De gewone Catalpa, welke groter dan 5 meter kan worden en de Bolcatalpa welke lekker klein blijft. Beide vereisen een andere soort snoei, dus deze leggen we dan ook beide goed uit in dit artikel. In ieder geval is het goed te weten dat de Catalpa 2 keer in het jaar gesnoeid mag worden.
Een bolcatalpa snoeien doe je na de winter, eind februari of begin maart om vorstschade te voorkomen. Snoei elk voorjaar alle takken terug tot boven de entplaats. De boom ziet er tijdelijk net zo uit als een knotwilg. Snoei elke tak afzonderlijk af, gebruik een scherpe schaar.
Wanneer je een bolcatalpa (Catalpa bignonioides 'Nana' of Catalpa bungei') niet zou snoeien vormt hij een bolvormige kroon van wel 4 meter doorsnede. Deze lange takken zijn gevoelig voor wind, waardoor er takken kunnen uitwaaien. Dit geeft meestal grote wonden die een invalspoort kunnen vormen voor schimmels.
De Catalpa kan je het beste begin maart helemaal knotten. Met een snoeizaag haal je de takken helemaal weg tot de basis van de knot. Laat je de takken langer dan krijg je een veel dikkere knot of zelfs knotten op de knot.
De bolcatalpa is een langzaam groeiende boom. Dit betekend dat hij na het snoeien wel weer uitloopt maar niet heel snel. Houd hier rekening mee met het snoeien. Uiteindelijk kan de kroon een breedte van wel 6 meter bereiken.
In ieder geval is het goed te weten dat de Catalpa 2 keer in het jaar gesnoeid mag worden. Alleen wanneer u snoeit en welke snoei het grootste mag zijn verschilt dan weer. Aan 1 keer snoeien kunt u overigens ook genoeg hebben. Dan ziet de Catalpa er waarschijnlijk alleen wat wilder uit in de zomer.
Een gewone trompetboom/catalpa kan meters hoog worden. Deze trompetboomsoort snoei je het beste in oktober of november. Het is wel belangrijk dat het tijdens het snoeien van de trompetboom niet vriest. Mocht het lang blijven vriezen dan kun je het snoeien uitstellen tot maximaal maart.
Een bolcatalpa snoeien doe je in de periode januari tot eind februari, als het niet vriest. Een gewone Catalpa kun je het best snoeien in oktober of november. Snoei hem niet op het moment dat het vriest, want dan kunnen de takken scheuren.
De Catalpa is bladverliezend en laat in de winter het blad los om in het voorjaar weer mooi groen uit te lopen. De boom groeit zo'n 20 cm per jaar en kan tot 15 meter hoog groeien.
Rigoureus de knot bijhouden ieder voorjaar zorgt ervoor dat de boom het lang kan volhouden (15 tot 20 jaar moet kunnen) echter als je steeds wat meer laat staan kruipt de knot omhoog en kan zelfs rotting in de knot ontstaan waardoor schimmels en andere gevaren een kans krijgen.
Het planten/verplanten van catalpa,s kun je het beste in het najaar/voorjaar doen. Nooit doen in vorstperiode,aangezien de plant hierdoor een flinke klap krijgt,die hij vaak niet overleeft.
Ze groeien zeer snel en zijn uitstekend geschikt om te leiden.
Een Catalpa bignonioides kan als volwassen exemplaar een uiteindelijke hoogte bereiken van 10 - 15 m, snelgroeiend. De uiteindelijke hoogte is afhankelijk van de groeiplaats en het klimaat.
Van nature groeien ze op voedselrijke, neutrale tot licht kalkhoudende gronden. Het wortelsysteem is aan de oppervlakte sterk ontwikkeld en de wortels zijn dik en vlezig, waardoor verplanten veel zorg eist. Het zijn bomen voor open groeiplaatsen, ze kunnen slecht tegen bestrating.
Gewone catalpa / trompetboom
De gewone catalpa staat ook wel bekend als de trompetboom, en deze naam heeft de bloeiende boom te danken aan de roomwitte bloemen in de vorm van een trompet, die later in de zomer in lange peulen veranderen.
Verzorging. Bomen als de Catalpa Bignonioides hebben niet veel extra water nodig. In droge zomer periodes kan je wel een keer per week wat water geven om de grond vochtig te houden.
In tegenstelling tot de gewone trompetboom bloeit hij niet. Wil je hem compact houden, dan moet je hem knotten. Knip elk jaar of om de 2 jaar in februari of maart alle takken tot 5 cm van de entplaats weg; 'Aurea' loopt in de lente uit met heel opvallend goudgeel blad, dat naar de zomer toe geelgroen kleurt.
Middelgrote boom met een breed spreidende, ronde kroon die van nature in het zuidoosten van de Verenigde Staten voorkomt. De kroon is grillig en heeft een lage vertakking waardoor de stam meestal vrij kort. Het is een snelle groeier die tot circa 10 m breedte kan uitgroeien.
In juni/ juli kan de boom/ struik bloeien met grote crèmewitte bloemen. Bloemen komen pas na jaren aan de struik en de struik moet ook voldoende warm staan.
U snijdt lange scheuten van ongeveer tien centimeter van de boom. Snijd zo schuin mogelijk de scheuten af, zodat het voor de nog wortelloze stek gemakkelijker is om water op te nemen. Verwijder alle bladeren behalve het bovenste paar. Dompel de stekken door wat stekpoeder en zet ze vervolgens in een pot met potgrond.
Knip niet te dicht op de stam maar houd steeds vijf centimeter afstand van de entplaats (de plaats op de stam vanwaar de takken starten met groeien), anders heb je de kans dat de boom niet meer uitloopt. Na het snoeien ziet de boom er een beetje uit als een knotwilg.
Bolbomen die vanuit de ent boven aan de stam lange twijgen vormen, worden jaarlijks, of om de twee à drie jaar flink gesnoeid (geknot). Hoe minder vaak je snoeit, des te groter de kroon wordt. Verwijder de takken tot op enkele centimeters van de stam. Zorg ervoor dat je de entplaats (knot) hierbij niet beschadigt.
Sporgon Garden is een breedwerkend ziektemiddel tegen de meeste bodemschimmels (bvb. Fusarium en Verticillium) en schimmels die bladvlekkenziekten veroorzaken. Sporgon is speciaal aanbevolen voor problemen bij verwelkingsziekte (=Verticillium) bij Catalpa.