In het kort. Als je diabetes hebt, kan het soms zo zijn dat je ineens vaak moet plassen, dat je dorst hebt, hoofdpijn krijgt of misselijk wordt. Er zit dan teveel suiker (glucose) in je bloed. Je hebt dan een hyper.
Wanneer u last heeft van een te lage bloedglucose (hypoglykemie) kunnen de volgende klachten zich voordoen: trillen, transpireren, bleekheid, duizeligheid, slap gevoel, vermoeidheid, spraakstoornissen, concentratiestoornissen, verwardheid, hoofdpijn, hartkloppingen, tintelingen, slecht zien, misselijkheid, honger, ...
Klachten / symptomen hyper
Door een hoge bloedsuikerspiegel kunnen er klachten ontstaan: u hebt veel dorst. u moet veel plassen. u voelt zich moe en lusteloos.
Diabetes, suikerziekte, is een onzichtbare ziekte. Je kunt er jaren mee rondlopen zonder dat je het merkt. De symptomen van diabetes zijn vaag en veel mensen hebben nauwelijks klachten. Laat ontdekken van diabetes is levensgevaarlijk.
veel dorst en last hebben van een droge mond. veel plassen. veel moe zijn. last van ogen, zoals wazig zien.
Een te hoge bloedsuiker is niet direct gevaarlijk voor uw gezondheid. Drink elke dag 1,5 tot 2 liter: water, thee of koffie zonder suiker. Eet gezond en beweeg veel. Blijf uw medicijnen nemen.
Deskundigen adviseren mensen met diabetes om te kiezen voor dranken die weinig tot geen suiker bevatten. Daarom zijn onze suikervrije dranken, zoals Coca‑Cola light, Coca‑Cola zero sugar, Sprite en Chaudfontaine Fusion geschikt voor diabetici.
Van suiker krijg je niet zomaar diabetes. Door andere oorzaken gaat er in het lichaam wat mis. Toch kan suiker wel degelijk bijdragen aan de ontwikkeling van diabetes type 2. Te veel suiker kan namelijk leiden tot overgewicht.
Gemiddeld hebben mensen met diabetes type 1 twee tot drie keer per week een hypo, een te lage bloedsuikerspiegel. Normaal gesproken herken je een hypo op tijd aan klachten zoals zweten, trillen, hartkloppingen en een hongergevoel. Sommige mensen voelen een hypo na verloop van tijd niet meer aankomen.
Soort voedsel
Vooral (dierlijke) vetten, transvetten en suikers kunnen misselijkheid veroorzaken na het eten. Tip: als dit bij jou het geval is doe je er verstandig aan om verzadigde vetten en (geraffineerde) suikers zo veel mogelijk te mijden of met mate te eten.
Braken kan een teken zijn dat uw lichaam aan het verzuren is als gevolg van hoge bloedglucosewaarden. Dit wordt veroorzaakt door een insulinetekort. Als u regelmatig moet braken kan het zijn dat u onvoldoende koolhydraten binnenkrijgt waardoor de bloedglucosewaarde te ver daalt.
Wat diëtist Harriët Verkoelen betreft is de stelregel: meer groente, minder fruit bij diabetes type 2. Fruit zorgt er namelijk voor dat je bloedsuikers de hoogte in vliegen, legt ze uit. Zeker als je een banaan of trosje druiven (125 gram) neemt waar al snel vier suikerklontjes inzitten.
Hoe kun je al simpel koolhydraten beperken? Hoeveel koolhydraten je moet eten, hangt af van je eetpatroon en je energieverbruik. Stel, je eet vijf boterhammen, een flinke avondmaaltijd en een paar tussendoortjes zoals fruit of een biscuitje en zuivel. Dat is al snel 160-180 gram koolhydraten per dag.
Hartig beleg bevat geen koolhydraten. Kies bijvoorbeeld voor: kaas, smeerkaas, cottage cheese/Hüttenkäse, Zwitserse strooikaas. Of kies voor vleeswaren. Magere soorten hebben hierbij de voorkeur, omdat vette soorten veel verzadigd (ongunstig) vet bevatten.
Bij stress komen er extra hormonen in je lichaam. De chronische verhoging van stresshormonen zorgt er waarschijnlijk voor dat het lichaam minder goed reageert op insuline. Daardoor raakt de bloedsuikerspiegel van slag. Mensen met veel stress kunnen vatbaarder zijn om diabetes te krijgen.
Koffie verlaagt het risico op diabetes type 2. Maar als je diabetes hebt kan koffie met cafeïne de bloedsuiker verhogen. Thee kan diabetes type 2 voorkomen en is ook gezond voor mensen met diabetes.
Als er suiker in de urine gevonden wordt, gebeurt best onmiddellijk een bepaling van het suikergehalte in het bloed. Dit kan tijdens de raadpleging met een vingerprik of met een gewone bloedname. De resultaten van een nuchtere en/of niet-nuchtere bloedname wijzen uit of diabetes waarschijnlijk is of niet.
Testen op diabetes kan het beste bij de huisarts. Die kan met een vingerprik een druppel bloed afnemen en het bloedsuikergehalte daarin meten. Vaak gebeurt het ook met een buisje bloed in een laboratorium. Soms houden apotheken actieweken waarbij je je gratis kunt laten testen.
Onderzoek laat zien dat kinderen met diabetes type 1 gemiddeld iets achterblijven ten opzichte van leeftijdsgenoten. Ze komen bijvoorbeeld iets minder sterk uit hun woorden, zijn sneller afgeleid en moeten langer nadenken.
Bij diabetes type 2 is de sterftekans voor mensen van 45 jaar tot 60 jaar ongeveer twee keer zo groot als voor mensen zonder diabetes. Ook hier neemt het verschil af naarmate ze ouder worden.