U kunt uw lijfrente periodiek laten uitkeren, bijvoorbeeld per maand of per kwartaal. Ook kunt u uw lijfrente-uitkering nog even uitstellen en doorsparen met uw opgebouwde kapitaal. Of u kiest ervoor om het geld in één keer te laten uitkeren. Dit heet afkoop.
Wilt u het vrijkomende bedrag gebruiken als aanvulling op uw inkomen? Dan kunt u een direct ingaande lijfrente bij een verzekeraar of bij een bank afsluiten. Het hele bedrag wordt dan overgemaakt naar de bank of verzekeraar van uw keuze en die betaalt u per maand een uitkering. Deze uitkering wordt belast als inkomen.
Zodra je lijfrente-uitkeringen ontvangt, betaal je er inkomstenbelasting over. Laat je de uitkeringen starten voordat je je AOW ontvangt, dan betaal je het normale tarief met een maximum van 52 procent. Gebruik je ze pas nadat je de AOW-uitkering hebt bereikt, dan val je in het lage belastingtarief.
Antwoord: Ja, dat kan. U bent niet verplicht om uw lijfrentekapitaal te laten staan in een verzekering die u niet meer wilt. Het is mogelijk om het kapitaal over te hevelen naar een bankspaarrekening.
Een lijfrenteverzekering kan interessant zijn als je te weinig inkomen hebt tijdens je pensioen en je inkomen nu hoog genoeg is om de premie te kunnen betalen en het belastingvoordeel kunt benutten. De inleg in een lijfrenteverzekering of een lijfrente-bankspaarrekening is af te trekken van de belastingen.
Bij banksparen wordt het saldo bij overlijden altijd aan de nabestaanden uitgekeerd. Bij een lijfrenteverzekering gebeurt dat alleen als u daar een aanvullende verzekering voor sluit. Dit gaat dan bovendien ten koste van het rendement. Bij banksparen is er geen sprake van een levenslange uitkering.
In principe start een bancaire lijfrente met uitkeren vanaf de AOW-leeftijd of maximaal vijf jaar daarna en heeft een looptijd van 20 jaar. De minimale looptijd is vijf jaar. Uitzondering: ben je begonnen met banksparen vóór 2014, dan mag je de uitkering ook vanaf je 65e laten ingaan.
Met een lijfrente zorgt u op een fiscaal voordelige manier voor extra inkomen. Dit krijgt u periodiek uitbetaald vanaf een bepaald moment. Bijvoorbeeld als u AOW krijgt of met pensioen gaat. Het mag ook extra inkomen voor een ander zijn.
Je kiest bijvoorbeeld voor een periodieke uitkering per maand of per kwartaal. Dat moet je doen voor een periode van minimaal vijf jaar. Doorsparen met je lijfrente. Je lijfrente-uitkering uitstellen mag tot maximaal vijf jaar na het jaar waarin je de AOW-leeftijd hebt bereikt.
Bepaal hoe vaak u de lijfrente wilt laten uitkeren: per maand, per kwartaal, per halfjaar of per jaar. Als er minder vaak hoeft te worden uitgekeerd, zijn de administratiekosten lager. Indexeren? Het is verstandig om de uitkeringen te laten indexeren.
Als u een lijfrenteverzekering afkoopt of tegoed opneemt uit een lijfrenterekening of -beleggingsrecht, moet u hierover inkomstenbelasting betalen. Uw financiële instelling houdt loonheffing in op (een deel van) de afkoopsom.
Lijfrente uitkeren belasting
Dan gelden er lagere belastingtarieven en betaal je per saldo dus minder inkomstenbelasting. Let op: Uitgekeerde lijfrentebedragen behoren tot je eigen vermogen en vallen dus in box 3. Afhankelijk van je eigen vermogen betaal je hier gewoon vermogensrendementsheffing over.
Afkopen is bij lijfrenteverzekeringen een synoniem voor 'stopzetten' en het bedrag in één keer laten uitkeren. Jouw bijdrage aan het afkopen wordt afgetrokken van het opgebouwde kapitaal in je lijfrenteverzekering. Het overgebleven bedrag is de 'afkoopwaarde'.
Nee, een levensverzekering keert een bedrag in één keer uit bij overlijden en de premie is niet aftrekbaar van de belasting. Een lijfrente keert een maandelijks bedrag als aanvulling op je pensioen uit. De premie hiervoor kan uit het brutoloon worden betaald via een werkgeversregeling of netto door de verzekerde zelf.
Bij een lijfrentekapitaal tot bruto € 4.607,- (2022) kunt u dit bedrag in één keer laten uitkeren, maar u moet wel inkomstenbelasting betalen. Is het kapitaal hoger, dan moet u naast inkomstenbelasting ook nog revisierente betalen. Deze bedraagt maximaal 20% van de uitkering.
De reserveringsruimte is gemaximeerd tot 17% van de bovengenoemde premiegrondslag. Daarnaast geldt in 2022 een maximum van € 7.587. Als je ouder bent dan 56 jaar en 4 maanden is dit maximum € 14.978.
Bij een lijfrente gaat het om een individuele aanvraag, de werknemer vult dus zelf de aanvraag in; digitaal of op papier. Veel gedoe dus! Daarnaast is het bij een lijfrente zo dat, in tegenstelling tot een pensioenregeling, het nabestaandenpensioen niet/nauwelijks geregeld is.
Een lijfrentepolis is een van de manieren om een aanvullend pensioen op te bouwen. Hierbij betaal je de verzekeraar in de opbouwfase eenmalig of periodiek premie. Op het moment dat je met pensioen gaat, stort je het opgebouwde tegoed in een uitkeringsproduct.
U spaart met banksparen op een geblokkeerde rekening. U kunt dus tussentijds niets opnemen. Ook kunt u met banksparen het kapitaal van uw vrijkomende lijfrenteverzekering laten doorgroeien of laten uitkeren.
Welke verschillen zijn er tussen lijfrentes? U kunt kiezen tussen een tijdelijke en een levenslange lijfrente-uitkering. Een tijdelijke uitkering is een goede keuze als u de eerste jaren hoge lasten heeft en daarna niet meer. Een tijdelijke uitkering moet minstens vijf jaar duren.
Waarom lijfrente? Een pensioen opbouwen met lijfrente is aantrekkelijk vanwege de fiscale aftrekbaarheid van de premie – onder voorwaarden weliswaar, want alleen uw jaarruimte en reserveringsruimte zijn aftrekbaar. Daar staat tegenover dat de lijfrente vast staat tot aan uw pensioenleeftijd.
Financiële reserve
Het uiteindelijke bedrag dat je nodig hebt om je levensstandaard te bewaren, hangt natuurlijk af van de situatie. Maar geschat wordt dat een werknemer een financiële reserve van zo'n 150.000 à 447.000 euro gespaard zou moeten hebben.
Banksparen noemen we trouwens ook pensioensparen. Banksparen bestaat uit twee fases: Je bouwt een tegoed op door inleg en rendement. Dit kun je doen tot maximaal vijf jaar na het jaar dat je de AOW-leeftijd hebt bereikt.