Je kunt een wrat laten weghalen door hem te bevriezen, verbranden of uit te lepelen. Wegsnijden is ook mogelijk, maar dat wordt bijna niet meer gedaan.
Na het verwijderen van de wrat wordt het wondje dichtgeschroeid. Nadeel van deze methode is de kans op blijvende littekens. Het wegsnijden van wratten is niet altijd effectief. De wratten kunnen na wegsnijden terugkomen.
De behandeling kan bestaan uit zalf of tinctuur, uitlepelen of aanstippen met vloeibare stikstof. Bij het aanstippen met vloeibare stikstof wordt de wrat bevroren, er ontstaat een blaar onder de wrat en na 1 à 2 weken valt de wrat eraf. De behandeling is wel pijnlijk en moet nogal eens herhaald worden.
Het virus verspreidt zich door huid-huid contact, vooral wanneer een wrat opengekrabt is: het virus kan dan makkelijker naar buiten. Op deze manier worden anderen met het virus besmet, of worden bij de 'patiënt' zelf andere huiddelen geïnfecteerd.
Uitlepelen (excochleatie) en wegsnijden
Soms worden wratten, vooral draadvormige wratten, onder plaatselijke verdoving 'weggelepeld' of gesneden. Hierna wordt het wondgebied dichtgeschroeid (gecoaguleerd). De wond geneest in ongeveer 2 weken.
Voetwratten zijn vaak hardnekkig en groeien diep in de huid door de druk op de voetzool. De vlakke wrat (verruca plana) is een glad, plat en slechts enkele millimeters groot, met huidkleurig / roze of lichtbruin bobbeltje. Vaak zijn er veel tegelijk. Ze komen vooral voor op het gezicht, onderarmen, handruggen en benen.
Wratten zijn goedaardige huidgezwelletjes. Ze worden veroorzaakt door het humaan papillomavirus (HPV). Er bestaan meer dan 100 verschillende soorten HPV. Sommige veroorzaken wratten op de huid of slijmvliezen, andere liggen mee aan de basis van baarmoederhalskanker.
Wratten hoeven alleen behandeld te worden als u er veel last van heeft. Voetwratten bijvoorbeeld kunnen pijn doen bij staan of lopen. Wratten kunt u zelf insmeren met salicylzuurzalf of laten bevriezen bij de huisarts. De behandeling van een wrat geeft vaak meer klachten dan de wrat zelf.
Wratten hebben geen 'wortel' waardoor ze weer zouden kunnen aangroeien. Het is verstandig in de volgende gevallen een arts te raadplegen: Bij wratten die spontaan gaan bloeden of plotseling van kleur of grootte veranderen. Bij wratten die op of rond de geslachtsorganen zitten.
Wratten zijn niet kwaadaardig en behandelen is niet nodig. Als gewone wratten en ouderdomswratten wratten klachten geven, is behandeling mogelijk door afschrapen, bevriezen met vloeibare stikstof, wegsnijden of elektrisch wegbranden. Vaak krijgt u hierbij een verdoving. Waterwratjes verdwijnen meestal vanzelf.
Het is ook raadzaam om de wrat af te vijlen met een nagelvijl of puimsteen (deel deze niet met anderen) voor de behandeling. Herhaal dit eens in de week. Laat de wrat elke keer even inweken voordat je hem behandelt, zodat de wrat zachter wordt.
Soms zijn in het midden van de wrat zwarte stipjes zichtbaar. Dit zijn haarvaten die de wrat van bloed voorzien. Ze wijzen er vaak op dat de wrat op het punt staat te verdwijnen.
Wratten verwijderen doet pijn. Dit komt doordat bevriezing dezelfde pijnsensatie geeft als een brandwondje. Kinderen moeten hierop worden voorbereid door de ouders. Het aanstippen van de wrat met vloeibare stikstof wordt cryotherapie (bevriezing) genoemd.
Hoe lang blijven wratten bestaan? Bij tachtig procent van de mensen zijn de wratten binnen één jaar geheel verdwenen. Bij twintig procent van de mensen duurt het echter langer, soms vele jaren, voordat alle wratten zijn verdwenen.
Zink helpt bij de aanmaak van nieuw collageen en helpt zo tegen ontstekingen (acne), rimpels, striae, schade door de zon, wratten en haaruitval. Goede plantaardige bronnen van zink zijn o.a.: pompoenzaden, zonnebloempitten, sesamzaden, cashewnoten, kikkererwten, bonen en spinazie.
Wratten ontstaan door een infectie van de huid met een virus, dit virus is besmettelijk. Wratten verdwijnen meestal vanzelf. Je kunt wratten verwijderen door ze te bevriezen (aanstippen), weg te snijden of weg te branden. Een salicylzuurzalf helpt wratten te verminderen.
Waar gewone wratten op andere lichaamsdelen voornamelijk naar buiten groeien, groeit een voetwrat meestal naar binnen. Dit komt omdat de wrat tijdens het lopen naar binnen wordt gedrukt.
Wratten zijn besmettelijk: ze worden doorgegeven via contact met een persoon die wratten heeft, bijvoorbeeld als kinderen samen in bad gaan. Er is weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de concrete manieren van verspreiding. Wel staat vast dat je meer risico loopt als je een huidwondje hebt.
Wrattenbehandeling met stikstof
Een grote wattip gaat in het vaatje en wordt vervolgens op de wrat gedrukt. Stikstof bevriest de wrat en de huid eromheen, waardoor de wrat afsterft. Er ontstaat meestal een blaar die binnen een week verdwijnt. Bevriezing geeft dezelfde pijn als een brandwondje.
Meestal wordt de wrat of voetwrat gedurende ongeveer zes dagen met een stukje tape bedekt. Daarna wordt de tape verwijderd, de wrat geweekt en het dode weefsel met een puimsteen of kartonnen nagelvijltje weggevijld. Dat proces wordt herhaald tot de wrat verdwenen is, wat tot twee maanden kan duren.
De wrat is een glad, vlak en slechts enkele millimeters groot, huidkleurig of lichtbruin bobbeltje. Gewoonlijk zijn ze in groten getale aanwezig en komen ze voornamelijk op het gezicht, armen en benen voor. De verruca filiformis is een vingervormige uitstulping van de huid op een smalle steel.
Wratten zijn kleine huidgezwelletjes die door het humaan papillomavirus (HPV) worden veroorzaakt. HPV veroorzaakt een woekering van harde proteïnen (keratine) in de bovenlaag van de huid, zodat kleine, onregelmatige bultjes ontstaan die ruw aanvoelen.
Een ontstoken wrat kan een paar dagen worden afgeplakt met een pleister om verspreiding te beperken. Eventueel kunt u de wrat uitdrukken of aanprikken met een houten prikker en vervolgens desinfecteren met povidonjodium. Het risico op genezing met littekenvorming neemt dan wel toe.
Bij heel uitgebreide wratten wordt soms een aantal maanden de tablet Neotigason, een afgeleide van vitamine A-zuur, voorgeschreven om de woekering van het wratweefsel tegen te gaan en zelfs te doen verdwijnen.