Je kunt slechts twee dagen per cyclus een kind verwekken. Je bent het meest vruchtbaar op de dag waarop je ovuleert en de dag ervoor. Sperma kan echter tot vijf dagen overleven en als je seks hebt op de dagen vóór de ovulatie heb je meer kans om zwanger te worden.
Bij vrouwen met een regelmatige cyclus van 28 dagen ligt de meest vruchtbare periode tussen dag 11 en dag 16 van de cyclus. Zonder rekening te houden met de dag van de cyclus of het moment van de eisprong heeft men de grootste kans op bevruchting wanneer men om de 2 dagen, dus ongeveer 2 tot 3 maal per week seks heeft.
De eerste uren na de ovulatie is een vrouw het meest vruchtbaar. De vruchtbaarheid neemt na de eerste uren snel af. Wanneer de kwaliteit van de rijpe eicel goed is kan een vrouw gemiddeld 12 uur vruchtbaar zijn. Bij een mindere goede omstandigheden/kwaliteit kun je korter vruchtbaar zijn.
In het kort: De vrouw is het meest vruchtbaar rond 2 à 3 dagen vóór de ovulatie. De kans op bevruchting is het grootst als jullie dan een aantal keer vrijen. Zowel de vruchtbaarheid van de vrouw als van de man is van invloed.
Weet je niet wanneer je eisprong komt, dan kun je ook een vast aantal dagen aanhouden waarop je geen penis-in-vagina seks hebt. Namelijk vanaf dag 8 (vanaf de eerste dag van je menstruatie) tot dag 19. Deze methode werkt niet als je cyclus korter is dan 26 dagen of langer dan 32 dagen.
Je hebt de meeste kans om zwanger te worden als je een paar keer vrijt in de 6 dagen voor je eisprong. De eisprong is 2 weken voordat je ongesteld wordt. De meeste vrouwen die dit doen zijn dan in 1 jaar zwanger. Ga naar je huisarts als je na een jaar nog niet zwanger bent.
Het is mogelijk om op elke dag van de maand zwanger te worden. Om zwanger te worden, moet je seks hebben op de dagen vóór en rond je ovulatie. Je twee meest vruchtbare dagen zijn de dag vóór je ovulatie en de dag van de ovulatie zelf.
Door de LH-piek komt de volgroeide eicel los van de eierstok. Dit is de ovulatie. De ovulatie doet zich normaal zo'n 24 tot 36 uren na de LH-piek voor, waardoor de LH-piek een goede voorspeller is voor de vruchtbaarheidspiek. De eicel kan tot 24 uur na ovulatie worden bevrucht.
De vruchtbare periode
Je hebt een grotere kans op een zwangerschap als je seksuele betrekking hebt in deze periode. Na de eisprong overleeft de eicel nog 24u. De vruchtbare periode van een cyclus eindigt dus 24u na de eisprong, gezien de eicel na deze periode niet meer bruikbaar is.
Je afscheiding is doorzichtig en elastisch, en soms verlies je ook wat meer afscheiding dan normaal. Soms kan je wat bruinige afscheiding zien, als er wat bloed is vrijgekomen bij de ovulatie. Je borsten zijn gevoeliger. Je hebt een hoger libido en dus meer zin in seks.
Tijdens je menstruatiecyclus is er een moment dat altijd plaatsvindt wanneer een eicel vrijkomt uit je eierstokken. Dit moment noemen we de ovulatie, ofwel de eisprong!
Men weet dat een vrouw vruchtbaar wordt 72 uur vóór de eisprong (dat is dus drie dagen, in ons voorbeeld vanaf dag 13). Het meest vruchtbaar is ze op de dag van de eisprong (dag 16), daarna daalt de vruchtbaarheid.
Normaal gesproken zorgt een zwangerschap ervoor dat er geen eisprong meer plaatsvindt. Bij een superfetatie blijft een vrouw wél ovuleren. Hierdoor kan ze tijdens een nieuwe cyclus toch nog bevrucht raken met een eitje. Het tweede eitje wordt dan in een tweede cyclus bevrucht.
De drie dagen rond de eisprong ben je het vruchtbaarst. Je bent als vrouw dus slechts een paar dagen per maand vruchtbaar. Alleen tijdens deze vruchtbare dagen kun je zwanger worden. Er komt dan één eicel vrij die dan 12 tot maximaal 24 uur blijft leven en bevrucht kan worden door een spermacel.
Afscheiding na bevruchting
Het is onderdeel van het bevruchtingsproces en kan geen kwaad. Je kan hierdoor soms ook innestelingspijn ervaren. Hierdoor kan de afscheiding tijdelijk wat meer roze of bruin van kleur zijn. Dit is dan één van de eerste zwangerschapssymptomen.
De eisprong vindt 14 dagen voor de volgende menstruatie plaats. De vruchtbare periode is ongeveer 3 dagen vóór tot 1 dag na de eisprong. Wanneer je vrijt in deze periode is er kans op bevruchting. Een zwangerschapstest zal vanaf 14 dagen na de eisprong positief zijn als er een bevruchting heeft plaatsgevonden.
Een zwangerschap is in principe opspoorbaar vanaf zes dagen na je ovulatie (eisprong). Dat is zo'n twee weken na je vorige menstruatie. Een echt betrouwbare zwangerschapstest kan je pas doen vanaf de eerste dag waarop je normaal gesproken zou menstrueren.
Meestal is de eisprong twee weken voor de menstruatie. In de periode vóór de ovulatie tot en met de dag van de ovulatie kun je het best om de dag vrijen. Bij een cyclus van 28 dagen gaat het om de dagen 10 tot en met 15 na het begin van de laatste menstruatie. De drie dagen rond de eisprong ben je het vruchtbaarst.
De eerste signalen van je zwangerschap zijn: gevoelige en opgezette borsten, tepels die groter en donkerder zijn, misselijkheid, vaak moeten plassen, trek in eten op vreemde momenten en sneller moe zijn. Het komt allemaal door nieuwe hormonen!
De ideale leeftijd om zwanger te worden, is tussen de 25 en 35 jaar. Gemiddeld heb je 20% kans per maand om zwanger te worden. Als je ouder bent dan 35 jaar, kan het langer duren om zwanger te worden. Na je 35ste is de kans per maand nog 10%.
Vooral de leeftijd van de vrouw heeft een grote invloed. Vrouwen zijn het meest vruchtbaar tussen de leeftijd van 20 en 30 jaar. Nadien neemt hun vruchtbaarheid stelselmatig af terwijl tegelijk het aantal miskramen toeneemt. Op 38 jaar bedraagt de kans op spontane zwangerschap per cyclus nog ongeveer 10 %.
Het ei daalt af naar de baarmoeder
Het begint zijn afdaling via de eileider, waar het wordt gevoed. Dat duurt 3 à 4 dagen. Tijdens die tocht zet de celdeling zich voort en het ei lijkt nu op een moerbei (het wordt “morula” genoemd (4)). 5 dagen na de bevruchting komt het ei in de baarmoeder aan.
Een positieve test betekent dat je eisprong er binnen de 2 à 4 dagen aankomt, maar een piek in LH kan meerdere dagen aanhouden.
Twee-eiige tweelingen
Ze kunnen van hetzelfde of verschillend geslacht zijn. Tijdens de dubbele eisprong komen tegelijk twee eicellen vrij. Die zijn afkomstig van één eierstok of van twee eierstokken.
Vrouwen worden geboren met gemiddeld 1 miljoen eicellen. Rond de puberteit blijven er nog zo'n 300.000 – 400.000 eicellen over. Dit aantal daalt stelselmatig. Rond je 35ste heb je nog ongeveer 25.000 eitjes over die geschikt zijn voor bevruchting.