Omgevingsvergunning (bouwvergunning) eigen huis aanvragen
De omgevingsvergunning kunt u op 2 manieren aanvragen: via de website van uw gemeente; via het omgevingsloket.nl.
Kosten omgevingsvergunning
Bij bouwkosten tussen €50.000 – €300.000 kost een omgevingsvergunning gemiddeld 3,0 % van de bouwkosten (met meestal een minimum van € 2.000,00). En tussen € 200.000 – € 500.000 kost een omgevingsvergunning 2,0% van de bouwkosten (met meestal een minimum van € 5.000,00).
Eenvoudige aanvragen verlopen via de reguliere procedure in maximaal acht weken. Binnen die acht weken kan het bevoegd gezag beslissen om de termijn eenmalig met zes weken te verlengen. Complexere aanvragen met een hoog risico voor de omgeving verlopen via de uitgebreide procedure in maximaal 6 maanden.
Naast de bouwkundige tekeningen is het in veel gevallen nodig om gegevens over de constructie van het bouwwerk in te dienen. Bij aanvragen waar geen constructieve wijzigingen worden gedaan, zal dit niet nodig zijn, in alle andere gevallen wel. Er moeten constructieve tekeningen en berekeningen worden gemaakt.
Om te mogen bouwen of verbouwen, moet u een omgevingsvergunning aanvragen. Dit doet u via de gemeente. Soms is een omgevingsvergunning niet nodig, bijvoorbeeld voor een overkapping of dakkapel aan de achterkant van uw woning.
Een omgevingsvergunning wordt getoetst op het bestemmingsplan, de bouwverordening, de welstand en het bouwbesluit. Als de plannen voldoen aan alle gestelde eisen, moet de gemeente de vergunning verlenen.
De bouwvergunning is vanaf 1 oktober 2010 opgegaan in de omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning vervangt een aantal vergunningen, waaronder de bouwvergunning, kapvergunning en sloopvergunning. De omgevingsvergunning is dus de nieuwe bouwvergunning.
Aanvraag Omgevingsvergunning
U kunt de omgevingsvergunning aanvragen via de website van uw gemeente of via Omgevingsloket online. Dit geldt voor particulieren en bedrijven. Op deze site kunt u ook de vergunningcheck invullen om te zien of u een omgevingsvergunning nodig heeft.
De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) regelt de omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning is één geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu. Er is geen helpdesk voor inhoudelijke (juridische) aspecten van de Wabo.
In de Bouwverordening is bepaald (en ook in de Algemene Wet Bestuursrecht) dat de Gemeente handhavend mag optreden. Slopen of bouwen zonder vergunning of in afwijking van de vergunning kan een strafbaar feit opleveren. De maximale straf is hechtenis van maximaal vier maanden of een geldboete van maximaal € 4.500,–.
De gemeente berekent kosten voor het in behandeling nemen van een vergunningaanvraag, ook als de vergunning uiteindelijk niet verleend wordt. Deze kosten noemen ze leges omgevingsvergunning.
De buitenunit kan via een wandbeugel aan de gevel worden bevestigd of op een aanbouw, garagedak, dakkapel of plat dak worden geplaatst. Het grote voordeel van plaatsing op een plat dak, is dat het buitendeel minder zichtbaar is. Waar de buitenunit precies geplaatst kan worden, is afhankelijk van de situatie.
Procedure. U vraagt de omgevingsvergunning aan via het online Omgevingsloket ((opent in nieuw venster)) (tenzij op papier indienen is toegestaan). Vervolgens wordt één openbaar onderzoek en één adviesronde georganiseerd.
Algemene regel. Volgens de algemene regel zijn de gemeenten (college van burgemeester en schepenen) bevoegd voor de afgifte van de stedenbouwkundige vergunning.
Gaat u bouwen of verbouwen, dan heeft u wellicht één of meerdere vergunningen nodig, de zogenaamde Omgevingsvergunning. De Omgevingsvergunning kan betrekking hebben op: slopen, bouwen, kappen van bomen, het maken van een uitweg, het veranderen van een monument enz. De activiteiten kunt u in één keer of apart aanvragen.
Antwoord. Voor een inrichting kan een aanvraag zowel door de eigenaar als de drijver van de inrichting worden gedaan. De Algemene wet bestuursrecht (Awb) geeft de regels voor beschikkingen. In de Awb is bepaald dat een belanghebbende een verzoek mag doen om een besluit te nemen (1:3 Awb).
Je mag per woning maximaal 40 vierkante meter bijgebouwen aanbouwen. In dit getal worden de bestaande aanbouwen meegerekend. De nieuwe bijgebouwen mogen niet hoger zijn dan 4 meter (gemeten vanaf de grond) en moeten in de zijtuin minstens 3 en in de achtertuin minstens 2 meter van de perceelgrens staan.
Bij (ver)bouwen controleert de Omgevingsdienst IJmond of dit volgens de regels verloopt. De omgevingsdienst controleert of er wordt gewerkt: volgens de omgevingsvergunning.
Hoe kan ik achterhalen of er een vergunning nodig is en of die ook is verleend? Of uw buren een vergunning nodig hebben, kunt u nakijken op de website omgevingsloket online. Door het beantwoorden van een aantal vragen komt u erachter of uw buren wel of geen vergunning nodig hebben voor het nieuwe bouwwerk.
De wet biedt de mogelijkheid om de omgevingsvergunning in plaats van deze in zijn totaliteit te weigeren op verzoek van de aanvrager gedeeltelijk te verlenen, dus te verlenen voor de activiteiten waarvoor zij niet behoeft te worden geweigerd.
Afwijken van het bestemmingsplan is een activiteit waarvoor een omgevingsvergunning van B&W nodig is. Bij afwijken van het bestemmingsplan blijft het onderliggende bestemmingsplan onveranderd. Het herzien van een bestemmingsplan, dat iedere tien jaar moet plaatsvinden, is een bevoegdheid van de gemeenteraad.
Aan een omgevingsvergunning ligt een concreet project ten grondslag en er kunnen geen algemene regels in worden opgenomen. In een bestemmingsplan worden daarentegen regels opgenomen die voor herhaalde toepassing zijn.
Ervaar je overlast van de warmtepomp of airco van je buren? Dan adviseer ik je om eerst hierover met je buren in gesprek te gaan. Je kunt bijvoorbeeld vragen of jouw buren bereid zijn om isolerende maatregelen te nemen. Mocht het gesprek op niets uitlopen, dan kun je een verzoek tot handhaving indienen bij de gemeente.
Afstand: door afstand tussen de buitenunit en de perceelgrens zwakt het geluid af. Een airco mag dus meer geluid veroorzaken, maar dan moet de buitenunit wel op 3,5 meter afstand van de perceelgrens geplaatst worden.