Bij ongeveer 5% van de mensen met kanker is de aanleg voor de ziekte erfelijk. Aanleg betekent dat er sprake is van een verandering (mutatie) in het DNA. Een Erfelijke aanleg kan van ouder op kind worden doorgegeven. Gelukkig krijgt niet iedereen met een erfelijke aanleg voor kanker ook altijd zelf kanker.
Kan ik mijn partner besmetten met kanker? Nee. Kanker is niet besmettelijk.
Is kanker besmettelijk? Geen enkele soort kanker is besmettelijk. Ook lichaamsproducten als bijvoorbeeld slijm, bloed, urine of ontlasting vormen geen enkel risico.
Kanker ontstaat vaak zonder dat je het in de gaten hebt. Gelukkig is het in sommige gevallen mogelijk om de ziekte op tijd op te merken. Dat vergroot de kans op een succesvolle behandeling. Daarom werkt KWF aan manieren om kanker beter en eerder op te sporen.
Met bepaalde vormen van kanker, zoals prostaatkanker, kun je lang rondlopen zonder dat je er iets van merkt. Of kanker pijn gaat doen hangt af van welke organen worden aangetast en hoeveel zenuwen daarbij worden geprikkeld.
Tijdens de behandeling met chemotherapie mag je gewoon zoenen, vrijen of gemeenschap hebben. Je partner of sekspartner wordt daar niet ziek van. Ook tongzoenen is niet schadelijk. Wel is het verstandig om tijdens de chemokuur en in de week daarna bij het vrijen een condoom te gebruiken.
Praat met de huisarts
Vraag je je af of jij (of jouw familie) een erfelijke aanleg voor kanker kan hebben? Bespreek dit dan met de huisarts. Als de huisarts vermoedt dat er sprake kan zijn van een aanleg voor kanker, zal hij of zij je verwijzen naar de klinisch geneticus.
Een tumor is meestal onregelmatig van vorm en voelt heel hard aan, want bestaat uit vast weefsel. Ook een jonge volwassene (tot 40 jaar) kan klierzwellingen hebben ten gevolge van een infectie.
T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid.
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
Oud worden is 25 procent erfelijk, 75 procent afhankelijk van leefstijl en omgeving. Een lang en gezond leven. Door iedereen gewenst, niet voor iedereen weggelegd. De levensverwachting van de mens is de afgelopen twee eeuwen spectaculair toegenomen, maar er bestaan grote verschillen als het gaat om veroudering.
Zorgen voor een familielid met kanker: mantelzorg
Door hem of haar naar het ziekenhuis te brengen, thuis te verzorgen of het huishouden op je te nemen. Dat heet mantelzorg. Zorgen voor iemand in je familie kan je een goed gevoel geven. Ook kan het de band met de ander versterken.
Persoonlijke hygiëne is belangrijk om contact met afvalstoffen van de chemotherapie via uw uitscheidingsproducten te minimaliseren. Wij adviseren u om 1x per dag onder de douche of in bad te gaan en goed uw handen te wassen na uw toiletbezoek.
Velen denken dat (langdurige) stress kanker kan veroorzaken. Er is intussen veel onderzoek gedaan, maar tot nog toe is niet gebleken dat er een rechtstreeks verband is tussen stress en het ontstaan van kanker. Evenmin is gebleken dat er een verband zou bestaan tussen positief denken en het genezen van kanker.
Dat gebeurt bijvoorbeeld via je ontlasting, urine, zweet en braaksel. Hoe lang dit precies duurt, verschilt per chemo en kan variëren van 1 dag tot soms wel een week. In de periode dat de chemo je lichaam verlaat, kunnen jij en anderen het best niet te veel in contact te komen met dit lichaamsvocht.
Bijvoorbeeld bij erfelijke aanleg voor kanker. Niet iedereen met de aanleg (mutatie) krijgt kanker. Het kan dan lijken alsof het een generatie heeft overgeslagen. Maar het gen zelf heeft geen generatie overgeslagen.
Bij de bevruchting smelt de ei- en zaadcel samen en bevat het nieuwe wezen zo weer 46 chromosomen, 23 van zijn vader (de zaadcel) en 23 van mijn moeder (de eicel). Voor iedere erfelijke eigenschap heb je 2 genen, 1 van je vader en 1 van je moeder.
Een gen is een stukje DNA. Elk gen beschrijft de code van een kenmerk, die (mee)bepaalt hoe je er uit ziet, hoe je lichaam werkt of hoe je bent. Er zijn in totaal zo'n 20.000 genen. We weten van maar ongeveer een kwart welke rol ze spelen bij bepaalde aandoeningen.
Soms is er een bepaalde combinatie van soorten kanker in een familie. Dat kan bijvoorbeeld bij een erfelijk (tumor)syndroom. Hierbij kunnen ook goedaardige tumoren ontstaan. Bij een erfelijke aanleg voor kanker komt de kanker vaak ook op jongere leeftijd dan niet-erfelijke kanker.
slikklachten, zoals moeilijk kunnen slikken, pijn bij het slikken of vaak verslikken. veel slijm in de keel. het gevoel dat er iets blijft hangen in de keel. klachten aan 1 of beide oren, zoals dichte oren, slecht horen, pijn die van de keel naar de oren straalt.
Het hangt onder andere af van je conditie vóór de behandeling, van je leeftijd en of je nog andere ziekten hebt. Ook speelt mee welk soort chemotherapie je krijgt. De ene chemokuur is zwaarder dan de andere chemokuur. Bespreek met je arts of verpleegkundige wat je kunt verwachten.
Nee, kanker opsporen met alleen een bloedafname, zonder te zoeken naar een specifieke kanker, kan niet. Als een arts een bepaalde kanker vermoedt, kan hij in een aantal gevallen wel (proberen) die op te sporen in het bloed. Meestal volstaat een bloedonderzoek echter niet.
Voordat zo'n uitzaaiing zichtbaar wordt moeten er enkele jaren verstrijken. Na vijf (of soms tien jaar) tumorvrij te zijn, gaat men ervan uit dat er geen uitzaaiingen waren. In feite was iemand dus al genezen op het moment dat de behandeling was gestopt. Het kan ook dat de kanker 'terugkomt'.