Na het eerste leerjaar B kunnen de leerlingen naar 2A (mits gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad), 2B of naar het 1ste leerjaar A. Als uw kind hulp nodig heeft omwille van een handicap, leerstoornissen of gedragsproblematiek, dan kan het starten in het buitengewoon secundair onderwijs.
Je kind kan naar het 1ste leerjaar B. Daar krijgt het meer onderwijs op maat, zodat het bepaalde vaardigheden of kennis beter onder de knie krijgt. Na een geslaagd 1ste leerjaar B kan het nog naar het 1ste leerjaar A gaan, of - met een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad - naar het 2de leerjaar A.
Overstappen van 1A naar 1B, van 2A naar 2B, van 2B naar 2A of veranderen van basisoptie kan gedurende het hele schooljaar maar enkel na akkoord van de toelatingsklassenraad. In de tweede en derde graad kan men veranderen van studierichting tot en met 15 januari.
Ja, dat mag. Als je minstens 18 jaar, en dus meerderjarig bent, mag je jezelf inschrijven in een school en dus je eigen richting kiezen.
SO: Eerste graad
De 1e graad bestaat uit 2 leerjaren: 1A en 1B. Je start automatisch in 1A als je je getuigschrift basisonderwijs hebt behaald. Je start automatisch in 1B als je dit getuigschrift niet hebt behaald. Je bouwt verder op wat je geleerd hebt in de lagere school.
Na het eerste leerjaar B kunnen de leerlingen naar 2A (mits gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad), 2B of naar het 1ste leerjaar A. Als uw kind hulp nodig heeft omwille van een handicap, leerstoornissen of gedragsproblematiek, dan kan het starten in het buitengewoon secundair onderwijs.
De A-stroom is dus bedoeld als een grote gemeenschappelijke brede eerste graad, de b-stroom voor een kleine groep leerlingen met specifieke noden (bijvoorbeeld niet geslaagd in het lager onderwijs).
Het ASO legt vooral een stevige basis voor het volgen van hoger onderwijs en de meesten kiezen er dan ook voor om verder te studeren na het ASO. In het technisch secundair onderwijs (TSO) gaat de aandacht vooral naar algemene en technisch-theoretische vakken.
Het kan zijn dat je kind in het secundair onderwijs wil veranderen van studierichting, onderwijsvorm (ASO, TSO, KSO, BSO) of leerjaar. Dit kan in dezelfde school zijn maar ook als je kind van school verandert. Dit is wel aan een aantal voorwaarden gebonden.
Aanpassingen aan BSO-diploma
Jongeren die vandaag het 6de jaar BSO afronden krijgen een getuigschrift. Pas na een extra 7de jaar halen BSO-studenten een diploma Secundair Onderwijs. Dat diploma is meteen hun toegangsticket tot de hogeschool of de universiteit.
De school moet schriftelijk motiveren waarom u een B-attest krijgt. Wilt u toch het leerjaar overdoen, dan moet de delibererende klassenraad hiermee akkoord gaan. Kreeg u een B-attest met uitgebreide clausulering dan mag u altijd overzitten als u dat wil.
Een B-attest betekent dat je geslaagd bent, maar voor 1 of meer vakken minder goede resultaten haalde. De klassenraad beslist dat je uitgesloten wordt van 1 of meer studierichtingen/basisopties. De school moet schriftelijk motiveren waarom je een B-attest krijgt.
Leerkrachten zouden vaker kleinere toetsen moeten geven, zo onthoud je de dingen beter. Blijven zitten demotiveert en helpt leerlingen niet. Blijven zitten voor maar 1 vak is al helemaal belachelijk! Toetsen moeten ook gaan over relevante leerstof en hoeven niet te bulken van de instinkers.
Voor A-vakken moet je altijd slagen door 50% te halen. Bij B-vakken is er na een buis kans op deliberatie. Zo kan je met minder dan 50% toch slagen voor die vakken.
Vijfdejaars kunnen herexamen doen bij Examencommissie om alsnog over te gaan. Leerlingen die in het vijfde middelbaar buizen voor een vak zouden voortaan herexamen kunnen afleggen bij de Examencommissie en zo toch naar het volgende jaar kunnen overgaan. Dat heeft VRT Nieuws vernomen.
Bent u geslaagd voor alle vakken? Dan krijgt u uw getuigschrift of diploma. voor maximum 3 B-vakken minder dan 50% behaalt, én voor alle B-vakken samen niet meer buispunten hebt dan het aantal B-vakken dat u hebt afgelegd. Een vrijstelling geldt niet als een afgelegd vak en telt dus niet mee in het aantal B-vakken.
Enkel in de 3e graad kunnen er meer leerjaren georganiseerd worden (specialisatiejaren BSO, voorbereidende jaren op het hoger onderwijs, Se-n-Se in TSO en KSO). In het ASO, KSO en TSO behaal je je diploma SO nadat je 6 leerjaren succesvol hebt gevolgd.
Na het KSO kan de jongere een beroep uitoefenen of overstappen naar het hoger onderwijs. Het TSO besteedt aandacht aan algemene en technisch-theoretische vakken. Na het TSO kan de jongere een beroep uitoefenen of overstappen naar het hoger onderwijs. Bij deze opleiding horen ook praktijktlessen.
Gevolgen zittenblijven
Het gevolg van zittenblijven is dat een leerling een jaar langer doet over de schoolloopbaan. Een leerling in het basisonderwijs stroomt een jaar later door naar het voortgezet onderwijs. Een leerling in het voortgezet onderwijs stroomt een jaar later door naar het mbo, hbo of wo.
In het BSO bestaan heel wat 7e jaren (derde leerjaren van de derde graad BSO). Het volgen van zo'n jaar levert je niet alleen een doorgedreven specialisatie in je vakdomein, maar ook een diploma secundair onderwijs.
Deze opleiding wil getalenteerde jongeren de kans bieden sport en studie te combineren en op beide vlakken zo hoog mogelijk te scoren; dit is de uitdaging van iedere topsportstudent in iedere topsportschool. Dit kan ook op BSO-niveau.
Ja, dat mag. Elke leerling met een diploma secundair onderwijs (aso, bso, kso, tso) mag naar het hoger onderwijs. Let op: als je een richting volgt in het beroepsonderwijs (bso) dan moet je eerst een specialisatiejaar (7e jaar) volgen om je diploma te halen en te kunnen verder studeren.
Na de basisschool gaan leerlingen naar het voortgezet onderwijs. Het niveau waarmee kinderen instromen in het voortgezet onderwijs is afhankelijk van het schooladvies van de basisschool. Het voortgezet onderwijs kent vier niveaus: vmbo, havo, vwo en praktijkonderwijs.