De kans op herhaling van een TIA is afhankelijk van • de oorzaak • welke risicofactoren voor een TIA bij u aanwezig zijn • de mogelijke aanpak van deze risicofactoren. Veel hangt dus af van de vraag of het goed lukt een eventuele oorzaak te behandelen en de risicofactoren te verminderen.
Je kans op een nieuwe TIA verkleinen
Gezond leven is voor iedereen belangrijk, maar zeker na een TIA. Vooral roken en hoge bloeddruk verhogen het risico op een nieuwe TIA of een beroerte.
In Nederland krijgen jaarlijks zo'n 50.000 mensen een TIA. Een TIA (Transient Ischemic Attack) is een tijdelijke afsluiting van een bloedvat in de hersenen.
Bel direct 112, de huisarts of huisartsenpost als u 1 of meer van deze klachten heeft. Bel ook als de klachten alweer verdwenen zijn. Schrijf de tijd op wanneer de klachten zijn begonnen. De huisarts onderzoekt of u een TIA heeft gehad.
Stress als oorzaak
“In de jaren daarna volgden nog 4 beroertes en meerdere TIA's. De grootste oorzaak bleek stress.
Na een TIA worden standaard de volgende medicijnen voorgeschreven: Acetylsalicylzuur, Clopidogrel (Plavix) en Simvastatine (Zocor).
Na een herseninfarct of TIA krijgt u bloedverdunners, bloeddrukverlagende tabletten (indien de bloeddruk verhoogd is) en cholesterolverlagende tabletten. De bloedverdunnende tabletten zorgen ervoor dat er minder snel een bloedpropje ontstaat. Bij gebruik van Ascal is een maagbeschermer gewenst.
Dit is een tijdelijke doorbloedingsstoornis in de hersenen. Het is eigenlijk een kortdurend herseninfarct. De klachten van een TIA zijn dezelfde als die van een “gewone” beroerte maar duren meestal niet langer dan twintig minuten. In elk geval zijn de klachten binnen vierentwintig uur weer volledig verdwenen.
Dagbehandeling en herstel
Een revalidatietraject kan gemiddeld vier weken tot drie maanden duren. Daarna volgt vaak nog een dagbehandeling, en daar komen weer nieuwe vragen en problemen aan de orde.
Vermoeidheid komt na een TIA of CVA vaak voor. De vermoeidheid is voor uw omgeving niet zichtbaar, maar kan grote invloed hebben op uw dagelijks leven. De vermoeidheid kan direct na het CVA ontstaan. Twee jaar na een CVA heeft de helft van de mensen nog last van vermoeidheidsklachten.
Over het algemeen wordt een TIA veroorzaakt door een bloedprop. Deze bloedprop kan ontstaan door hartritmeproblemen of een hartaanval. Maar vaak wordt een bloedprop veroorzaakt door aderverkalking en stollingsproblemen. Als de bloedprop de hersenen bereikt, kan de bloedprop een bloedvat afsluiten.
Om de kans op een nieuwe TIA of herseninfarct te voorkomen krijgt u medicijnen die de bloedstolling beïnvloeden. Dit zijn plaatjesremmers, zoals bijvoorbeeld Clopidogrel (Grepid). Deze medicijnen zorgen ervoor dat de bloedplaatjes minder samenklonteren.
Is een TIA ook te zien op een scan? Een TIA is niet te zien op een CT- of MRI-scan. De scans sluiten vooral andere oorzaken uit, zoals een hersenbloeding of infarct. Dit is wel belangrijk, want de 3 verschillende soorten beroerte hebben ieder een eigen aanpak nodig.
Bij een TIA treedt hoofdpijn vrijwel nooit op. - Tintelingen in handen en voeten, misselijkheid, en het zien van “schit- teringen” zijn verschijnselen die soms wel bij migraine optreden, maar vrijwel nooit bij een TIA. - TIA's beginnen plotseling. Meestal verdwijnen de verschijnselen binnen enkele minuten.
Na een beroerte (CVA) of een TIA (een korte voorbijgaande beroerte), worden vaak bloedverdunners voorgeschreven om de kans op herhaling van een beroerte te verkleinen. Bloedverdunners zorgen ervoor dat er minder snel stolsels in het bloed ontstaan. Het zorgt er dus voor dat het bloed 'dun' genoeg blijft.
Bij een TIA (Transient Ischaemic Attack) gaat er even iets mis in de bloedvaten van de hersenen. Hierdoor krijgt een deel van je hersenen tijdelijk te weinig bloed. Meestal gaat een TIA binnen 30 minuten over, maar soms kan dit tot wel 24 uur duren.
Na een herseninfarct of TIA krijgt u medicijnen om de kans op nóg een herseninfarct of TIA te verkleinen. Deze medicijnen blijft u in principe uw leven lang gebruiken.
TIA's geven geen blijvende verschijnselen, waardoor het moeilijk kan zijn om vast te stellen of je inderdaad een TIA hebt gehad. Het komt er immers op aan dat de arts uit je verhaal kan afleiden dat er een TIA is geweest. Als je verlammingen hebt gehad kun je dat vaak wel duidelijk vertellen.
Er kunnen zich op die plekken stolsels vormen. Meestal sluit zo'n stolsel de halsslagader niet helemaal af. Het kan wel doorschieten naar de hersenen en daar een kleiner bloedvat verstoppen. Bij een TIA lost het stolsel vanzelf op, bij een herseninfarct niet.
Ongeveer 9 op de 10 mensen vertoont minstens één van de onderstaande symptomen bij een beroerte. Scheve mond: de mondhoek hangt plotseling naar beneden. Verwarde spraak: iemand praat ineens verward of kan de woorden moeilijk uitspreken. Lamme arm: plotseling ontstaat er krachtsverlies of verlamming van een arm.
Vaak is dit het gevolg van een neurologische aandoening, bijvoorbeeld een beroerte, Multiple Sclerose of de ziekte van Parkinson. Ook overmatige spanning, zoals in een drukke periode met veel zorgen of stress, kan voor problemen zorgen.
Kans op herstel
Meestal kan een arts na enkele weken een voorzichtige voorspelling doen. De grootste vooruitgang vindt plaats in de eerste weken. Na de eerste maanden tot jaren na een beroerte kan nog verbetering optreden. Ongeveer de helft van de patiënten kan na een half jaar zelfstandig leven.