Schizofrenie komt voor bij ongeveer één op de honderd mensen en treft meer mannen dan vrouwen (bron: Ypsilon). De ziekte ontstaat meestal voor het eerst tussen de 16 en 35 jaar en komt voor over de hele wereld. De eerste symptomen treden vaak op na cannabis gebruik bij jongeren.
Als je geen familieleden met schizofrenie hebt is die kans maar 1%. Maar erfelijkheid is niet het enige. Wat er in je omgeving gebeurt speelt namelijk ook een rol. Als je aanleg voor schizofrenie hebt, wordt een psychose vaak uitgelokt door iets wat in de omgeving gebeurt.
Het gebeurt heel weinig dat bij mensen op late leeftijd schizofrenie wordt geconstateerd. Ze hebben meestal al een lange periode achter de rug met terugkerende psychosen en functioneren niet zoals gezonde mensen van dezelfde leeftijd.
Voorbeelden van omgevingsfactoren die spelen bij schizofrenie zijn (hevige) stress, traumatisch ervaringen, uitsluiting en drugsgebruik. Omdat genetische aanleg een rol speelt wordt schizofrenie ook wel een neurobiologische ontwikkelingsstoornis genoemd.
Bij schizofrenie kunnen de volgende symptomen optreden: Hallucinaties: waarnemingen zonder een externe prikkel. Iemand die een hallucinatie heeft, denkt iets te horen, zien, ruiken, proeven of voelen dat er niet is. Wanen: ideeën of overtuigingen die niet kloppen.
Uit de resultaten komt naar voren dat schizofrenie geassocieerd blijkt met een kortere levensverwachting: mannen bereiken een voorspelde leeftijd van gemiddeld 59,9 jaar, terwijl dat bij vrouwen 67,6 jaar is. De metabole ontregeling wordt, zoals gezegd, als belangrijke oorzaak gezien van de kortere levensverwachting.
Veelvoorkomende symptomen van schizofrenie zijn wanen, hallucinaties en denkstoornissen, verstoring van aandacht, gebrek aan emoties, en geheugenstoornissen. Daarnaast komt ook depressie veel voor en is het risico op zelfdoding zo'n 10%.
Helaas is schizofrenie niet te genezen. Voor behandeling van schizofrenie is het van groot belang dat zo snel mogelijk de juiste diagnose gesteld kan worden. De behandeling is vervolgens gericht op het verminderen van de psychotische verschijnselen, en het verlagen van de intensiteit van deze verschijnselen.
Schizofrenie is een multifactoriële aandoening: zowel genetische als omgevingsfactoren spelen een rol bij het ontstaan. Schizofrenie is naar schatting voor 60-80% erfelijk bepaald. (zie ook de achtergrondinformatie over psychiatrische aandoeningen.)
Schizofrenie is een ziekte die nooit helemaal overgaat. Soms kan het bij een eenmalige psychotische episode blijven, maar kunnen restverschijnselen hinderlijk zijn.
Ze kunnen schreeuwen of heel zachtjes praten. Ze kunnen een paar woorden zeggen of urenlang doorpraten. Sommige mensen hebben de ervaring dat ze met hun stemmen gesprekken kunnen hebben, anderen niet. Bij sommige mensen zeggen de stemmen fijne dingen, bij anderen juist nare.
Patiënten met schizofrenie kunnen een arbeidsongeschiktheidsuitkering bij het UWV aanvragen. Mensen zonder arbeidverleden kunnen een beroep doen op de Wajong als zij voor hun 17e levensjaar of tijdens hun studie arbeidsongeschikt zijn geworden.
Internationaal spreekt men van schizofrenie, wanneer de psychotische verschijnselen langer dan 6 maanden aanhouden en de klachten maken dat functioneren in dagelijkse leven, zoals je werk, studie, wonen en je gezin moeilijk zijn. Dat betekent niet dat de psychotisch symptomen 6 maanden of langer moeten duren.
De stadia van schizofrenie
Zoals wij in het vorige hoofdstuk al hebben gezien, is schizofrenie waarschijnlijk een levenslang bestaande aandoening die al voor de geboorte begint als een stoornis in de ontwikkeling van de hersenen.
Gemiddeld krijgt iets minder dan 1% van de bevolking de diagnose schizofrenie. In Nederland gaat het om circa 130.000 mensen. Het moge duidelijk zijn dat deze mensen niet allemaal gevaarlijk zijn. Integendeel, mensen met schizofrenie zijn vaker slachtoffer dan dader van moord en geweld.
Een psychose begint vaak met niet-specifieke klachten. Iemand verandert bijvoorbeeld in zijn gedrag, lijkt niet langer geïnteresseerd in sociale contacten en wordt minder actief. Vervolgens wordt hij bijvoorbeeld achterdochtig, hoort stemmen, hallucineert en kan niet meer helder denken.
Wat is het? Schizofrenie is een ernstige en chronische psychiatrische aandoening die wordt gekenmerkt door langdurige of terugkerende psychoses. Een psychose is een toestand waarbij een persoon het normale contact met de werkelijkheid verliest. Schizofrenie heeft vaak een veranderlijk verloop.
Als je een schizofrene stoornis hebt, maak je vaak een verwarde indruk. Je bent bijvoorbeeld angstig, je hoort stemmen of je hebt last van hallucinaties. Hierdoor zeg je of doe je dingen die voor buitenstaanders onbegrijpelijk zijn. De stoornis begint meestal tussen het 16e en 30e levensjaar.
Behalve op effectieve rehabilitatieprogramma's moeten patiënten in het beschermd en begeleid zelfstandig wonen een beroep kunnen doen op goede psychologische, psychiatrische en somatische behandeling. Daarvoor moeten goede verbindingen worden gelegd met het ambulante ggz-behandelaanbod voor mensen met schizofrenie.
Schizofrenie wordt een hersenziekte genoemd omdat er een verstoring is opgetreden in de informatieverwerking in de hersencellen. Deze verstoring wordt ook wel neurobiologische ontwikkelingsstoornis genoemd.
Symptomen van schizofrenie
Iemand die lijdt aan schizofrenie heeft in een bepaalde periode last van wanen, hallucinaties, ernstig verward gedrag, verwarde spraak of verwarde emoties. Vaak zijn vooral de wanen en hallucinaties duidelijk aanwezig. Wanen zijn gedachten die niet kloppen met de werkelijkheid.
Een beginnende psychose kán vanzelf overgaan.
Als je bij de eerste signalen hulp krijgt, kan een beginnende psychose in de kiem worden gesmoord, zelfs zonder behandeling. Die aanloopfase kan weken tot maanden duren.
Een psychose zonder medicatie kan binnen een week weg zijn of een jaar of langer aanhouden. Er is geen precies antwoord op te geven, behalve dat je ook zonder medicatie uit de psychose kan komen. Het is over het algemeen niet zinvol om iemand te proberen overtuigen dat anderen zijn ideeën niet hebben.
Luister goed, heb respect en maak geen verwijten. Vraag naar wat hij of zij denkt, ziet, hoort en voelt. Neem hem/haar serieus, maar ga niet in de wanen of hallucinaties mee. Oordeel niet over zijn ideeën, maar geef rustig aan dat u het anders ziet.