Kan ik geld lenen of krijgen van het OCMW wanneer ik in de schulden zit? Neen, want de dienst voor Schuldbemiddeling is een dienst voor schuldbemiddeling, geen dienst voor het lenen of voorschieten van geld.
Om een voorschot te ontvangen op sociale uitkeringen van het OCMW, moet je behoeftig zijn. Het OCMW moet beoordelen of je behoeftig bent. Hiervoor zal het OCMW een sociaal onderzoek uitvoeren dat tot doel heeft jouw financiële, sociale en medische toestand op te stellen.
Wie kan een beroep doen op de diensten van een OCMW? Heel wat mensen in België hebben onvoldoende bestaansmiddelenof zelfs geen vaste woonplaats. Al deze mensen kunnen sociale bijstand krijgen van het OCMW. Iedereen die op legale wijze in België verblijft, heeft recht op sociale bijstand.
Alle OCMW's en veel CAW's zijn erkend als instelling voor schuldbemiddeling. Een collectieve schuldenregeling (ook wel foutief 'collectieve schuldbemiddeling' genoemd) is een gerechtelijke procedure voor structurele schuldproblemen. Het doel is dat u uw schulden kunt afbetalen en tegelijk menswaardig kunt leven.
Het OCMW kan het leefloon kan niet weigeren op basis van gebrekkige medewerking door de hulpvrager indien het inlichtingen betreft waartoe het OCMW toegang heeft (Arbh. Brussel 21 april 2010). Soms laat de (fysieke) toestand van de hulpvrager niet toe om medewerking te verlenen aan het onderzoek.
Het maandelijks leefloon bedraagt vanaf 1 augustus 2022: 758,64 euro voor een samenwonende persoon. 1.137,97 euro voor een alleenstaande persoon. 1537,90 euro voor een persoon die samenwoont met een gezin ten laste.
Afhankelijk van de stijgingen en dalingen van je spaargeld, herberekent het OCMW hoeveel er moet worden afgetrokken van je leefloon. Je kan zelf ook een herziening vragen aan het OCMW wanneer het bedrag veranderd is. Bijvoorbeeld: een alleenstaande heeft 25.000 euro spaargeld.
Het maandelijks leefloon bedraagt vanaf 1 maart 2022: 729,20 euro voor een samenwonende persoon. 1.093,80 euro voor een alleenstaande persoon. 1.478,22 euro voor een persoon die samenwoont met een gezin ten laste.
Er bestaat geen wettelijk minimumbedrag voor het leefgeld. De bewindvoerder bepaalt de hoogte voor zijn of haar cliënt gebaseerd op het inkomen, vaste lasten en eventuele schulden. Indien het budget het toelaat, wordt er wel rekening gehouden met een normbedrag van 40 euro per week voor de eerste persoon.
U hebt recht op een leefloon als uw inkomen onvoldoende is en als u niet in staat bent die toestand te veranderen. Als uw inkomen lager is dan het leefloon, kunt u vragen om het verschil bij te passen zodat uw inkomen op dezelfde hoogte komt als het leefloon.
Met een laag inkomen heeft u mogelijk recht op steun vanuit de Rijksoverheid en uw gemeente. Bijvoorbeeld met toeslagen, (bijzondere) bijstand, kwijtschelding van gemeentelijke belastingen, of een kindpakket (bijvoorbeeld een tegoedbon voor zwemles). Welke hulp u kunt krijgen hangt af van uw situatie.
Samenwonend: 758,64 euro per maand ( 9.103,73 euro per jaar) Alleenstaand: 1.137,97 euro per maand (13.655,61 euro per jaar) Gezinslast: 1.537,90 euro per maand ( 18.454,82 euro per jaar)
Fields. De betaling van het leefloon gebeurt per week, per veertien dagen of per maand naar keuze van het OCMW, steeds op een vaste datum of dag, door middel van een postassignatie, een circulaire cheque of een overschrijving. Uitzonderlijk kan de betaling ook rechtstreeks aan de betrokkene gebeuren.
Bijstandsuitkering. Gemeenten in Nederland zijn verantwoordelijk voor het beoordelen van bijstandsaanvragen en de uitkering daarvan. Mensen die niet genoeg inkomen of vermogen hebben en geen gebruik kunnen maken van een andere voorziening of uitkering komen hier meestal voor in aanmerking.
Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) deed een poging om een bedrag te noemen dat 'genoeg' is. En genoeg wil dan zeggen dat je geld genoeg hebt om van rond te komen. Volgens het SCP ligt het basisbehoeftenbudget van een zelfstandig huishouden op 971,-.
Toch worden een aantal schulden uitgesloten van de kwijtschelding. Het gaat hierbij om onderhoudsgelden, schulden die een schadevergoeding inhouden ten gevolge van door een misdrijf veroorzaakte lichamelijke schade en de schulden van een gefailleerde die overblijven na het sluiten van het faillissement.
Lukt het niet om zelf uw schulden te betalen? Meld u dan aan voor schuldhulpverlening van uw gemeente. Als u voldoet u aan de voorwaarden, start u met een vrijwillig 'minnelijk schuldentraject'. Uw schuldhulpverlener maakt dan afspraken met uw schuldeisers over het betalen van de schulden.
Als er geen sprake van kinderbijslag is en je inkomen op bijstandsniveau dan is er ruimte voor ongeveer 50 euro per maand voor kleedgeld, kapper etc.
Als een OCMW niet bevoegd is om je te helpen, zal het je steunaanvraag doorsturen naar het bevoegde OCMW en je daarvan op de hoogte brengen.
Het OCMW kan de uitbetaling van je leefloon ook geheel of gedeeltelijk schorsen als administratieve sanctie wanneer: je bestaansmiddelen waarvan je het bestaan kent niet aangeeft. je onjuiste of onvolledige verklaringen die het bedrag van het leefloon beïnvloeden aflegt.
Het OCMW moet beslissen binnen een termijn van maximum 30 dagen na de datum van je aanvraag. Je moet binnen de 8 dagen op de hoogte worden gebracht van de beslissing: ofwel via een aangetekende brief; ofwel krijg je hem persoonlijk in handen en teken je een ontvangstbevestiging.
Indien u (steun equivalent) leefloon ontvangt én het recht opent op kinderbijslag (meestal is dit de vader), kunt u gewaarborgde kinderbijslag aanvragen voor uw kinderen. De gewaarborgde kinderbijslag is er ook voor kinderen die geen recht hebben op gewone kinderbijslag.
U krijgt namelijk geen uitkering als uw vermogen boven een bepaalde grens komt. Die vermogensgrens is € 13.010,- voor een gezin of alleenstaande ouder en € 6.505,- voor een alleenstaande. Maar: u mag uw vermogen ook weer niet te snel opmaken. U mag alleen uitgaven doen die echt nodig zijn.
Het maandelijks leefloon bedraagt vanaf 1 januari 2021: 656,45 euro voor een samenwonende persoon. 984,68 euro voor een alleenstaande persoon. 1.330,74 euro voor een persoon die samenwoont met een gezin ten laste.