoornis als dyslexie kan een aanleiding zijn om faalangstig te worden.
Ze denken negatief over zichzelf en presteren daardoor vaak onder hun niveau. Hierdoor worden zij bevestigd in het negatieve beeld dat ze van zichzelf hebben en kan een negatieve spiraal ontstaan. Hetzelfde kan gebeuren bij faalangst in sociale situaties.
Iedereen maakt weleens fouten en je mag fouten maken op je werk of in het leven. Bereid je goed voor. Wanneer je jouw taken goed voorbereid, weet je dat er minder dingen verkeerd kunnen gaan. Dit zal je helpen controle te krijgen op de situatie en je faalangst om te zetten in meer zelfvertrouwen.
Er geen energie verspild wordt: alle onnodige verbindingen in jouw hersenen worden verbroken. Het mentale deel en het emotionele deel in jouw hersenen wordt uitgeschakeld. Het wordt dan moeilijk om na te denken of emoties als liefde te ervaren.
Faalangst betekent letterlijk 'de angst om te falen'. Soms wordt het ook wel prestatieangst genoemd. Je bent bang dat je niet kunt voldoen aan eisen die door jezelf zijn opgelegd. Voor iedereen zijn die eisen anders.
Als u altijd erg bang bent voor de reactie of de kritiek van anderen, heeft u misschien een sociale-angststoornis. U bent bijvoorbeeld bang dat u zich belachelijk maakt als u gaat trillen, blozen of zweten. Alleen al de gedachte dat u naar een etentje of feestje zou moeten, geeft grote angst.
Als passief faalangstige spendeer je veel tijd aan andere activiteiten of aan de randvoorwaarden van het studeren, zonder echt te studeren.
Bij een beetje onzekerheid is er geen reden om naar een psycholoog te gaan. Als je echt zó onzeker bent of te negatief bent over jezelf dat je sociale leven eronder lijdt, is het raadzaam hulp te zoeken. Door middel van cognitieve gedragstherapie kun je positiever leren denken en doen.
In je brein is er een verbinding gemaakt tussen de gebeurtenis (die wiskunde toets) die je als totale mislukking hebt ervaren, en de emotie (faalangst).
Overactieve amygdala kalmeren en resetten
Gelukkig zijn er verschillende manieren om dit hersengebied te kalmeren, door het duidelijk te maken dat er geen acuut gevaar dreigt. Denk hierbij met name aan activiteiten die je parasympatische zenuwstelsel stimuleren, zoals yoga, mediteren en wandelen in de natuur.
Bij negatieve faalangst blijf je alleen maar denken aan wat er fout kan gaan. Dat werkt verlammend. Je probeert het niet eens meer, en bereikt dus ook geen succes. Hieronder hebben we het over deze negatieve faalangst.
Faalangst wordt in de DSM-5 niet als een aparte aandoening opgenomen, maar meestal als een onderdeel van sociale angst of gegeneraliseerde angst beschouwd. Hierbij wordt dan vaak verwezen naar 'testangst' of 'prestatieangst' (American Psychiatric Association, 2014).
Hoeveel mensen hebben last van faalangst? Onderzoek wijst steeds weer uit dat tussen de 10% en 13% van alle jongeren tussen 12 en 14 jaar last hebben van faalangst. Vlaams onderzoek noemt bij kinderen van 10/11 jaar een percentage van 8%.
Meestal zijn er bij faalangst lichamelijke signalen te herkennen vlak voordat je kind een stressvolle taak moet voltooien. Dit zijn onder andere zweten, een rood gezicht krijgen, hartkloppingen, hoofdpijn, buikpijn en diarree. Maar je kunt het ook merken aan het gedrag van je kind.
Een kind met faalangst denkt dat hij/zij iets niet kan en dat hetgeen wat van hen verwacht wordt zal mislukken. Leerlingen met faalangst hebben vaak een negatief zelfbeeld. De angst om te mislukken bepaalt hun denken. Ze zijn gefixeerd op het negatieve en geloven niet snel dat ze iets goed kunnen doen.