Er is nauwelijks gevaar. De laatste jaren doken er in onze buurlanden (niet in België) slechts enkele gevallen op waarbij een stadsvos hapte naar een kind. De kans dat je kind gebeten wordt door je eigen hond of die van de buren is vele male groter. Maar wees toch beter op je hoede voor 'tamme' vossen.
Bel meteen de dierenambulance, maar raak het dier niet aan en kom niet te dichtbij. Je loopt de kans om gebeten te worden of een ziekte op te lopen. Vind je een dode vos, neem dan contact op met Spaarnelanden. Binnen maximaal 24 uur wordt het dier dan weggehaald.
Als je bezorgd bent over je familie als je op reis bent, dan is een vossen talisman bij uitstek geschikt om bij je dragen. De vos als totemdier staat dus voor eenheid, onopvallendheid en aanpassingsvermogen, intelligentie, observatie en snelheid van denken en handelen.
Je kunt ze rustig tot een meter of twee naderen, maar aaien zit er niet in.
Vossen zijn niet kieskeurig en vinden alles lekker. Het liefst eten ze woelmuizen, hazen, en konijnen, maar ze zijn ook niet vies van kevers, regenwormen, egels, konijnen, vogels, insecten, eieren, bessen, afgevallen fruit, aas en afval.
De vos is een mooie verschijning met zijn kenmerkende rode pels en zijn dikke, lange pluimstaart. De vos heeft een scherp gehoor en een uitstekende reuk. Hij besluipt zijn prooi en kan zelfs op bomen klimmen. Soms rust hij overdag op de onderste takken van een boom.
Vossen jagen alleen, meestal 's nachts en in de schemering, maar in onverstoorde gebieden jaagt hij liever overdag. De vos is een opportunist: hij eet bijna alles. Hij kan hard rennen, tot zestig kilometer per uur, alhoewel zes tot dertien kilometer per uur de normale snelheid is.
Vossen doen het op z'n hondjes en blijven - eveneens zoals honden - tot een half uur aan elkaar gekoppeld na het paren. Hun gezwollen geslachtsorganen maken het onmogelijk om van elkaar los te komen.
Voor de hoogte van de omheining reken je ca. 2 meter. Een vos kan gemakkelijk over een obstakel van anderhalve meter hoog springen.
Leefwijze en voedsel
Vossen zijn opportunisten: ze leven van wat zich ter plaatse het gemakkelijkst laat verschalken. Kleine knaagdieren (vooral woelmuisen) en haasachtigen (haas, konijn) vormen het hoofdmenu. Maar ook vogels, insecten, eieren, bessen, afgevallen fruit, aas en afval wordt gegeten.
Hij is sierlijk, groot, sterk. Hij maakt lange reizen waarin hij zeer goed de weg weet te vinden. Hij kan stroomopwaarts zwemmen en metershoog springen. Net als de zalm is de mens met zalmeigenschappen ambitieus, doelgericht en een echte doorzetter.
Niet voor jou eigen hoogste goed, maar voor dat van een ander of anderen. De pad waarschuwt je oplettend te zijn en je langzaam maar zeker te bewegen in de richting die jou helemaal tot bloei laat komen. De pad is een trekdier. Waar hij geboren is, keert hij altijd terug om zich voort te planten.
Wat voor geluid máákt een vos eigenlijk? Zoals ook in The Fox wordt opgesomd: we weten dat een koe loeit, een varken knort, een schaap blaat en zelfs vissen, toch niet de meest lawaaierige van het dierenrijk, doen in ons collectieve brein 'blub'. De vos heeft echter geen signature sound.
Het experiment
De vossen waren al wat tammer dan hun wilde voorouders. Sinds het begin van de 20ste eeuw werden deze vossen al gefokt, waardoor de eerste stappen van het domesticatieproces al waren gezet. Vervolgens werden de tamste vossen steeds gekozen om zich voort te planten, in een zeer strenge selectie.
Naboots het geluid van een muis om de vos te lokken. De vos hoort deze tonen op meer dan 400 m. Een muis fluit niet, hij piept zacht en opgewonden. Makkelijk in gebruik.
Het kabinet wil de jacht op de vos daarom heropenen. Daarvan is Mulder geen voorstander, maar als er al op grote schaal op vossen worden gejaagd, zal dat vlees nooit in de vitrine van de slager terechtkomen. Vos is absoluut geen consumentenvlees, aldus de onderzoeker.
Niet alleen vossen maar ook steenmarters, loslopende honden en eventueel roofvogels laten een gemakkelijk bereikbaar hapje niet liggen. Hoe zou je zelf zijn? Bovendien durven ook bruine ratten en wezels wel eens kippeneieren te stelen.
Zorg dan voor een omheining op basis van de hieronder afgebeelde principes. Span een stevig ijzeren gaas aan de buitenkant van de palen van minstens 1,45 mm dik en met een maasgrootte van maximum 3 x 3 cm. Maak je omheining minstens 180 cm hoog zodat de vos er niet overheen kan springen.
Vossen graven veel, om te voorkomen dat een vos via een tunnel alsnog in het hok terecht kan komen is het aan te raden om het hekwerk van de ren minimaal 50 cm in te graven.
Tijdens de paartijd gaat het mannetje (rekel) op zoek naar een vrouwtje (moertje). Als je 's avonds heel stil bent, kun je ze mogelijk horen keffen en schreeuwen. Dat is om hun territorium af te bakenen of om een partner te roepen. Vossen zien er in de ranstijd ook op hun mooist uit.
Ze benadrukt dat vosjes een zeer sterke, slechte geur verspreiden en dat je ze niet te lang binnen kan houden. Daarenboven maken ze veel spullen stuk en krijg je ze meestal niet zindelijk. Ook dienen vossen een zeer strikt dieet te volgen. Als ze dit niet doen, kunnen ze blind worden.
Kruisingen met vos of wasbeerhond zijn nog nooit waargenomen en liggen ook niet voor de hand aangezien ze genetisch te veel van elkaar verschillen.
Afmetingen: Kop-romplengte: 50 – 80 cm Staart: 33 – 50 cm (ongeveer 1/3 lichaamslengte) Gewicht: 3.5 – 14 kg Het mannetje (rekel) is groter dan het vrouwtje (moer) en vossen in het noorden van Europa zijn iets groter dan die in het zuiden.
De doorsnee van de pijp (gang naar het hol) is ongeveer 20 cm. Het komt voor dat vossen zelfs hun hol delen met konijnen en dassen. Een zelfgegraven hol bevindt zich meestal in een zandbank, onder een omgevallen boom, tussen boomwortels of onder rotsen en heeft vaak twee tot vier ingangen.
De vos jaagt vooral op kleine zoogdieren zoals konijnen, knaagdieren en bruine ratten, maar ook eend- en hoenderachtigen staan weleens op het menu. Wanneer het op zijn pad komt, smult de vos ook van verkeersslachtoffers, eieren en zelfs afval. Vooral jonge vossen eten ook insecten en (gevallen) vruchten.