Een stichting mag geld verdienen en winst maken en ook als doel hebben om winstgevend te zijn. Voorwaarde hiervoor is wel dat de winst wordt ingezet om het doel van de stichting te verwezenlijken. Winst maken met een commercieel ondernemingsdoel is niet toegestaan.
De bestuurders van een stichting kunnen ook in loondienst zijn van de stichting. De bestuurder is in loondienst als hij een arbeidsovereenkomst heeft. Hij verricht persoonlijke arbeid en krijgt daarvoor een vergoeding. Het werk moet in verhouding staan tot de vergoeding.
Vaak bepalen de statuten hoe de stichting een bestuurder beloont. Bijvoorbeeld dat een bestuurder geen recht heeft op loon, maar alleen op een onkostenvergoeding en/of vacatiegeld. Vacatiegeld is een vergoeding die bestuursleden ontvangen voor het voorbereiden en bijwonen van vergaderingen.
Een stichting heeft niet een echt democratisch karakter. Het bestuur bestuurt, en is de baas. Omdat er geen leden zijn, hoeft het bestuur geen rekening en verantwoording af te leggen aan haar leden. Er is dus ook geen sprake van een contributie; natuurlijk kunnen er wel donateurs zijn.
Een stichting mag geen commercieel doel hebben, maar wel winstgevend zijn. Het bestuur van een stichting is zelf niet hoofdelijk aansprakelijk voor mogelijke schulden. In plaats daarvan is de stichting zijn eigen rechtspersoon. De bestuurder moet volgens de wet zijn of haar taak wel naar behoren vervullen.
Als stichting of vereniging bent u belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting als u een onderneming drijft. U betaalt dan vennootschapsbelasting over de winst van uw onderneming.
Geen minimale kapitaaleis: voor het oprichten van een stichting is geen minimumkapitaal vereist. Hierdoor zijn de kosten voor het starten van een stichting erg laag. De nadelen: Winstuitkering: wanneer je een stichting opricht, kun je de winst niet naar jezelf uitkeren.
In tegenstelling tot een vereniging heeft een stichting geen leden. Wel kan er een raad van toezicht zijn aangesteld, die het handelen van de bestuursleden controleert. Een vereniging is democratischer, de leden controleren altijd het handelen van het bestuur.
In principe mag een stichting alle vormen van bezit of vermogen hebben om diens doel na te streven. Denk bijvoorbeeld aan een pand, grond, meubels, banksaldo, etc. Hier zijn geen speciale regels voor. Een stichting mag op allerlei legale manieren geld en bezittingen werven (subsidies, donaties, legaten, schenkingen).
Zo is het ook met de stichting: dit is een doelvermogen, en er is geen eigenaar. Toch gebeurt het regelmatig dat iemand zich eigenaar noemt van een stichting. Meestal betreft dat de oprichter of investeerder. Maar volgens de wet zijn zij uitsluitend bestuurder of crediteur.
Stichtingen hebben weliswaar eigen vermogen, maar er zijn geen eigenvermogenverschaffers waarmee transacties gedaan kunnen worden. Slechts bij oprichting wordt het beginvermogen aangeduid als kapitaal.
Het gemiddelde salaris voor a bestuurder (m/v) is € 5.376 per maand in Nederland.
Ja zeker is dat mogelijk. Net zoals een gewone natuurlijke persoon een rechtspersoon kan oprichten. Dus bijvoorbeeld een stichting kan een BV oprichten, een BV kan een coöperatie oprichten, een BV kan een BV oprichten.
Ook als stichting kun je personeel in dienst nemen. De stichting is dan werkgever.
Een stichting is een rechtsvorm die zelf de rechten en verplichtingen draagt, waardoor het bestuur privé beperkt aansprakelijk is. Een stichting oprichten geeft dus zekerheid dat de privé-eigendommen van de oprichter beschermd zijn voor eventuele schulden bij een faillissement.
Om de oprichting van een stichting toegankelijk te maken, zijn er diverse subsidies en fondsen beschikbaar. Dit betreffen voornamelijk subsidieregelingen van de overheid om activiteiten te stimuleren die een sociaal of ideëel doel hebben.
U kunt een stichting – net als andere rechtspersonen – slechts oprichten bij notariële akte. Een rechtspersoon is iets anders dan een “natuurlijk persoon”. Natuurlijke personen zijn individuele mensen. Als volwassene bent u bevoegd om rechtshandelingen te doen, bijvoorbeeld het kopen van een auto.
Stichtingen mogen alleen onroerend goed aankopen als dat in de statuten is bepaald. Een vereniging of stichting worden beide ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en zijn beide niet gericht op het behalen van winst. Er mogen geen uitkeringen worden gedaan aan bestuur of leden.
Om vastgoed in een stichting onder te brengen is certificeren belangrijk. Door het certificeren van onroerend goed wordt een scheiding gemaakt tussen de zeggenschap en het financieel belang. Bij certificering draagt u als eigenaar het onroerend goed over aan een Stichting Administratiekantoor, ook wel bekend als STAK.
In principe onbeperkt, er is namelijk geen wettelijke bepaling over een maximale bestuurstermijn. In de praktijk zie je dat bij veel verenigingen een statutaire beperking is opgenomen, waarbij een voorzitter voor een periode van vier jaar benoemd wordt en daarna één of twee keer herkozen kan worden.
Wel schrijft de wet voor dat de statuten de wijze van benoeming en ontslag van bestuurders moeten bevatten. In veel statuten is opgenomen dat het bestuur zichzelf benoemt (coöptatie), dat de bestuurders zijn benoemd voor een periode van vier jaar en dat zij één- of tweemaal herbenoembaar zijn.
Een stichting kan ook worden opgericht voor andere doelen. Iedereen kan een stichting oprichten: alleen of samen met anderen. Ook een rechtspersoon (zoals een vereniging of een bv) kan een stichting oprichten.
Naast het voordeel van rechtspersoonlijkheid is een ander voordeel van de stichting dat de stichting erg flexibel is. Je kan er bijvoorbeeld aandelen in onder brengen (STAK), derdengelden beheren, een maatschappelijk of sociaal doel nastreven of zelfs commerciële activiteiten verrichten.
Wat is het verschil tussen een vereniging of stichting? In het algemeen kiest men een vereniging als mensen samen maatschappelijke activiteiten willen ondernemen, zoals bijvoorbeeld bij een sport- of buurtvereniging. Een stichting richt men meestal op om een ideëel doel te behalen of zich daarvoor in te zetten.