Kun je op een hersenscan zien of je ADHD of autisme hebt? Nee! In het kader van de Brain Awareness Week 2021 legt onderzoeker Dienke Bos in dit filmpje uit waarom dat zo is, en wat we wél weten over de hersenen als je ADHD of autisme hebt.
Bij de meeste kinderen wordt de aandoening ontdekt in de kleuterjaren. Uit onderzoek blijkt nu dat die diagnose eerder gesteld zou kunnen worden, zelfs in het eerste levensjaar al. Op hersenscans zijn de tekenen van autisme al duidelijk zichtbaar, voor dat via gedrag ook voor de buitenwereld zichtbaar wordt.
Een MRI-scan van het hoofd (schedel en hersenen) geeft inzicht in de gezondheid van je hersenen. We kunnen bijvoorbeeld zien of er een herseninfarct is doorgemaakt, of er hersentumoren of hersenbeschadigingen zijn en of er risicofactoren zijn voor een vaataneurysma.
Proefpersonen met autisme bleken ongebruikelijk sterke connecties te hebben tussen de thalamus – het deel van de hersenen waar zintuiglijke prikkels binnenkomen – en de gebieden op de hersenschors, waar we ons bewust worden van deze prikkels.
Ilja: 'Autisme heeft met de hersenen te maken en is aangeboren. Binnenkomende informatie wordt bij iemand met autisme anders verwerkt. Iemand met een autisme kan informatie niet goed filteren. Relevante en niet relevante informatie komen even hard binnen en dat zorgt al snel voor overprikkelde zintuigen.
Autisme kan nog niet op een objectieve manier worden vastgesteld. Lichamelijk onderzoek, zoals bloedonderzoek of een hersenscan, levert onvoldoende informatie op. Autisme kan dan ook alleen worden vastgesteld aan de hand van uiterlijke gedragskenmerken.
Iemand met PDD-NOS heeft last van sociale en communicatieve problemen zoals bij autisme, maar dan in mildere vorm. Er wordt dan ook wel gesproken van aan 'autisme verwante problematiek' of de term PDD-NOS (Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified).
Oorzaak autisme mogelijk in de hersenen
Onderzoek naar ASS wijst erop dat bepaalde hersengebieden anders functioneren of dat de communicatie tussen hersengebieden anders verloopt dan bij 'gezonde' hersenen. Over de precieze afwijkingen en welke hersengebieden daarbij betrokken zijn, bestaat nog onduidelijkheid.
Mensen met autisme reageren anders op emotionele prikkels. Zij missen het intuïtieve vermogen zich te verplaatsen in de gedachtewereld en de bedoelingen van anderen. Zij vinden het lastig om aan te voelen wat passend gedrag is in een bepaalde context.
1. beperkingen in de sociale communicatie en sociale interactie. Kernsymptomen: Deficiënties in de wederkerigheid, in de non-verbale communicatie en in het ontwikkelen, onderhouden en begrijpen van relaties.
Problemen hebben met het goed aanvoelen van andere mensen. Weinig rekening houden met andere mensen. Moeite hebben met het maken van oogcontact (vooral kinderen), in sommige gevallen langs je heen kijken. Het lachen in reactie op de lach van iemand anders, lijkt zich minder te ontwikkelen.
Mensen met autisme houden erg van voorspelbaarheid. Het liefst houden ze alles altijd hetzelfde. Als je aan een vorm van autisme lijdt, dan heb je grote moeite met veranderingen, zeker als ze onverwachts komen.
Autisme spectrum stoornis (ASS) is de officiële verzamelnaam voor alle verschillende vormen van ontwikkelingsstoornissen volgens DSM, het handboek van psychiatrische aandoeningen. Bij alle soorten autisme staat een stoornis in de informatieverwerking in de hersenen centraal.
Met een CT-scan worden dwarsdoorsnedefoto's gemaakt van bepaalde delen van het lichaam. Bij u zal de CT-scan gaan om het afbeelden van de hersenen, het binnenoor, de hypofyse of het aangezicht. De CT-scanner bestaat uit een ring van ongeveer 1 meter diep en een doorsnede van 70 centimeter met een tafel ervoor.
'Iemand met hoge bloeddruk kan ook tientallen van die vlekjes hebben, en ook als het geen MS is, zijn witte vlekjes over het algemeen geen goed nieuws. Het zijn bloedvaten die moeite hebben om bloed naar een bepaald gebied te brengen.
De röntgenstralen geven een zwart, grijs of wit computerbeeld: weefsels die veel röntgenstralen absorberen geven witte beelden, terwijl weefsels die weinig straling absorberen zwarte beelden laten zien.
Als je Asperger of PDD-NOS hebt, worden de prikkels die via de zintuigen binnenkomen (zicht, geur, geluid, etc.) anders verwerkt. De verwerking van de boodschappen verloopt trager en over meer schakels. Bovendien is er een overschot aan neurotransmitters, onder andere serotonine.
Ongeveer de helft van de kinderen en volwassenen met autisme lijkt over een zeer goed ontwikkeld geheugen te beschikken (Meilleur et al., 2015). Zij hebben bijvoorbeeld een beter geheugen voor data, plaatsen of routes dan een op intelligentie en leeftijd gematchte controlegroep zonder autisme.
"In een relatie is het geven en nemen", zegt Oscar, "maar als je met iemand met autisme bent, is het vooral geven. Je krijgt nooit hetzelfde terug als van iemand die geen autisme heeft. Mensen met autisme vinden intiem contact vaak lastig. Een knuffel kan dan al een romantisch gebaar zijn.
Je vindt het moeilijk om contact te maken en te onderhouden. Je hebt meer dan anderen moeite met praten en communiceren. Je vindt het lastig om je dingen die er niet zijn, voor te stellen. Je hebt geen fantasie, of juist een te grote fantasie.
'Die versnelde veroudering hebben we niet gevonden', vertelt Geurts. 'Autisme heeft in die zin dus geen impact op ouder worden, en andersom. Mensen blijken op oudere leeftijd soms zelfs beter in staat met hun autisme om te gaan.
Autismespectrumstoornis (ASS) is een neurologische ontwikkelingsstoornis. Dat houdt in dat de aandoening een invloed heeft op de structurele ontwikkeling van de hersenen en niet kan worden genezen. ASS uit zich op verschillende manieren, en het vermogen om verder te evolueren kan ook erg verschillen.
Autismespectrumstoornissen (ASS) komen ook onder ouderen voor. Ze kunnen decennialang onopgemerkt blijven, tot de eisen die de veranderingen op latere leeftijd aan een persoon stellen, het beperkte aanpassingsvermogen overschrijden.