Zware houtsoorten zijn haagbeuk, valse acacia, beuk, eik, es, kastanje, notenboom, olm, kers en esdoorn. Lichte houtsoorten zijn berk, linde, wilg, gewone den, douglas, els, spar en populier. Haagbeuk levert uitstekend brandhout, maar is zeer gevoelig voor schimmels.
Gebruik onbehandeld hout
Stookhout mag niet behandeld, geverfd of gelakt zijn. Bij verbranding komen er schadelijke stoffen vrij. Dit kan gevaar opleveren voor jezelf en voor je omgeving. Bovendien ontstaat hierdoor meer aanslag in je houtkachel of houthaard en in het rookkanaal.
De beste soorten haardhout zijn dus: Berkenhout – extra schoon, veel warmte. Essenhout – brandt traag, mooi vlammenspel. Eikenhout – brandt traag, weinig rook en geeft knetterende vlammen.
De meest gebruikte houtsoort in de haard is eikenhout. Een elastische en harde houtsoort die makkelijk te verkrijgen is. Praktisch elke bouwmarkt heeft eikenhout voor de houthaard op voorraad. Het duurt even om het hout brandend te krijgen, maar het brandt daarna wel lang.
Hout van fruitbomen geeft het mooiste vuur met de minste rook. Eik en beuk branden lang, geven mooie vlammen, en de kooltjes gloeien lang na. Zachtere houtsoorten (populier of wilg) branden minder lang maar geven sneller warmte, en je vuur laait hoger op.
Douglas hout is een naaldhout soort die meer en meer wordt ingezet in oeverbescherming en waterkeringen. Het is een van de hardste Europese naaldhoutsoorten en wordt om die reden ook gebruikt in constructies van bruggen, vlonders en veranda's. Het is een goedkoper alternatief voor het duurdere hardhout.
Douglas hout is hout van de douglasspar. Het kernhout van de douglasspar valt onder klasse 3-4 en is dus matig duurzaam. Het is één van de hardste Europese houtsoorten en wordt na uitdroging steeds harder.
Alle hout is brandbaar, ook dat van coniferen. Enkel, coniferen bevatten harsen die moeilijker drogen, die ook door en door droog moeten zijn om niet aan te laden in de schouw, en die dus meer geduld vergen vooraleer ze brandhout zijn.
Berkenhout /Elzenhout
Dit type hout is uitermate geschikt voor speksteenhaarden, Finovens, openhaarden, buitenhaarden en haarden met weinig trek. Deze houtsoorten zijn zeer gemakkelijk aan te steken en blijven “zonder veel omkijken” met veel vlam branden en geven daardoor veel sfeer.
Dennenhout bevelen we ook niet aan, in de open haard tijd was het een hele vette “nee!” omdat het dennenhars in een open haard niet goed verbrande. In de moderne houtkachel is dat niet meer belangrijk. Toch bevelen wij het niet aan omdat het hout dan wel echt perfect gekloofd en droog (max12% vocht) moet zijn.
Beuken is ietsje harder en heeft daarom een hoog rendement. Het is een populaire soort openhaardhout om mee te stoken. Het hout geeft veel warmte af en ruikt erg lekker.
Brandhout te lang opslaan is geen goed idee.
Hierdoor stijgt de kans op houtworm en boktorren. Bovendien verliest het jaarlijks 3% van haar energiewaarde. Wij raden een houtvoorraad van 3 jaar aan.
Bovendien vervuilt de schoorsteen sneller en door de roetvorming kunnen schoorsteenbranden ontstaan. Beter niet doen dus. Ook tropisch hardhout is niet geschikt. Een extra waarschuwing: er zijn ook houtsoorten die ook onbehandeld bij verbranding giftige dampen afgeven.
Net als de meeste andere naaldbomen brandt een den snel en fel, met veel (smerige) rookontwikkeling. Een den klooft makkelijk, droogt snel, brandt goed, geeft matige warmte, rookt matig, spat maar is wel goed aanmaakhout.
Waar een houtkachel hout gebruikt als brandstof en een CV elektriciteit, gebruikt een pallet kachel zogenoemde pellets als brandstof. Dit zijn korreltjes samengeperst zaagsel, afkomstig van afvalhout uit de houtindustrie. En met een rendement tot wel 93% bent u dus erg milieuvriendelijk aan het stoken.
Toch is er een verschil tussen zogenaamd hardhout en harshoudend (zacht) hout. Die laatste categorie (den, spar, berk, pallethout, ...) is niet geschikt voor de meeste kachels en haarden. Bij de verbranding komen harsen vrij die verdampen.
Hoeveel hout je dus per avond stookt is volledig afhankelijk van hoe lang je de houtkachel of openhaard wilt laten branden. Je mag ervan uitgaan dat een blok haardhout van de zachte variant ongeveer 1-1,5 uur brandt en een hardhouten blok ongeveer 1,5-2 uur. Uiteraard afhankelijk van de grootte van het houtblok ð .
Hoe lang je met één kuub haardhout doet, hangt weer af van hoe vaak je de houtkachel gebruikt. Als het winter is, maak je vaker van de kachel gebruik dan in de lente. Als de winter heel streng is, stook je meer. Als je de houtkachel ook ter recreatie gebruikt, ben je natuurlijk wat duurder uit.
In tegenstelling tot het stoken van gas kan een houtkachel 100% besparen, aangezien deze CO2-neutraal kunnen zijn. Op jouw energierekening is een besparing van wel 50% mogelijk. Jaarlijks begint men vaak met dezelfde missie, namelijk het besparen op de gaskosten.
Droog hout geeft een hol geluid al u twee stukken tegen elkaar aanslaat. De barst van droog hout is gemakkelijk te pellen. Nat hout is vaak nog groen van kleur. Vochtgehalte droog hout is 20% of minder.
Naaldbomen. Vurenhout gebruiken als aanmaakhout, niet gebruiken in de open haard en niet gebruiken voor de kachel (vervuiling van het rookkanaal).
Eigenschappen van berk als brandhout
Dit is te danken aan de schone witte schors van de berk. Doordat dit hout weinig zuurstof nodig heeft om goed te branden, veroorzaakt het ook weinig vervuiling door rook. De vlammen geven een gezellige warmte waardoor het een ideale houtsoort is om te gebruiken als brandhout.
Het verschil tussen Douglas hout en hardhout zit hem ook in de duurzaamheidsklasse. Douglashout heeft duurzaamheidsklasse 3 en gaat wel 10 tot 15 jaar mee! Hardhout heeft een duurzaamheidsklasse 1 is gaat zo'n 25 jaar mee.
Douglas hout is ingedeeld in klasse 3 qua duurzaamheidsklasse. Dit wil zeggen dat het hout ongeveer 10 tot 15 jaar meegaat in een buitenomgeving.