U bent in principe verplicht om partneralimentatie te betalen als uw ex-partner na de echtscheiding onvoldoende inkomsten heeft om in het levensonderhoud te voorzien. Daarbij wordt rekening gehouden met uw levensstandaard ten tijde van het huwelijk.
De partner die behoefte heeft aan alimentatie heeft in principe recht op 60% van het netto gezinsinkomen zoals dat gold tijdens het huwelijk. Er wordt dus gekeken naar de financiële welstand van partijen tijdens het huwelijk.
Partneralimentatie geldt alleen bij een scheiding
Het recht op partneralimentatie bestaat niet alleen als je getrouwd was. Partneralimentatie moet soms ook worden betaald na het verbreken van een geregistreerd partnerschap. Ook als je hebt samengewoond kun je afspreken om partneralimentatie te betalen.
Duurde het huwelijk of partnerschap korter dan 5 jaar en heeft u geen kinderen? Dan heeft u net zo lang recht op partneralimentatie als het huwelijk of partnerschap duurde. Duurde uw huwelijk of geregistreerd partnerschap langer dan 5 jaar? Dan heeft u maximaal 12 jaar recht op partneralimentatie.
In een gemiddeld gezin met twee kinderen en een modaal inkomen kost een kind volgens het NIBUD per maand ongeveer € 400,-. Op basis van het TREMA-rapport komt de alimentatie dan per kind uit op € 140,- per maand. Meestal liggen de bedragen voor kinderalimentatie tussen € 100,- en € 500,- per kind per maand.
U bent in principe verplicht om partneralimentatie te betalen als uw ex-partner na de echtscheiding onvoldoende inkomsten heeft om in het levensonderhoud te voorzien. Daarbij wordt rekening gehouden met uw levensstandaard ten tijde van het huwelijk.
Afspraken alimentatie sinds 1 januari 2020
De partneralimentatie bedraagt maximaal 5 jaar. Of korter, als het huwelijk of geregistreerd partnerschap minder dan 10 jaar duurde. Dan ontvangt uw ex-partner alimentatie voor de helft van de tijd dat het huwelijk of partnerschap duurde.
Bij de scheiding moeten de gemeenschappelijke bezittingen verdeeld worden. U kunt daarbij denken aan de inboedel van uw woning, banktegoeden en de auto. Schulden van u samen, zoals bijvoorbeeld de hypotheek of schulden aan postorderbedrijven, moet u samen blijven betalen.
Volgens de wettelijke richtlijn bedraagt de duur van de partneralimentatie de helft van het aantal huwelijksjaren met een maximum van vijf jaar. Bijvoorbeeld: ben je 12 jaar getrouwd, dan moet je maximaal 5 jaar partneralimentatie betalen aan je minder verdienende ex-partner.
Uw ex partner kan tot 12 maanden gevangenisstraf krijgen als hij weigert de (kinder-)alimentatie te betalen. De rechter dient altijd te toetsen of het een proportionele straf is die hij uw ex partner oplegt. Het gaat dus niet om het plegen van een criminele daad, maar om het niet betalen van achterstallige alimentatie.
Je mag tijdens de scheiding afzien van partneralimentatie. Maak hierover duidelijke en heldere afspraken en leg deze vast in het echtscheidingsconvenant. Je mag ook een ander bedrag dan de officiële partneralimentatieberekening nemen. Maak ook in dat geval duidelijke en heldere afspraken.
De ex-partner die in de echtelijke woning woont kan op grond van art. 3:178 lid 1 BW de rechter verzoeken de woning voor maximaal drie jaar onverdeeld te laten.
In principe telt elk redelijkerwijs te verdienen inkomen mee in de draagkrachtberekening die de basis vormt voor een alimentatieberekening. Dus ook fooi, inkomsten uit een handeltje op marktplaats, overwerkvergoeding, dividend, huurinkomsten, rente op vermogen etcetera.
De draagkracht van de betaler
Deze kosten zijn kosten die de betaler zelf moet maken om rond te kunnen komen, zoals woonlasten en zorgverzekering. Wat er overblijft is draagkracht. Van de draagkracht is dan meestal ca. 60% beschikbaar voor alimentatie.
Welke kosten vallen onder de alimentatie? In principe vallen alle kosten van jullie kinderen onder de alimentatie. De verzorgende ouder zal dus de meeste kosten voor de kinderen moeten betalen vanuit de alimentatie.
Misschien kom je na je scheiding in aanmerking voor bijstand. De bijstand is bedoeld voor mensen die niet meer kunnen voorzien in hun levensonderhoud en geen recht hebben op een andere uitkering of regeling. Je vraagt bijstand aan bij het UWV WERKbedrijf. Als je er recht op hebt, betaalt de gemeente de bijstand uit.
Er is geen maximum gesteld aan de hoogte van de kinderalimentatie. Dit is echt afhankelijk van jullie inkomens. In de berekenmodule kun je de behoefte van de kinderen terugvinden. De alimentatie zal nooit hoger zijn dan deze behoefte.
Als je zelf geen of een beperkt inkomen hebt, en jullie gaan scheiden, neem dan zo spoedig mogelijk contact op met het OCMW in jouw gemeente; zij kunnen je helpen bij het aanvragen van een leefloon en samen met jou op zoek gaan hoe je deze situatie best aan pakt.
Kun je niet bij familie of vrienden terecht, wend je dan tot een vluchthuis of een opvangcentrum. Beschik je over weinig of geen inkomsten, dan kan je steeds financiële hulp aanvragen bij het OCMW. Ongeacht je financiële middelen kan je steeds een beroep doen op een advocaat, zelfs mogelijks gratis.
Wist je dat het meestal de vrouw is die het initiatief neemt om te gaan scheiden? Dit blijkt uit een onderzoek in Amerika. Maar ook in Nederland is het vaak de vrouw die de eerste stap zet. In 70 procent van de gevallen is het de vrouw die als eerste aangeeft te willen scheiden.
Het betalen of ontvangen van kinderalimentatie heeft geen invloed op het krijgen van een hypotheek. Kinderalimentatie wordt namelijk niet als inkomen gezien.
Zijn jullie langer dan vijf jaar met elkaar getrouwd of hebben jullie samen kinderen, dan geldt de maximale termijn van 12 jaar. Na deze 12 jaar stopt de alimentatieplicht en kun je gewoon stoppen met betalen. Gaat de ex in de tussentijd samenwonen, dan komt daarmee ook het recht op partneralimentatie te vervallen.
De overheid maakt in november bekend hoeveel procent meer u betaalt in het volgende jaar. Sinds 1 januari 2022 is dat 1,9%.
De partneralimentatie eindigt als: Een van ex-partners komt te overlijden; De alimentatieontvanger gaat hertrouwen, samenwonen, of een geregistreerd partnerschap aangaat; De alimentatieontvanger zelf genoeg inkomen heeft of de alimentatiebetaler de alimentatie niet meer kan betalen.