Als de vader het DNA-onderzoek weigert, kan de rechter het DNA-onderzoek bij hem afdwingen. Met de vaderschapstest, of anders gezegd: de vaststelling van het vaderschap bij de rechtbank, kun je de wettelijke band laten bepalen tussen de biologische vader en het kind.
Kan je een opgelegde DNA-test weigeren in een vaderschapsbetwisting? In principe wel. Een persoon kan niet verplicht worden om een deskundigenonderzoek op zijn persoon, zoals een DNA-onderzoek, te ondergaan.
Het is niet mogelijk om iemand te dwingen DNA af te staan voor onderzoek. Een kind heeft echter ook het recht om te weten wie zijn of haar echte vader is en om te weten van wie het afstamt.
Als de moeder niet vrijwillig meewerkt aan de afname van de DNA-test bij het kind, kan de DNA-test afgedwongen worden door middel van een procedure die gevoerd wordt voor de bevoegde familierechter. Indien hij dit opportuun acht, zal de rechter een geneesheer aanduiden die de DNA-test uitvoert.
Niet alleen de biologische vader, maar ook een persoon die het kind niet verwekt heeft, kan een kind erkennen. Dan moet er wel aan een aantal voorwaarden voldaan zijn: De man die het kind erkent, moet 16 jaar of ouder zijn. De moeder of het kind moet vooraf schriftelijk toestemming geven.
De ouder zonder gezag heeft geen recht op inzage of afschrift, maar enkel recht op informatie op basis van het dossier. Die informatie mag mondeling en/of op schrift worden verstrekt. Verder mag de ouder zonder gezag geen informatie ontvangen die de ouder met gezag ook niet mag ontvangen.
De erkenning van een kind door de biologische vader kunt u niet ongedaan maken. Is de erkenner niet de biologische vader van het kind? Dan kan de rechter de erkenning soms terugdraaien. De moeder, vader of het kind vraagt dan om vernietiging van de erkenning.
Als een vader zijn kind (nog) niet heeft erkend, maar wel betrokken is bij de verzorging en opvoeding, kan hij aanspraak maken op bepaalde rechten, zoals het recht op contact met zijn kind. Er is in dat geval namelijk sprake van “family life”. Dit is vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Juridisch gezien hebben zowel de biologische vader als de juridische vader (na erkenning) recht op omgang met het kind. Ook als je als biologische vader het kind niet hebt erkend heb je recht op omgang. Dit is wettelijk vastgelegd. De omgang van de ouders met het kind wordt doorgaans vastgelegd in een ouderschapsplan.
De vader kan door de moeder niet verplicht worden het kind te erkennen. Wel kan zij gerechtelijk laten vaststellen wie de verwekker is, aan de hand van DNA test. De rechter kan een DNA test bevelen, in het belang van het kind. In zoverre moet de vader dus een inbreuk dulden op zijn integriteit.
Alleen door DNA-onderzoek kun je weten of je biologisch familie van elkaar bent. Dit onderzoek heet een vaderschapstest of verwantschapstest. Hoe meer je aan elkaar verwant bent, en hoe meer familieleden er mee doen, hoe makkelijker het is om de familieband vast te stellen.
Bij een vaderschapstest kan worden vastgesteld of iemand de echte (biologische) vader is van een kind. Bij deze test wordt het DNA-materiaal van de vermoedelijke vader en het DNA-materiaal van het kind geanalyseerd en met elkaar vergeleken. Met de uitslag van de test wordt het vaderschap aangetoond of uitgesloten.
In Nederland kun je een vaderschapstest krijgen vanaf ongeveer € 185, maar dit bedrag loopt al snel op als je er gerechtelijke erkenning bij wilt. Een prenatale vaderschapstest kan wel € 1.249 kosten. Andere verwantschapstesten zitten qua kosten meestal tussen deze twee bedragen in.
Het DNA-onderzoek is een deskundigen-onderzoek. In het kort betekent dit dat beide partijen in principe de helft van de kosten betalen, tenzij de rechter anders beslist.
Het kind opvoeden en verzorgen
In de wet staat dat u moet zorgen voor het lichamelijke en geestelijke welzijn van uw kind. En dat u het moet helpen om zijn of haar persoonlijkheid te ontwikkelen. U mag het kind niet mishandelen. En u moet de band van het kind met de andere ouder bevorderen.
Recht op omgang met je kind is dus een wettelijk recht voor vaders. De wet geeft aan dat alleen in uitzonderlijke gevallen dit recht van vader op een omgangsregeling kan komen te vervallen. Moeder kan niet zomaar een omgangsregeling van vader weigeren en het kind weghouden bij vader.
U heeft als partner recht op 1 werkweek geboorteverlof als uw vrouw of partner is bevallen. Het maakt niet uit of u fulltime of parttime werkt. Geboorteverlof wordt ook wel kraamverlof, partnerverlof of vaderschapsverlof genoemd.
Veelal zal dit ook worden toegekend. De hoofdregel is namelijk dat gezamenlijk gezag in het in het belang van het kind is. Conclusie is dat vaders net zoveel recht op gezag hebben als moeders.
Ontkenning van het vaderschap kan alleen onder de volgende voorwaarden: de wettelijke vader is niet de biologische vader van het kind; de moeder is niet eerlijk geweest over de verwekker van het kind.
Wenst de vader het kind niet te erkennen, dan kan de moeder een procedure starten tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap. Dit komt vaak aan de orde in het kader van een eventuele alimentatieplicht.
Bent u getrouwd of heeft u een geregistreerd partnerschap? Dan krijgen beide ouders samen gezag over een kind. Is dit niet zo, dan krijgt alleen de moeder automatisch gezag. Om gezag te krijgen of hebben, mag u niet jonger zijn dan 18 jaar, onder curatele staan of een geestelijke stoornis hebben.
Omvang omgangsregeling in de praktijk
Anders dan eens wordt gedacht, bestaat er in de praktijk in principe geen 'minimale omgangsregeling'. Dit komt omdat de omvang van de omgang afhangt van alle omstandigheden van het geval.
U moet hiervoor een verzoek tot verkrijgen van gezag indienen bij de rechtbank. De rechter zal het verzoek alleen bij hoge uitzondering inwilligen, als dat voor uw kind echt nodig is. Nadat het gezamenlijk gezag stopt, moet de andere ouder nog steeds meebetalen aan de opvoeding en verzorging van het kind.
Gezag andere ouder stoppen
De rechter stopt het gezamenlijk gezag alleen als het in het belang is van het kind. De rechter bepaalt ook wie van u het gezag dan krijgt. Heeft u meer kinderen, dan bepaalt de rechter voor ieder kind apart wie het ouderlijk gezag krijgt.