Een wekedelensarcoom kan uitzaaien. Er raken dan kankercellen van het sarcoom los. Die kankercellen komen via het bloed of de lymfe op een andere plek in het lichaam terecht. Is er een kans dat het wekedelensarcoom is uitgezaaid, dan doet de arts extra onderzoeken.
Effectiviteit. De verschillende typen sarcoom hebben verschillende prognoses en een verschillend verloop. Met een optimale lokale behandeling is de kans op succesvolle controle meer dan 80%. Dit is mede afhankelijk van de plaats, de uitgebreidheid en de agressiviteit van de tumor.
Er zijn sarcomen die heel langzaam groeien, maar ook sarcomen die heel snel groeien. Binnen het Antoni van Leeuwenhoek behandelen we alle sarcomen met uitzondering van sarcomen in het bot. Op deze pagina leest u meer over de symptomen en de meest gebruikte diagnostische onderzoeken en behandelvormen bij sarcomen.
In de beginfase treden er bij sarcomen weinig tot geen symptomen op. Botsarcomen veroorzaken pijn, zwelling en warmte van de huid boven het gezwel. Als ze in de buurt liggen van een gewricht, kan de beweeglijkheid ervan verminderen. Weefselsarcomen blijven dikwijls symptoomloos.
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
Sarcomen zijn zeldzaam. In 2021 kregen 762 mensen de diagnose wekedelensarcoom.
Voordat zo'n uitzaaiing zichtbaar wordt moeten er enkele jaren verstrijken. Na vijf (of soms tien jaar) tumorvrij te zijn, gaat men ervan uit dat er geen uitzaaiingen waren. In feite was iemand dus al genezen op het moment dat de behandeling was gestopt. Het kan ook dat de kanker 'terugkomt'.
Nee, kanker opsporen met alleen een bloedafname, zonder te zoeken naar een specifieke kanker, kan niet. Als een arts een bepaalde kanker vermoedt, kan hij in een aantal gevallen wel (proberen) die op te sporen in het bloed. Meestal volstaat een bloedonderzoek echter niet.
T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid.
Een Ewing sarcoom is een kwaadaardige tumor die ontstaat in het bot maar ook kan voorkomen in de weke delen (spieren en bindweefsel). Een osteosarcoom is een kwaadaardige tumor uitgaande van het bot. De tumor komt het meest voor bij mensen tussen de 10 en 30 jaar en na 60 jaar.
T1-T4 beschrijft de grootte tumor en de mate van verspreiding naar omringende weefsels. Hoe groter het getal na de T, hoe groter de tumor is.
De term 'in situ' is Latijn voor 'op zijn plek'. De afwijkende cellen zitten op een bepaalde plaats en hebben het omliggende weefsel nog niet aangetast. Ze kunnen ook nog niet doorgroeien in de omgeving of uitzaaien. Een carcinoom in situ wordt daarom anders behandeld dan een kwaadaardige tumor.
Bij een goedaardige wekedelentumor is meestal alleen een operatie nodig. Er is dan geen vervolgbehandeling nodig. Soms hoort bestraling ook bij de behandeling, bijvoorbeeld bij een desmoïd of reusceltumor. Bij een kwaadaardige wekedelentumor (wekedelensarcoom) is bijna altijd een operatie nodig.
Symptomen van een liposarcoom in de buik
Een liposarcoom in de buikholte wordt vaak pas ontdekt als de tumor groter is. Maar ook als de tumor groot is, kun je lang niks merken. Er kunnen klachten ontstaan als de tumor tegen organen in je buik drukt, bijvoorbeeld buikpijn en sneller een vol gevoel hebben na het eten.
Soms wordt een desmoïd vanzelf kleiner of verdwijnt de tumor vanzelf. Daarom kan je arts voorstellen om eerst af te wachten en niet gelijk te behandelen. Dit heet ook wel 'afwachtend beleid'. Je komt dan regelmatig op controle.
Terwijl de tafel verschuift, maakt de CT-scan een aantal foto's. Op een foto is telkens een ander stukje van het orgaan of weefsel afgebeeld. Deze foto's maken een tumor en eventuele uitzaaiingen zichtbaar. Ze laten ook zien hoe groot de tumor is en welke vorm deze heeft.
Uitzaaiingen kunnen al bij de eerste diagnose aanwezig zijn, maar ook pas jaren later ontstaan. Als kankercellen losraken van de tumor, worden ze via het bloed of lymfebanen, of via beide, naar andere organen verspreid.
Kankercellen voeden zich, meer dan gezonde cellen, met suikers. Daarom zou een beperking van suikerinname via de voeding in theorie tumorgroei kunnen helpen vertragen. In de praktijk gebeurden de meeste wetenschappelijke studies die het verband tussen suiker en kanker bestudeerden, op dieren.
Een combinatie van een operatie en chemotherapie direct in de buik (HIPEC) kan de uitzaaiingen soms genezen. HIPEC staat voor Hypertherme IntraPeritoneale Chemotherapie. De behandeling kan alleen als er geen uitzaaiingen zijn naar de lever of de longen.
Om de overlevingskansen bij kanker uit te drukken, wordt vaak de vijfjaarsoverleving gebruikt. De vijfjaarsoverleving is het gemiddelde aantal mensen dat vijf na de diagnose kanker nog in leven is.
Een tumor is meestal onregelmatig van vorm en voelt heel hard aan, want bestaat uit vast weefsel. Ook een jonge volwassene (tot 40 jaar) kan klierzwellingen hebben ten gevolge van een infectie.
Een echografie is een onderzoek met geluidsgolven. Deze golven hoor je niet. De weerkaatsing (echo) van de golven maakt organen en weefsels zichtbaar op een beeldscherm. Zo kan de arts de organen in het lichaam bekijken en een mogelijke tumor en/of uitzaaiingen zien.
De herkenning van een weke delen tumor is vaak moeilijk. Een zwelling kan lang onopgemerkt blijven als deze diep in het lichaam of in elastisch weefsel zit. Vage pijnklachten kunnen dan de eerste klachten zijn. Als de tumor net onder de huid zit, kunt u deze voelen als een zwelling of knobbeltje.