Zelf al deze stoffen gaan meten is niet mogelijk. Voor stikstofdioxide, ozon en een deel van het fijnstof zijn sensoren en betaalbare meetapparaten beschikbaar. Bij de fijnstof moet worden bedacht dat de kleinere deeltjes, met diameters onder 0.5 miljoenste meter (micrometer), niet worden geregistreerd.
Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) meet de hoeveelheid ammoniak en stikstofoxiden in de lucht (concentratie) en de hoeveelheid van deze stoffen die op de grond terecht komt (depositie). Om dit te kunnen doen heeft het RIVM in heel Nederland meetpunten ingericht met professionele apparatuur.
De hoeveelheid stikstof in de lucht (concentratie) en de hoeveelheid stikstof die neerkomt op de grond (depositie) wordt zowel gemeten in meetstations (binnen en buiten natuurgebieden) als berekend met modellen. Meetinstrumenten bepalen hoeveel er van een bepaalde stof in de lucht, het water of de bodem zit.
Het bodemleven transformeert deze vormen van stikstof in het voor planten beschikbare ammonium en nitraat. Ros: “De eenvoudigste en betrouwbaarste manier om dit te meten, is een bakje grond te nemen en na een aantal weken meten hoeveel ammonium en nitraat door het bodemleven is gevormd.
Hoe wordt stikstof gemeten? Het RIVM meet verschillende stikstofcomponenten in Nederland. Het gaat hierbij om de hoeveelheid ammoniak en stikstofoxiden in de lucht en hoeveel daarvan neerkomt op de vegetatie en bodem. Dit doen we met verschillende meetapparatuur die verspreid door het land staat.
Stikstof is een scheikundig element en CO2 een scheikundige verbinding. Een chemisch element is niet meer splitsbaar. Dat is anders met CO2, wat een verbinding is van het element koolstof (de letter C) met twee elementen zuurstof (de letter O).
De Nederlandse stikstofuitstoot is de hoogste van Europa: per hectare stoten we ongeveer 4 keer zo veel uit als het EU-gemiddelde. Van de Nederlandse uitstoot naar de lucht bestaat ongeveer 65% uit ammoniak (NH3) en 35% uit stikstofoxiden (NOx).
Teveel stikstof is slecht voor de natuur. Planten die van stikstof houden, zoals grassen, brandnetels en bramen, groeien extra hard. Zo verdringen ze kwetsbare planten. Insecten, vogels en andere dieren die afhankelijk zijn van deze planten verdwijnen daardoor ook.
Stikstof is van zichzelf niet schadelijk voor mens en milieu. Maar er zijn ook verbindingen van stikstof in de lucht die wel schadelijk kunnen zijn voor mens en milieu. Dit zijn stikstofoxiden (NOx, een verbinding van stikstof en zuurstof) en ammoniak (NH3, een verbinding van stikstof en waterstof).
' Zogeheten vlinderbloemige, eiwitrijke planten zoals peulen, linzen, bonen, erwten of soja, hebben daar een slimme oplossing voor bedacht: ze werken samen met rhizobiumbacteriën. De planten maken speciale orgaantjes, zogeheten wortelknolletjes, waarmee ze die bacteriën kunnen opnemen in hun eigen cellen.
In Nederland gold een grenswaarde van 1 mol stikstof (14 gram) per hectare per jaar voor een activiteit in de nabijheid van een Natura 2000-gebied.
De meeste planten kunnen stikstof alleen in minerale vorm uit de bodem opnemen. Verbindingen met stikstof komen ook voor in explosieven. Veel chemische verbindingen zoals ammoniak, salpeterzuur, nitraten en cyaniden bevatten stikstof.
"Als het over absolute aantallen gaat, is China veruit koploper in de stikstofuitstoot", zegt hoogleraar Wim de Vries (Universiteit Wageningen). "In delen van het land stoten ze zelfs per hectare veel meer uit dan wij, maar gemiddeld over het hele land is het minder."
Zelf al deze stoffen gaan meten is niet mogelijk. Voor stikstofdioxide, ozon en een deel van het fijnstof zijn sensoren en betaalbare meetapparaten beschikbaar. Bij de fijnstof moet worden bedacht dat de kleinere deeltjes, met diameters onder 0.5 miljoenste meter (micrometer), niet worden geregistreerd.
Voor het zelf meten van de luchtkwaliteit kunt u bijvoorbeeld kijken naar de stikstofdioxide, TVOC en een deel van fijnstof in de woning. Hiervoor zijn sensoren te koop. Houd bij het meten van fijnstof wel rekening dat er kleine deeltjes zijn waarvan een deel daarvan te klein is om te registreren.
De luchtkwaliteit in huis kun je zelf meten met apparaten en sensoren. Hier zijn veel verschillende soorten van. Zo kun je voor vocht en elke vervuilende stof een los apparaat kopen. Daarnaast zijn er apparaten die een combinatie van vocht en vervuilende stoffen kunnen meten.
Sinds 2010 zijn er vele sterrenrestaurants en hotels in Nederland en België die stikstof kopen via Icewizard. Anno 2021 komen daar nog steeds meer bij. Natuurlijk is dit niet alleen voor het hogere segment weggelegd.
Stikstofoxiden in de lucht leiden ook tot de vorming van ozon (smog) en stikstof levert ook een behoorlijke bijdrage aan fijnstof, waardoor het ook schadelijk is voor de gezondheid.
De meeste planten kunnen alleen stikstof verkrijgen uit de bodem en zijn daardoor afhankelijk van dure stikstofhoudende mest. Een klein aantal planten, vooral peulvruchten, bezit het vermogen om stikstof te lossen uit de atmosfeer met behulp van stikstoffixerende bacteriën.
Planten hebben ook stikstof nodig voor het aanmaken van bladgroen (chlorofyl). Bladgroen geeft de plant zijn groene kleur en staat aan de basis van fotosynthese. Bij dit proces zetten planten – onder invloed van zonlicht – koolstofdioxide (CO2) en water (H2O) om in glucose en zuurstof (O2).
Planten die goed zijn aangepast aan een stikstof-rijke bodems (stikstofminnende planten), zoals grassen, bramen en brandnetels hebben dan een voordeel. Ze kunnen sneller groeien dan planten die juist zijn aangepast op stikstof-arme bodems.
Je ziet welke planten verdringingssoorten zijn en welke planten juist kwetsbaar zijn voor stikstof en dus steeds minder aanwezig zijn. Soorten die je steeds vaker ziet en die andere plantsoorten verdringen, zijn bijvoorbeeld: de grote brandnetel, de Bochtige smele, het Pijpenstrootje en de Knolrus.
6. Heeft alleen Nederland een stikstofprobleem? Nee, de Habitatrichtlijn van de EU verlangt van iedere lidstaat dat die zijn biodiversiteit beschermt. De uitspraak van het Europees Hof over de Nederlandse aanpak geldt voor alle EU-landen.
“De stikstofemissie is vooral in bepaalde gebieden erg hoog, vooral in noordwest-Duitsland, waar relatief veel veehouderij is”, legt Ehlers uit. Maar omdat Duitsland een veel groter landoppervlakte heeft dan Nederland, is de uitstoot relatief minder.
Lees door over het huidige stikstofprobleem
Die condities zijn in Nederland nog altijd zeer matig. De depositie is sinds 1990 met circa 45% gedaald (zo'n 40% voor ammoniak en ruim 50% voor stikstofdioxide). Maar op ongeveer driekwart van het Nederlandse natuuroppervlak komt nog steeds te veel stikstof terecht.