Omdat de geboorte van de baby moeizamer kan gaan bij een stuitligging, wil de gynaecoloog dat de ontsluiting vlot verloopt. Gebeurt dit niet, dan kan de gynaecoloog adviseren om alsnog een keizersnede te doen. In Nederland gebeurt dit bij 50% van de vrouwen (50 op de 100) die aan een vaginale stuitbevalling beginnen.
Wanneer je baby na 36 weken zwangerschap in stuit ligt, is de kans op een stuitbevalling groot. Meestal kan je zelf kiezen of je liever vaginaal bevalt of via een keizersnede.
Een kind in stuitligging kan vaak gewoon, via de schede, geboren worden waarbij de billen of voeten als eerste worden geboren. Ook kan een kind in stuitligging door middel van een keizersnede worden geboren. Het kind in stuitligging kan tijdens de zwangerschap soms gedraaid worden naar alsnog een hoofdligging.
Wat zijn de risico's bij een stuitbevalling? Een stuitbevalling houdt meer risico in voor de baby dan een bevalling in hoofdligging, omdat de navelstreng wat kan worden geklemd en het hoofdje soms niet vlot geboren kan worden. Daardoor kan de baby minder zuurstof krijgen.
Als de baby in stuitligging ligt, dan zijn er 2 mogelijkheden: Afwachten: Mogelijk draait de baby nog spontaan naar hoofdligging. Die kans is wel klein als je 36 weken zwanger bent en wordt steeds kleiner. De hoeveelheid vruchtwater neemt dan af en de baby krijgt minder ruimte.
Soms moet de keizersnede erg vroeg in de zwangerschap worden gepland om een spontane bevalling te voorkomen. Dan kan het kind longproblemen krijgen, waarvoor opname op de couveuseafdeling noodzakelijk is. Daarom doet men bij een stuitligging pas een keizersnede vanaf 39 weken zwangerschap.
Als een baby in hoofdligging ligt, is er een grotere kans op een natuurlijke bevalling. Voor 36-37 weken zwangerschapsduur draaien veel kinderen zelf nog tot een hoofdligging. De gynaecoloog beoordeelt of u in aanmerking komt voor het draaien van de baby, de zogenaamde “versie”.
Als de baby met het hoofd naar boven ligt (stuitligging) heb je bij een vaginale bevalling een iets hoger risico op problemen met de baby tijdens de geboorte. Je hebt bij een vaginale stuitbevalling ongeveer 50% kans dat het alsnog een keizersnede wordt. Bij een keizersnede zijn er meer risico's voor de moeder.
Uitwendige draaiing
Voor die tijd draaien veel kinderen nog uit zichzelf. Na 37 weken is er ook nog kans dat draaien lukt, maar is de draairuimte beperkter. De versie wordt uitgevoerd door een klinisch verloskundige van St. Antonius Geboortezorg die hierin gespecialiseerd is (versiekundige).
Vaak worden de eerste bewegingen omschreven als 'belletjes, bubbeltjes of kleine plopjes' of 'zoals je darmen, maar dan toch anders'. Als je je baby eenmaal hebt gevoeld, herken je de bewegingen. Je gaat je baby steeds vaker voelen.
Voor het kind is het bijna nooit gevaarlijk. Bij minder dan 10% van de kinderen zijn de harttonen na het draaien een tijdje iets langzamer. Daarom controleert de arts of verloskundige ze na afloop nauwkeurig. Heel soms blijven de harttonen anders en moeten we meteen een keizersnede doen.
Meestal weten we niet precies waarom jouw baby in stuitligging ligt. Het komt vaker voor bij vrouwen die voor het eerst zwanger zijn of juist al veel kinderen hebben gekregen. Bij de bevalling ligt 3% van de kinderen in stuitligging.
Voor het kind is een keizersnede niet beter of slechter dan een vaginale bevalling. Een keizersnede brengt voor de moeder risico's met zich mee, zoals bloedingen, wondinfecties en problemen bij een volgende bevalling. De meeste vrouwen krijgen een ruggenprik. De operatie duurt ongeveer 30-45 minuten.
Hoe voelt indalen? Het is goed mogelijk dat je niks merkt van het indalen van je baby, omdat het geleidelijk aan gebeurt. Soms kan het echter ook resulteren in harde buiken of indalingsweeën. Dat voelt als een trekkende of stekende pijn in je liezen of krampen in je onderbuik.
Naarmate de zwangerschapsduur vordert, neemt de hoeveelheid vruchtwater af, wordt de baby groter en het draaien dus moeilijker. Als de moederkoek op de voorwand van de baarmoeder ligt is het moeilijker om het kind te kunnen vasthouden bij het draaien.
Tot ongeveer 36 weken in de zwangerschap kan uw kind nog zelf draaien. Wanneer dit niet gebeurt, kan er besloten worden om, met hulp van de gynaecoloog, het kind te draaien. Dit gebeurt meestal rond de 36 weken, soms kan dit eerder of later zijn, afhankelijk van uw situatie.
Het duwen kan een naar gevoel geven en zelfs pijn doen. Als het te veel pijn doet, kun je altijd aangeven dat we moeten stoppen met de behandeling. De buik kan ook na het draaien wat gekneusd voelen. Na het draaien controleren we weer de hartslag van de baby.
De buikwand kan door het duwen een paar dagen gevoelig en pijnlijk zijn. Dat is vervelend, maar kan geen kwaad. Na het draaien is de hartslag van de baby soms wat trager. De kans hierop is 5%.
Een versie heeft weinig risico's. De kans op problemen na een versie is veel kleiner dan de kans op problemen wanneer u bevalt met een kind in stuitligging. Daarom is het advies uw kind te laten draaien bij een stuitligging. Als de versie lukt is de bevalling veiliger voor u en uw kind.
De meeste baby's draaien spontaan met het hoofd naar beneden voor de 34ste zwangerschapsweek. Daarna daalt de kans dat de baby uit zichzelf draait aanzienlijk, zeker als het je eerste kind is.
Er is altijd een kans dat de baby ook na 34 weken of later uit zich zelf toch nog naar hoofdligging draait. Het is ook mogelijk om te proberen de baby te laten draaien door een versiepoging te laten doen.
Het maakt voor de bevalling niet uit of een kindje al voor, of pas tijdens de weeën indaalt. Het is wel van belang als de vliezen breken. Als het hoofdje níet is ingedaald is er nog ruimte tussen het hoofdje en het bekken en zou er met het breken van de vliezen een navelstreng voor de hoofdje kunnen zakken.
Je buikbaby zakt met zijn hoofdje, als het goed is, naar beneden en dit zal op de blaas drukken. Hierdoor ga je waarschijnlijk, net als in het begin van de zwangerschap, wat vaker naar het toilet. Als je buik- baby nog dieper zakt met zijn hoofdje komt hij 'vast' te zitten achter het schaam- been. Dat noem je indalen.
De gynaecoloog maakt een snee in de buik en baarmoeder en haalt het kind daardoor naar buiten. Als u niet eerder een keizersnede heeft gehad wordt het kind meestal binnen vijf minuten na het begin van de operatie geboren, bij een herhaal keizersnede duurt dit vaak langer. De hele operatie duurt ongeveer 45-60 minuten.
Nadelen voor de baby
Bij een keizersnede is er na de geboorte meer vocht in de longen. Dit kan problemen geven. Hoe korter de zwangerschapsduur, hoe groter deze kans. Dat is de reden dat een geplande keizersnede bij voorkeur pas na 39 weken zwangerschapsduur plaatsvindt.