Als je een bacterie of virus hebt kun je deze via je handen overdragen op andere mensen. Bijvoorbeeld doordat je je handen niet goed hebt gewassen nadat je in je handen hebt gehoest of naar het toilet bent geweest. Het virus of de bacterie kan dan via de handen op andere voorwerpen komen.
Heel soms kan de bacterie ernstige ontstekingen geven, in bijvoorbeeld nieren, hart en hersenen. Dan is behandeling in het ziekenhuis nodig. Door hoesten, niezen en hard praten kunnen druppeltjes met de bacterie van de een naar de ander gaan. De bacterie kunt u ook doorgeven door aanraken.
Infectieziekten worden veroorzaakt door micro-organismen zoals bacterieën, virussen, parasieten en schimmels. Deze microbiologische ziekteverwekkers worden verspreid door contact met andere mensen, contact met dieren, insectenbeten en via voedsel.
Iedere deling betekent dat er uit één bacterie twee nieuwe ontstaan, die zich ieder ook weer in tweeën delen. Bij gunstige omstandigheden kan bijvoorbeeld een E. coli-bacterie zich in 20 minuten delen. Dat wil zeggen dat één bacterie, over 20 minuten twee bacteriën zijn, over 40 minuten 2x2=4 en over een uur 4x2=8.
Besmettelijke periode: Ongecompliceerde, onbehandelde gevallen 10-21 dagen. Maatregelen: Bron- en contactonderzoek, profylaxe op indicatie. Symptomen: Respiratoire, oppervlakkige en diepe huidinfecties, invasieve infectie (o.a. puerperale sepsis, sepsis en septische shock).
Op nummer 1 van de lijst staat volgens de organisatie de Acinetobacter baumannii, een ziekenhuisbacterie. Vooral de luchtwegen en de longen worden aangetast door de bacterie.
Iedere deling betekent dat er uit één bacterie twee nieuwe ontstaan, die zich ieder ook weer in tweeën delen. Bij gunstige omstandigheden kan bijvoorbeeld een E.coli-bacterie zich in 20 minuten delen. Dat wil zeggen dat één bacterie, over 20 minuten twee bacteriën zijn, over 40 minuten 2x2=4 en over een uur 4x2=8.
Infecties door bacteriën kunnen ernstiger verlopen dan infecties door virussen, maar de meeste infecties door bacteriën gaan vanzelf over. Bacteriën kunnen vele soorten infecties veroorzaken: blaasontsteking, keelontsteking, longontsteking, hersenvliesontsteking en middenoorontsteking zijn enkele voorbeelden.
Penicilline-antibiotica doden vele soorten bacteriën en hebben een goede opname in het lichaam. Ze remmen een eiwit dat een belangrijk is bij de bacteriegroei waardoor de bacterie doodgaat. Een aantal penicilline-antibiotica heeft een specifieke werking tegen bepaalde soorten ziekteverwekkers.
Symptomen van een bacteriële infectie
Bloed, pus of slijm in de ontlasting. Koorts. Hoofdpijn. Uitputting en soms uitdroging.
Bij het tongzoenen word je blootgesteld aan een gigantische hoeveelheid bacteriën en andere micro-organismen. In 10 seconden wissel je er zo'n 80 miljoen uit.
Nederlandse wetenschappers hebben onderzoek gedaan naar tongzoenen. Tijdens een tongzoen van 10 seconden blijken mensen zo'n 80 miljoen bacteriën uit te wisselen. Tongzoenen zorgt er bovendien voor dat het speeksel van mensen op elkaar gaat lijken.
Verreweg het merendeel van de microben die je bij het tongzoenen binnenkrijgt, heb je na een paar uur weggeslikt. Maar sommige soorten zijn goed aangepast om zich in de mond te kunnen hechten.
Infecties door bacteriën kunnen ernstiger verlopen dan infecties door virussen, maar de meeste infecties door bacteriën gaan vanzelf over. Bacteriën kunnen vele soorten infecties veroorzaken: blaasontsteking, keelontsteking, longontsteking, hersenvliesontsteking en middenoorontsteking zijn enkele voorbeelden.
Een temperatuur tussen 10 °C en 40 °C. Onder het vriespunt delen ze zich niet meer, maar blijven ze wel in leven als in een soort winterslaap. Bij temperaturen hoger dan 75 °C, bijvoorbeeld tijdens het koken, gaan bacteriën dood. Voedingsstoffen als eiwitten en koolhydraten in de buurt.
Als een bacterie, schimmel of virus je lichaam binnendringt en zich daar vervolgens vermenigvuldigt, spreken we van een infectie. Die kan leiden tot een ontsteking: een beschermingsreactie van je lichaam op de beschadiging van bepaalde lichaamsweefsels, zoals de huid, spieren, gewrichten en organen.
Desinfectie is het onschadelijk maken van micro-organismen zoals bacteriën, schimmels en virussen op (levenloze) oppervlakken, of intacte huid. Dit kan met bijvoorbeeld alcohol. Schoonmaken met water en zeep of allesreiniger zorgt er ook voor dat het aantal micro-organismen kleiner wordt.
Bij bacteriën is het net zo. Van sommige soorten kan je zeggen dat ze na een dag al dood gaan.Andere kunnen dan weer weken blijven leven.En sommige zelfs jaren, tientallen jaren.
Patiënten met een bacteriële infectie hadden vaker koorts, hoofdpijn, pijn achter het borstbeen, geel/groen sputum, pijnlijke cervicale lymfeklieren, een hogere waarde van de BSE en CRP in bloed en vaker een infiltraat op de thoraxfoto. Rhinitis en diarree kwamen vaker voor bij patiënten met een virale infectie.
Om te kunnen leven hebben bacterien zuurstof nodig, een lekker temperatuurtje tussen de 20 en 50 graden, voedsel in de vorm van dode organismen en voldoende water. Als alle voorwaarde gunstig zijn kunnen bacterien zich snel delen en uitgroeien tot zichtbare stipjes (kolonies).
Keuken is smerigste plek in huis: miljarden bacteriën in je schuurspons en vaatdoek. De wc is volgens veel mensen maar een vieze plek. Toch wordt de wc qua viezigheid overtroffen door de keuken, blijkt uit onderzoek van Quest. Daar zijn namelijk de meeste bacteriën te vinden.
Niet iedereen die besmet is met salmonella wordt ernstig ziek. Deze klachten bestaan meestal uit diarree, buikkrampen, misselijkheid en braken. Deze klachten gaan meestal na 3 tot 7 dagen vanzelf voorbij. Soms hebben mensen ook hoofdpijn, koorts, spierpijn en/of gewrichtspijn.
Bacteriën hebben mutaties - veranderingen in hun DNA-code – nodig als ze moeten overleven in moeilijke omstandigheden, en liefst veel mutaties.
Een besmetting wil zeggen: het overbrengen van micro-organismen van de ene naar de andere plaats. Een besmetting kan bij iemand met onvoldoende afweer uitmonden in een infectie. Een infectie is het gevolg van een besmetting.
Het voedsel is de brandstof voor alle bacteriën om hun werk goed te doen. Voed je niet de juiste bacteriën dan kan de samenstelling in de darmflora veranderen. Bacteriën kunnen nu eenmaal niet anders dan zich te voeden met wat ze krijgen opgediend. Door veel vezels, groenten en noten te eten, groeien gezonde bacteriën.