NGT is momenteel een levende taal, die in steeds meer situaties gebruikt wordt. Dus ja, je kunt alles in gebarentaal zeggen, sterker nog: het is een krachtige visuele taal, waarin bijvoorbeeld ook de prachtigste gedichten gemaakt worden.
Er zijn vaak ook verschillende 'dialecten'. De Nederlandse gebarentaal kent vijf dialecten, wat te maken heeft met de vijf oorspronkelijke dovenscholen waar de taal zich ontwikkelde. Naast regionale verschillen zijn er ook verschillen tussen de generaties en tussen jongens en meisjes.
Niet alle dove mensen gebruiken gebarentaal
Het is niet per definitie waar dat alle doven gebarentaal gebruiken. Gemiddeld gebruikt zo'n 10 procent van alle doven gebarentaal.
Het is best moeilijk om het te leren. Natuurlijk is het gemakkelijk om wat losse gebaren leren zoals eten, of drinken. Maar wanneer je taal echt tot in de finesses wilt leren, de grammatica en gebarentaal vloeiend wilt gebruiken dan moet je dat vergelijken met het leren van een andere vreemde taal.
“Gebarentaal, wat leuk, is dat nou een internationale taal?” Het is de meest gestelde vraag door horende mensen die niet bekend zijn met gebarentaal. Het antwoord is nee: gebarentaal is niet universeel. Er zijn zeker 137 verschillende gebarentalen wereldwijd.
Tenzij je wil rocken, moet je snel naar de volgende stap gaan! Richt je duim op. De wijsvinger en duim vormen nu de letter 'L' en de pink en de duim maken de letter 'Y'. Doe alle stappen tegelijkertijd en zeg 'ik hou van je!
Bovendien moet je leren om met je handen te praten. Voor de hbo-opleiding gebarentolk staat vier jaar, maar dan moet je daarna nog veel werkervaring opdoen om het echt vloeiend te kunnen.” Er is nog een alternatief: Nederlands praten en spraakondersteunende gebaren maken.
Tussen 1910 en 1980 was het verboden onderwijs te geven in gebarentaal, omdat op een conferentie in Milaan in 1880 was besloten dat doven beter konden leren liplezen. Wat uit de geschiedenis van gebarentalen vooral blijkt, is dat mensen zich niet door wetten laten weerhouden om te communiceren.
De NGT is een natuurlijke taal met een eigen lexicon en grammatica. Die grammatica is heel anders dan de grammatica van het gesproken Nederlands.
Je kan gebarentaal leren door cursussen te volgen. Maar als je ouders kunnen horen, waar kijk kindjes de gebarentaal dan af? Vanaf 2.5 - 3 jaar, gaan de dove kindjes al naar een speciale school waar ze gebarentaal kunnen leren. Dat is later dan de leeftijd waarop horende kinderen leren praten.
Bij gebarentaal gebruik je gebaren met je handen, je gezichtsuitdrukking en je ogen in plaats van je gehoor en je stem. Net zoals gesproken taal is het een taal met een eigen woordenschat en regels. We gebruiken allemaal wel eens gebaren.
Gebarentalen verschillen niet alleen sterk van elkaar, maar ook van de gesproken talen uit dezelfde omgeving. NGT heeft bijvoorbeeld echt andere grammaticaregels dan het Nederlands: zo komt in NGT het werkwoord helemaal achteraan in de zin, terwijl het in het Nederlands verder naar voren staat.
Verder worden gebaren ook gebruikt door mensen die niet of (zeer) moeilijk kunnen spreken, omdat ze om een of andere reden niet verstaanbaar kunnen spreken of bijv. ernstig stotteren.
Maar de gebarentalen van beide landen verschillen nog veel meer van elkaar: misschien wel net zoveel als het Nederlands en het Spaans. Toch communiceren doven vrij makkelijk over de grens, omdat ze van jongs af aan gewend zijn zich aan te passen aan hun gesprekspartner.
Verschil NGt – NmG
NGt staat voor Nederlandse Gebarentaal. De Nederlandse Gebarentaal is een zelfstandige taal met een geheel eigen grammatica en regels. Het is de natuurlijk ontstane taal van de doven en is niet afgeleid van het gesproken Nederlands. NmG staat voor Nederlands ondersteund met Gebaren.
Dat is niet waar. Gebarentalen zijn in principe net zo geschikt om over elk onderwerp te praten als gesproken talen. De gedachte ontstaat vaak doordat mensen denken dat je met je handen alleen over concrete zichtbare dingen zou kunnen praten, misschien wel omdat er zo veel iconische, beeldende, gebaren zijn.
Waarom geen ondertiteling? Omdat gebarentaal belangrijker is dan je misschien dacht. Voor doven is de gebarentaal namelijk een moedertaal. Een Nederlandse ondertiteling kan volgens NPO Focus dus echt voelen als een tweede of zelfs derde taal.
Deze taal, Nederlands met Gebaren (NmG), helpt om beter te communiceren en om de taal te leren. NmG is een combinatie van de Nederlandse taal met Gebarentaal. Het is sinds kort een officiële taal. Bij NmG blijf je gewoon Nederlands praten maar ondersteun je de belangrijkste woorden met gebaren.
In Nederland zijn ongeveer 500.000 doven en van deze groep zijn ongeveer 30.000 mensen afhankelijk van gebarentaal. Dat wil zeggen dat gebarentaal hun eerste taal is. Net zoals gesproken Nederlands de eerste taal is voor de meeste horende Nederlanders.
In Nederland wonen 1,5 miljoen mensen die doof of slechthorend zijn. Volgens Smeijers is die groep heel divers. Het grootste deel van de groep wordt op latere leeftijd doof of slechthorend. 1 op de 1000 mensen wordt doof geboren, en 1 op de 1000 mensen wordt doof op kinderleeftijd.
Gebarentalen zijn over de hele wereld anders; je spreekt de gebarentaal van het land waar je geboren wordt. Het is een natuurlijke taal, de taal is niet bedacht, maar op een natuurlijke manier ontstaan. Er zijn rond de 6.000 levende gesproken talen, en voor zover we tot nu toe weten zo'n 140 gebarentalen.
Er zijn verschillende vormen van tactiele gebarentaal, afhankelijk van het gezichtsvermogen, maar de meest gebruikte vorm is die waarbij gebaarders de gebaren aftasten door de handen lichtjes op de handen van de gebarende gesprekspartner te houden.
De eerste 'sprekers' van gebarentaal
Het was de Spaanse benedictijner monnik Pedro Ponce de León die in de zestiende eeuw een manier vond om dove mensen toch te leren praten.
Dan is een opleiding Doventolk een goede eerste stap. Op die manier leer je de gebarentaal van de taal waarin jij als gebarentolk aan de slag wilt gaan. Een dergelijke opleiding Doventolk kan alleen gevolgd worden aan de Hogeschool Utrecht (HU). De opleiding is een volledige voltijd opleiding en duurt 4 jaar.