Ontstekingsprocessen hebben een verhoogde stofwisseling en kunnen met de PET-scan afgebeeld worden. Met de CT-scan kan de exacte locatie van de ontstekingsprocessen worden bepaald.
Bij een PET/CT-scan worden eventuele ontstekingen of kanker in beeld gebracht. Uw organen en weefsels worden op twee manieren in beeld gebracht: PET-scan: hierbij wordt een radioactieve stof in een bloedvat in uw arm gespoten. Deze stof gaat naar de eventuele zieke organen en weefsels toe.
Bij een CT-scan worden in 1 keer meer foto's van de binnenkant van uw lichaam gemaakt. Een CT-scan gebeurt met röntgenstralen. Op een CT-scan kunnen de artsen meer details zien dan op een gewone röntgenfoto. De CT-scanner maakt met de foto's een 3D-foto van uw lichaam.
Met een CT-scan kun je een lichaamsdeel plakje voor plakje weergeven. Dit onderzoek wordt vooral gebruikt om de vaten van de hals, het hoofd, het hart en de longen te bekijken.
Terwijl de tafel verschuift, maakt de CT-scan een aantal foto's. Op een foto is telkens een ander stukje van het orgaan of weefsel afgebeeld. Deze foto's maken een tumor en eventuele uitzaaiingen zichtbaar. Ze laten ook zien hoe groot de tumor is en welke vorm deze heeft.
Door de beelden van de MRI-scan krijgt de radioloog een goed beeld van de mogelijke aanwezigheid van bijvoorbeeld ontstekingen, tumoren, fracturen, cysten en slijtage (artrose). Hierdoor kan een MRI-scan inzicht geven in de eventuele oorzaak van klachten zoals (chronische) pijn vanuit je organen en gewrichten.
Een CT-scan (ook wel RX, CAT of computertomografie genoemd) is een radiologisch onderzoek dat compleet pijnloos is en dat beelden 'in plakjes' levert van het lichaam. Bij deze methode worden röntgenstralen of X-stralen gebruikt. Het principe is eenvoudig. Elk weefsel van ons lichaam (huid, vet, organen, bot enz.)
Voordelen en nadelen
Je kunt binnen enkele minuten het hele lichaam afbeelden. Met een CT-scan kun je tot op een resolutie van enkele millimeters de weefsels in je lichaam bekijken. Een nadeel is uiteraard de stralingsbelasting. Deze is een stuk hoger dan bij een gewone röntgenfoto.
De röntgenstralen geven een zwart, grijs of wit computerbeeld: weefsels die veel röntgenstralen absorberen geven witte beelden, terwijl weefsels die weinig straling absorberen zwarte beelden laten zien.
Een CT-scan geeft een arts een compleet overzicht van bijvoorbeeld het gehele boven- en onderlichaam. Een MRI daarentegen laat meestal maar een beperkter deel van het lichaam zien, bijvoorbeeld alleen de onderbuik en toont organen meer op detailniveau.
De CT-scanner maakt met de foto's een 3D-foto van uw lichaam. 3D betekent dat er diepte op te zien is. Hierdoor is duidelijker te zien hoe uw lichaam en organen eruit zien. Dit komt omdat u bij een CT-scan in een ring ligt en de röntgenstralen van alle kanten komen.
Een CT-scan wordt vaak gebruikt bij het opsporen van ziektes. Een nadeel van een CT-scan is dat patiënten tijdens deze scans worden blootgesteld aan straling. Dit kan mogelijk stralingsgerelateerde tumoren veroorzaken.
De radioloog bestudeert de gemaakte foto's. De uitslag is na 2 à 3 werkdagen bekend. U krijgt de uitslag van uw behandelende arts.
Een röntgenfoto krijg je als je kanker hebt vaak van je borst(holte) of van je botten. Zo wordt bijvoorbeeld een tumor in je longen zichtbaar.
de resolutie van de PET-scan wordt steeds beter, maar hele kleine tumoren zijn er niet mee te zien. Die kleine tumoren nemen de isotoop wel op, maar ze zijn kleiner dan het kleinste object dat zichtbaar gemaakt kan worden op de foto. Daarom zijn tumoren kleiner dan ongeveer 5-10 mm moeilijk te zien op een PET-scan.
Een CT-scanner geeft via röntgenstraling informatie over de structuur van weefsels. Een PET-scan brengt juist de stofwisseling van weefsels in beeld. Met de PET/CT-scan kan zowel de aard als de plaats van de afwijking nauwkeurig worden vastgesteld.
Een echografie is een onderzoek met geluidsgolven. Deze golven hoor je niet. De weerkaatsing (echo) van de golven maakt organen en weefsels zichtbaar op een beeldscherm. Zo kan de arts de organen in het lichaam beoordelen en een mogelijke tumor en/of uitzaaiingen zien.
Een goedaardig gezwel (benigne tumor) drukt het omringende weefsel opzij zonder al te veel schade aan te richten. Een goedaardige gezwel zal niet in het omringende weefsel groeien. Een cyste is een veelvoorkomende goedaardige afwijking in de borst. Dit is een klein, met vocht gevuld blaasje.
Plaveiselcelcarcinoom en basaalcelcarcinoom zijn vaak bobbeltjes met een lichtere kleur, bijvoorbeeld bleekroze of rozerood. Bekijk hier hoe een basaalcelcarcinoom of een plaveiselcelcarcinoom er uit kan zien. Een melanoom heeft vaak meerdere kleuren zoals verschillende tinten bruin of zwart, maar kan ook rood zijn.
Op de dag van het onderzoek mag u niet meer eten en drinken in de twee uur vóór de CT-scan. Wanneer u medicijnen gebruikt mag u deze innemen met een beetje water, tenzij uw arts u vertelt dat u deze medicijnen voor het onderzoek niet mag slikken. Neem iets te eten mee voor ná het onderzoek.
Ook als we vooraf geen contrastmiddel toedienen, kan de arts tijdens het onderzoek beslissen dat daar wel nood aan is. Omdat het jodiumhoudende contrastmiddel braakneigingen kan teweegbrengen, moet u nuchter zijn.
Een PET-CT-scan doen we om te zien of iemand een bepaalde aandoening heeft. Zoals kanker of een ontsteking. We gebruiken daarbij een radioactieve stof die wordt opgenomen door het lichaam. De manier waarop de weefsels en organen de stof opnemen kan ons iets vertellen over wat er aan de hand is.
Een CT-scan kan door uw huisarts of specialist worden aangevraagd: Als er nader onderzoek naar uw longaandoening moet worden gedaan. Als u infecties heeft. Als u hart-en vaatziekten heeft.