Belediging laat zich omschrijven als een opzettelijke uitlating waardoor iemand in een kwaad, ongunstig daglicht is gesteld. Dit kan via woord, schriftelijk of per beeld. Het kan ook een gedraging zijn. Denk aan het opsteken van de middelvinger.
U wordt niet direct vervolgd bij een belediging, het is een klachtdelict. Dit betekent dat iemand eerst aangifte moet doen, voordat wordt overgegaan tot vervolging. In veel gevallen zal degene tegen wie u de belediging geuit heeft dit niet doen.
Belediging wordt normaal gesproken enkel bestraft indien er aangifte is gedaan. De maximumstraf die de rechter kan opleggen is drie maanden gevangenisstraf of een geldboete van de tweede categorie (3.900 euro). De uiteindelijke gevangenisstraf of geldboete zal afhangen van de ernst van het gepleegde delict.
er is geen bewijs of onvoldoende bewijs. het belang van de aangifte is te klein. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een gestolen fiets. er is al te veel tijd verstreken sinds het strafbare feit is gepleegd.
Van eenvoudige belediging is sprake als een dader een ander mondeling, schriftelijk of door een feitelijkheid opzettelijk aanrand in eer of goede naam. Voorbeelden van eenvoudige belediging zijn het grof uitschelden van iemand, het opsteken van een middelvinger of het spugen in het gezicht.
Doe aangifte bij de politie
Maak dan een melding bij de politie. Dit helpt u bij het verzamelen van bewijs. U kunt dan later bewijzen dat u al langer last heeft van smaad of laster.
Belediging is het opzettelijk aantasten van iemands eer of goede naam. Beledigen kan mondeling of schriftelijk plaatsvinden, maar ook door bijvoorbeeld afbeeldingen (cartoons). Belediging is strafbaar maar kan ook een civiele.
Dus enkel wanneer u iemands goede naam aantast door onware feiten bent u strafbaar op grond van laster. Wanneer u de waarheid vertelt en iemands goede naam aantast, kan dit smaad zijn. Op het plegen van laster is een maximale straf gesteld van twee jaren gevangenisstraf of een boete van de vierde categorie.
Bedreigingen met bijvoorbeeld gewone mishandeling (zoals: 'ik sla je in je gezicht') of diefstal zijn daarom niet strafbaar. In andere wetsartikelen in het Wetboek van Strafrecht is soms wel bepaald dat de bedreiging met andere delicten ook strafbaar is.
Tegenwoordig heerst er enige verwarring over wat men nou wel of niet mag zeggen tegen een agent. Een agent is een ambtenaar in functie en in beginsel is het strafbaar om deze te beledigen. Burgers mogen elkaar overigens ook niet beledigen, maar voor het beledigen van een agent geldt een hogere straf.
Absolute klachtdelicten
meineed, belediging (niet zijnde gericht tegen opsporingsambtenaar of openbaar gezag), schending geheimen, schaking, bedreiging met smaad, belaging, afdreiging en bepaalde drukpersmisdrijven.
Laster is verwant aan het leerstuk van smaad. Waar het bij smaad gaat om het in het openbaar iemand beschuldigen van feiten die waar zijn (met doel om naam en eer aan te tasten), gaat het bij laster om het zwartmaken van iemands reputatie door hem te beschuldigen van zaken die niet waar zijn.
Artikel 266 Sr stelt eenvoudige belediging strafbaar. Qua strafmaat is het één der lichtste misdrijven van het Tweede Boek van het WvSr. Er kan ten hoogste drie maanden gevan- genisstraf worden opgelegd en/of een geldboete van maximaal 5000 gulden.
Voorbeeld. Feedback geven: Ik zie dat je de gegevens te laat hebt opgeleverd. Ik merk dat ik mij nu onrustig voel. Iemand aanspreken: Ik vind het onprofessioneel dat je de gegevens een dag later dan afgesproken oplevert.
Valt collega's niet af en zeker niet tegenover anderen of in het openbaar maar spreekt eigen gevoelens direct uit naar de collega die het betreft. Gaat op grond van gelijkwaardigheid om met anderen. Komt afspraken na. Houdt rekening met collega's.
Aangifte van bedreiging of intimidatie doe je als iemand je bedreigt met de dood, met ernstig letsel, verkrachting of aanranding. Je kunt op verschillende manieren bedreigd worden. Bijvoorbeeld op werk, op straat of via social media.
De officier van justitie behandelt
Dan geeft de politie de zaak door aan de officier van justitie. De officier van justitie behandelt de zaak verder. Je ontvangt een brief van het Openbaar Ministerie met het formulier 'Gegevens slachtoffer' en Wensenformulier.
Er is sprake van een verschil tussen een klacht en een aangifte. De politie is op grond van artikel 163 lid 6 en artikel 165 lid 1 Wetboek van Strafvordering verplicht de aangifte of klacht in ontvangst te nemen. In de praktijk komt het echter vrijwel niet voor dat de politie weigert om een klacht op te nemen.