Een vaginale stuitbevalling is een reële, veilige optie, omdat er in het ziekenhuis goed wordt gemonitord. Ik heb een kerngezonde baby en merkte niet dat het hoofdje er moeilijker uit te persen was dan het lijfje. Enkele uren na de bevalling konden we al naar huis en dat was bij een keizersnede niet mogelijk.
Omgekeerde houding
Dit doe je zo: Ga op handen en knieën zitten, breng je onderarmen plat op de grond, steun op je ellebogen en duw je billen omhoog. Rust met je hoofd op je armen en breng je bovenlichaam zo dicht mogelijk tegen de grond. Je kunt ook op je rug gaan liggen, met een kussen onder je billen en bekken.
Een vaginale bevalling bij een stuitligging. Een stuitbevalling lijkt in veel opzichten op een bevalling van een kind in hoofdligging. Er zijn ook drie fasen: de ontsluiting, het persen en de periode na de geboorte. De ontsluitingsfase verloopt vaak iets anders bij een stuitbevalling.
Wanneer je baby na 36 weken zwangerschap in stuit ligt, is de kans op een stuitbevalling groot. Meestal kan je zelf kiezen of je liever vaginaal bevalt of via een keizersnede.
Wat zijn de risico's bij een stuitbevalling? Een stuitbevalling houdt meer risico in voor de baby dan een bevalling in hoofdligging, omdat de navelstreng wat kan worden geklemd en het hoofdje soms niet vlot geboren kan worden. Daardoor kan de baby minder zuurstof krijgen.
Als de baby met het hoofd naar boven ligt (stuitligging) heb je bij een vaginale bevalling een iets hoger risico op problemen met de baby tijdens de geboorte. Je hebt bij een vaginale stuitbevalling ongeveer 50% kans dat het alsnog een keizersnede wordt. Bij een keizersnede zijn er meer risico's voor de moeder.
Meestal weten we niet precies waarom jouw baby in stuitligging ligt. Het komt vaker voor bij vrouwen die voor het eerst zwanger zijn of juist al veel kinderen hebben gekregen. Bij de bevalling ligt 3% van de kinderen in stuitligging.
Voor het kind is het bijna nooit gevaarlijk. Bij minder dan 10% van de kinderen zijn de harttonen na het draaien een tijdje iets langzamer. Daarom controleert de arts of verloskundige ze na afloop nauwkeurig. Heel soms blijven de harttonen anders en moeten we meteen een keizersnede doen.
Hoe voelt indalen? Het is goed mogelijk dat je niks merkt van het indalen van je baby, omdat het geleidelijk aan gebeurt. Soms kan het echter ook resulteren in harde buiken of indalingsweeën. Dat voelt als een trekkende of stekende pijn in je liezen of krampen in je onderbuik.
Vaak worden de eerste bewegingen omschreven als 'belletjes, bubbeltjes of kleine plopjes' of 'zoals je darmen, maar dan toch anders'. Als je je baby eenmaal hebt gevoeld, herken je de bewegingen. Je gaat je baby steeds vaker voelen.
Voor het kind is een keizersnede niet beter of slechter dan een vaginale bevalling. Een keizersnede brengt voor de moeder risico's met zich mee, zoals bloedingen, wondinfecties en problemen bij een volgende bevalling. De meeste vrouwen krijgen een ruggenprik. De operatie duurt ongeveer 30-45 minuten.
Uitwendige draaiing
Voor die tijd draaien veel kinderen nog uit zichzelf. Na 37 weken is er ook nog kans dat draaien lukt, maar is de draairuimte beperkter. De versie wordt uitgevoerd door een klinisch verloskundige van St. Antonius Geboortezorg die hierin gespecialiseerd is (versiekundige).
Breken vliezen bij stuitligging
Als de bevalling begint met het breken van de vliezen, dan bel je direct de gynaecoloog. Omdat een stuitje het bekken niet zo goed afsluit als een hoofdje, kan het zijn dat de navelstreng kan uitzakken, vooral als het stuitje niet is ingedaald kan dit voorkomen.
Het duwen kan een naar gevoel geven en zelfs pijn doen. Als het te veel pijn doet, kun je altijd aangeven dat we moeten stoppen met de behandeling. De buik kan ook na het draaien wat gekneusd voelen. Na het draaien controleren we weer de hartslag van de baby.
De buikwand kan door het duwen een paar dagen gevoelig en pijnlijk zijn. Dat is vervelend, maar kan geen kwaad. Na het draaien is de hartslag van de baby soms wat trager. De kans hierop is 5%.
Tot ongeveer 36 weken in de zwangerschap kan uw kind nog zelf draaien. Wanneer dit niet gebeurt, kan er besloten worden om, met hulp van de gynaecoloog, het kind te draaien. Dit gebeurt meestal rond de 36 weken, soms kan dit eerder of later zijn, afhankelijk van uw situatie.
Als een baby in hoofdligging ligt, is er een grotere kans op een natuurlijke bevalling. Voor 36-37 weken zwangerschapsduur draaien veel kinderen zelf nog tot een hoofdligging. De gynaecoloog beoordeelt of u in aanmerking komt voor het draaien van de baby, de zogenaamde “versie”.
Als het kind tegen het einde van de zwangerschap met de billen of de benen naar beneden ligt, is sprake van een stuitligging. Soms is draaien van het kind naar hoofdligging mogelijk. Lukt dit niet dan overlegt de gynaecoloog met u of de geboorte vaginaal plaatsvindt of met een keizersnede.
Het maakt voor de bevalling niet uit of een kindje al voor, of pas tijdens de weeën indaalt. Het is wel van belang als de vliezen breken. Als het hoofdje níet is ingedaald is er nog ruimte tussen het hoofdje en het bekken en zou er met het breken van de vliezen een navelstreng voor de hoofdje kunnen zakken.
In een omgekeerde houding is je hoofd lager dan je lichaam waardoor je kindje misschien meer ruimte heeft en/of een impuls voelt om te draaien. - je staat op handen en knieën, - je brengt je onderarmen plat op de grond en je billen omhoog. - je hoofd rust op je onderarmen of eventueel een kussen.
De meeste baby's draaien spontaan met het hoofd naar beneden voor de 34ste zwangerschapsweek. Daarna daalt de kans dat de baby uit zichzelf draait aanzienlijk, zeker als het je eerste kind is.
Wanneer vindt een uitwendige versie plaats? Vroeg in de zwangerschap, dus vóór 35 weken, is de kans groot dat de baby uit zichzelf nog naar hoofdligging draait. Wanneer de baby bij een zwangerschapsduur van 35 weken of meer in een stuitligging ligt, is het verstandig om te proberen de baby naar hoofdligging te draaien.
Welke datum. Via het Verloscentrum krijgt u te horen op welke datum de keizersnede is gepland. Als het kan, is dit na 39 weken zwangerschap. Voor 39 weken kan het kind nog veel vocht in de longen hebben bij een keizersnede waardoor het kind na de geboorte soms problemen kan hebben met ademhalen.
Er is altijd een kans dat de baby ook na 34 weken of later uit zich zelf toch nog naar hoofdligging draait. Het is ook mogelijk om te proberen de baby te laten draaien door een versiepoging te laten doen.
Je blijft 48 uur in het ziekenhuis na een keizersnede. De kraamzorgorganisatie die je zelf geregeld hebt, wordt door jouzelf of je partner telefonisch op de hoogte gebracht van de geboorte van jullie kind. De verpleegkundige van de afdeling zal je zeggen wanneer het een goed moment is om de kraamzorg te bellen.