De huurovereenkomst voor onbepaalde tijd kan zowel door de verhuurder als door de huurder worden opgezegd. De huurder kan de huurovereenkomst opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn. Volgens de wet is de opzegtermijn 'gelijk aan de tijd tussen twee opvolgende voor betaling van de huurprijs overeengekomen dagen'.
Met huren voor onbepaalde tijd wordt bedoeld dat bij bij het begin van een huurovereenkomst niet vaststaat hoe lang de huur zal duren. Als u de huur wilt opzeggen, dan gelden hiervoor de normale regels. Mocht u een huurcontract hebben voor onbepaalde tijd, dan heeft u huurbescherming.
Op een getekende huurovereenkomst kunt u dus niet zomaar terugkomen. Dat kan alleen als sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals bedrog of dwaling. Daar is niet zo snel sprake van. Als er geen minimale looptijd in het huurcontract staat, kunt u natuurlijk wel de huurovereenkomst zo snel mogelijk opzeggen.
De wet zegt dat elke huurder een huurcontract op élk moment mag beëindigen. De reden van je vertrek hoef je niet te vermelden. Het volstaat om een aangetekende brief te verzenden naar de eigenaar 3 maanden voor je vertrek uit de huurwoning. Een voorbeeld van zo'n opzegbrief vind je hier.
De opzegtermijn voor de huurder is gelijk aan de betalingstermijn voor de huur. Bijna alle huurders betalen de huur per maand, de opzegtermijn is dan ook 1 maand. Vaste huurcontracten (voor onbepaalde tijd) worden voor 1 jaar afgesloten en daarna automatisch verlengd. De huurder kan pas kan opzeggen na het eerste jaar.
Een opzegging moet altijd per aangetekende brief of via een deurwaarder gebeuren. De huurder kan de huurovereenkomst zonder opgaaf van redenen opzeggen. De verhuurder kan de huurovereenkomst alleen opzeggen op grond van een of meer van de redenen die bij vijf redenen om de huurovereenkomst op te zeggen zijn genoemd.
Een huurcontract voor bepaalde tijd eindigt automatisch als de termijn die overeengekomen is voorbij is. De verhuurder moet het aflopen van het huurcontract wel altijd tijdig aan de huurder melden. Dit moet de verhuurder minimaal 1 maand en maximaal 3 maand voor het einde van het huurcontract schriftelijk doen.
Huurovereenkomst voor bepaalde tijd (voor maximaal 2 jaar)
De huurder heeft bij een bepaalde tijd contract het wettelijke recht om de huur op te zeggen wanneer hij wil. Hij moet daarbij een opzegtermijn in acht nemen van één kalendermaand (althans een betaalperiode, wat meestal één maand is).
Vertrekt uw huurder zonder opzeg, dan speelt u op veilig door een ontbinding te vragen aan de vrederechter. Heeft u de woning echter dringend nodig, bv. voor een nieuwe huurder, dan is dit niet altijd nodig, zo bevestigde de rechter onlangs. Stuur uw huurder in dat geval wel vooraf een zgn.
U heeft een afgesproken tijd waarbinnen u de huur opzegt. Dit heet opzegtermijn. In uw contract staat hoe lang die is. Meestal minimaal 1 maand voordat u verhuist.
Met betrekking tot de huurovereenkomst gelden er geen speciale vormvereisten. Dit betekent ook dat de huurovereenkomst niet schriftelijk hoeft te worden aangegaan om rechtsgeldig te zijn. Er geldt dus geen schriftelijkheidsvereiste. Een mondelinge huurovereenkomst is eveneens geldig.
Een huurder uitzetten betekent dat de huurovereenkomst door de rechter ontbonden moet worden. Dat kunt u helaas niet zelf doen. Een rechter maakt een einde aan de huurovereenkomst als de huurder de huur niet betaalt.
Huurcontract voor bepaalde tijd
Voorwaarde is dat de verhuurder de huurder op tijd schriftelijk informeert over het einde van de huur. Dat wil zeggen tussen drie maanden en een maand voor de afgesproken einddatum. Voor een Zelfstandige woning is de afgesproken periode waarin u (iets) huurt maximaal 2 jaar.
Sinds 1 juli 2022 mag uw verhuurder de huur verhogen met: maximaal 2,3%, als de (kale) huur € 300 of meer per maand is. maximaal € 25, als de (kale) huur lager is dan € 300 per maand. Dat is hoger dan 2,3 %.
Als verhuurder kunt u een huurovereenkomst van lange duur opzeggen onder bepaalde voorwaarden, steeds met een termijn van zes maanden die begint op de 1ste van de maand na de opzegging. Na een opzegging door de verhuurder kan de huurder steeds een tegenopzeg geven met een termijn van één maand.
Levenslange huur
Je kan een huurcontract voor het leven sluiten. De overeenkomst eindigt automatisch bij het overlijden van de huurder. Enkel de huurder kan een huurcontract van levenslange duur opzeggen, tenzij anders opgenomen in het contract. Dit kan op eender welk moment.
Uw verhuurder mag niet zomaar de huur opzeggen van uw woning. Dat kan alleen met een goede reden. Bijvoorbeeld omdat u geluidsoverlast geeft. Het maakt niet uit of u een vast huurcontract heeft.
Weliswaar is een waarborg in een andere vorm (zoals een verzekeringsbon) voor een bedrag van drie maanden huur niet in strijd met de wet. Dergelijke regeling kan aan de huurder echter NIET worden verplicht: het is immers zijn geld, en hij heeft dan ook het recht zelf te kiezen op welke manier hij de waarborg plaatst.
De huurder kan vroeger de woning verlaten door een opzegvergoeding te betalen. Die bedraagt 1,5 maanden huur, 1 maand huur of een halve maand huur naargelang het huurcontract door de opzeg eindigt in het eerste, tweede of derde jaar van de huur.
Als huurder heb je twee verplichtingen: je moet huur betalen en je moet jezelf als goed huurder gedragen. Tegenover deze verplichtingen staan twee rechten: woongenot en huurbescherming. Woongenot houdt in dat je op een normale manier gebruik moet kunnen maken van de woning.
Een huurder eruit zetten bij verkoop van een woning is helaas niet mogelijk omdat een huurder huurbescherming heeft. Dit gaat zelfs zo ver dat dit ook geld wanneer er in het huurcontract staat dat de huurder akkoord gaat met beëindiging van de huur als de verhuurder de woning verkoopt.
Geen 'gebruikelijk bedrag' voor vertrekpremie
Een 'gebruikelijk' bedrag voor een vertrekpremie is er niet; de hoogte daarvan is afhankelijk van de omstandigheden en van de mate waarin u uw huid al dan niet duur wenst te verkopen. Als u (beiden) achter uw rekensommetje staat, is daar niets mis mee.
Als de verhuurder de huurovereenkomst van een bedrijfsruimte ex art. 7:290 BW wilt opzeggen, dan moet hij de reden van opzegging vermelden (opzeggingsgronden). Een opzegging die deze gronden niet bevat is nietig.
Als de hoofdhuurder opzegt en vertrekt, of als hij overlijdt, wordt u de nieuwe hoofdhuurder. U hoeft de woning dus niet uit. Ook als de eigenaar of verhuurder van de woning geen toestemming gaf voor onderhuur. Stuur de verhuurder een brief om te laten weten dat u de nieuwe hoofdhuurder bent.
Eén huurder wil vertrekken
Betreft het een gehuwd of wettelijk samenwonend koppel, dan zullen beide partners moeten overeenkomen wie in de woning blijft. Ze moeten samen de verhuurder informeren wie blijft en vanaf wanneer die het huurcontract alleen voortzet.