Kan irritatie van de luchtwegen veroorzaken. Kan slaperigheid of duizeligheid veroorzaken. Kan genetische schade veroorzaken <blootstellingsroute vermelden indien afdoende bewezen is dat het gevaar bij andere blootstellingsroutes niet aanwezig is>.
"Kan bij inademing allergie- of astmasymptomen of ademhalingsmoeilijkheden veroorzaken." "Kan irritatie van de luchtwegen veroorzaken." "Kan slaperigheid of duizeligheid veroorzaken." "Kan schadelijk zijn via de borstvoeding."
Enkele voorbeelden van H-zinnen: H224 Zeer licht ontvlambare vloeistof en damp. H280 Bevat gas onder druk; kan ontploffen bij verwarming.
H224 Zeer licht ontvlambare vloeistof en damp. H225 Licht ontvlambare vloeistof en damp. H226 Ontvlambare vloeistof en damp. H227 Brandbare vloeistof.
De etiketten van de gevaarlijke stoffen zijn naast de gevarenpictogram ook voorzien van zogenaamde H- en P-zinnen. De H-zinnen zijn gevarenaanduidingen (H van hazard / gevaaraanduiding). De P-zinnen wijzen op voorzorgsmaatregelen (P van precaution / veiligheidsaanbeveling ).
Kankerverwekkende stoffen zijn aangegeven met H-zin H350, mutagene stoffen met H340 en voortplantinggiftige stoffen met H360. NB. De H-zinnen H351, H341, H361 zijn producten die verdacht kankerverwekkend, mutageen of voortplantingstoxisch zijn.
Ontvlambare stoffen zijn te herkennen aan een van de volgende H-zinnen op het gevaarsetiket: H220: Zeer licht ontvlambaar gas. H221: Ontvlambaar gas. H222: Zeer licht ontvlambare aerosol.
De prestaties 'zorg zoals specialisten ouderengeneeskunde en artsen verstandelijk gehandicapten bieden' en H335 behandeling specialist ouderengeneeskunde en H336 behandeling arts verstandelijk gehandicapten zijn inhoudelijk hetzelfde.
H318 Veroorzaakt ernstig oogletsel en oogirritatie (onomkeerbaar). H319 Veroorzaakt ernstig oogletsel en oogirritatie (omkeerbaar). H330 Zeer giftig: Dodelijk bij inademing.
Cat 1 H317 Kan een allergische huidreactie veroorzaken. Cat 1 H318 Veroorzaakt ernstig oogletsel. Cat 2 H319 Veroorzaakt ernstige oogirritatie. Cat 1, 2 H330 Dodelijk bij inademing.
Risico is het gevaar maal de blootstelling
Risico wordt bepaald door het 'gevaar' van een actieve stof of product (H-zin) en de blootstelling daaraan. De stof kan gevaarlijk zijn, maar wanneer er weinig blootstelling is kan het middel nog steeds veilig gebruikt worden.
P301 “NA INSLIKKEN: “ P302 “BIJ CONTACT MET DE HUID: “ P303 “BIJ CONTACT MET DE HUID (of het haar): “ P304 “NA INADEMING: “ P305 “BIJ CONTACT MET DE OGEN: “ P306 “NA MORSEN OP KLEDING: “ P307 “NA blootstelling: “ P308 “NA (mogelijke) blootstelling: “ P309 “NA blootstelling of bij onwel voelen: “ P310 “Onmiddellijk een ...
Gevaarsymbolen waarmee duidelijk wordt wat de risico's van de stof zijn. R-zinnen waarmee bijzondere risico's worden aangegeven. S-zinnen waarmee veiligheidsaanbevelingen worden gedaan.
P-zinnen – waarbij de P staat voor precaution (oftewel voorzorg) – geven aan welke (voorzorgs)maatregelen je dient te nemen wanneer je een product gebruikt wat gevaarlijke stoffen bevat.
Bijtend. Product heeft een vernietigend effect op lichaamsweefsels als huid, ogen en slokdarm en veroorzaakt brandwonden. Daarnaast kan het product textiel, hout en metaal aantasten.
Voor een aantal stoffen of gevaarlijke mengsels vraagt de Europese Unie via CLP bijkomende informatie die niet vereist is door het GHS. Het kan gaan om bijkomende informatie over de gevaren. Deze worden aangeduid als EUH-zinnen.
P380 - "Evacueren." P401 - "... bewaren." P501 - "Inhoud/verpakking afvoeren naar..."
Kankerverwekkende stoffen zijn stoffen die kanker kunnen veroorzaken of de kans op kanker kunnen vergroten. Mutagene stoffen kunnen het erfelijk materiaal beschadigen en in combinatie met andere stoffen kanker veroorzaken. Kankerverwekkende en mutagene stoffen kunnen in vrijwel alle werksituaties voorkomen.
Soms is een kankerverwekkende of mutagene stof niet verpakt, maar komt deze vrij tijdens het werkproces. Voorbeelden zijn hardhoutstof, kwartsstof en dieselmotoremissie. Deze stoffen zijn niet voorzien van een verpakking en hebben dan ook geen H-zinnen (gevaarsaanduidingen).
Het signaalwoord 'gevaar' wordt gebruikt voor de meest gevaarlijke categorie binnen een klasse. Het signaalwoord 'waarschuwing' wordt gebruikt voor de minder gevaarlijke categorie binnen die klasse. De signaalwoorden worden afzonderlijk van elkaar gebruikt.
De S-zinnen bevatten de eruit voortvloeiende veiligheidsaanbevelingen, gedragingen of werkwijzen die de kans op lichamelijke of materiële schade minimaliseren.
De R-zin geeft dus een (mogelijk) gevaar aan van een product. Vaak zijn er meer risico's verbonden aan het gebruik van een product. In zo'n geval worden de risico's achter elkaar vermeld op numerieke volgorde, bijvoorbeeld R 11-38-51/53-65-67, wat staat voor de risico's R 11, R38, R 51/53, R 65 en R 67.
Eisen etiket gevaarstofsymbolen
GHS (Globally Harmonised System) is een wereldwijde uniforme van het indelen, classificeren en etiketteren van gevaarlijke stoffen. Deze chemische stoffen kunnen worden ingedeeld in 3 gevarenklassen: Fysische gevaren, Gevaren voor gezondheid, Gevaren voor het milieu.
Basiselementen van een etiket op een gevaarlijke stof
– de naam van het de stof; – één of meerdere gevarenpictogrammen; – de vermelding “gevaar” of “waarschuwing”; – gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen (de H(azard)- en P(recautions)zinnen);
Hoe herken je gevaarlijke stoffen? Schadelijke producten in een verpakking kun je herkennen aan het etiket. Op het etiket staan rood-witte ruitvormige pictogrammen die het gevaar aanduiden. Er kan een signaalwoord bij staan.