U kunt een kind erkennen als u niet de juridische ouder van het kind bent. Dat wil zeggen als u niet getrouwd bent of geen geregistreerd partnerschap heeft met de moeder. Een stiefouder kan een kind erkennen als alleen de partner ouderlijk gezag heeft over het kind.
Niet alleen de biologische vader, maar ook een persoon die het kind niet verwekt heeft, kan een kind erkennen. Dan moet er wel aan een aantal voorwaarden voldaan zijn: De man die het kind erkent, moet 16 jaar of ouder zijn. De moeder of het kind moet vooraf schriftelijk toestemming geven.
Maar bent u bijvoorbeeld de nieuwe partner van de ouder, of de opa of oma van het kind? Dan kunt u soms het gezamenlijk gezag aanvragen. U moet dan een nauwe persoonlijke band hebben met het kind. Dat is bijvoorbeeld zo als u het kind al een tijd opvoedt en verzorgt.
Vervangende toestemming tot erkenning is alleen mogelijk als dit de belangen van de moeder bij een ongestoorde verhouding met het kind niet schaadt. De vervangende toestemming wordt ook niet verleend als de psychische en emotionele ontwikkeling van het kind daardoor in gevaar dreigt te komen.
Erkennen kind
Wilt u juridisch ouder worden van een kind door erkenning? Als de moeder (en het kind van 12 jaar of ouder) geen toestemming geeft, kunt u de rechter vragen om vervangende toestemming te verlenen. U kunt de rechter ook vragen om een eerdere erkenning ongedaan te maken.
Kind erkennen is gratis
De ambtenaar van de burgerlijke stand maakt een akte van erkenning op. Dit is gratis. Als u een afschrift van de akte van erkenning wilt hebben, zijn daar wel kosten verbonden. De gemeente kan u hierover informeren.
Veelal zal dit ook worden toegekend. De hoofdregel is namelijk dat gezamenlijk gezag in het in het belang van het kind is. Conclusie is dat vaders net zoveel recht op gezag hebben als moeders.
Een vader, die getrouwd is met de moeder van het kind, krijgt automatisch het gezag. Een vader die niet getrouwd is met de moeder, dient echter het kind te erkennen en apart het gezamenlijke gezag aan te vragen. In de praktijk blijkt vaak dat de vader van het kind wel het kind erkend heeft, maar geen gezag heeft.
Veroordeelden voor misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan moeten verplicht DNA afstaan. Het DNA wordt opgeslagen in een DNA-databank. Dat maakt het makkelijker om veelplegers (recidivisten) op te sporen en te veroordelen.
Plichten van de juridisch ouder zonder ouderlijk gezag
Plicht tot omgang met het kind (artikel 1:377a lid 1 BW). Plicht om het recht op familieleven van het kind te respecteren (artikel 8 EVRM). Plicht tot betalen van kinderalimentatie, naar draagkracht (artikel 1:392 lid 1 BW).
Het Burgerlijk Wetboek regelt in artikel 1:377a dat een kind recht heeft op omgang 'met zijn ouders en met degene die in nauwe persoonlijke betrekking tot hem staat'. Dit betekent dat ook opa en oma een recht op omgang met hun kleinkinderen kunnen hebben.
Bij gezag is ouder wettelijk vertegenwoordiger, bij enkel erkenning niet. Het verschil tussen erkenning en ouderlijk gezag zit met name in de vraag of de ouder de plicht heeft om het kind te verzorgen en op te voeden.
Nee, u kunt niet zelf afstand doen van het gezag over uw kind. Het is wel mogelijk om het ouderlijk gezag aan te passen naar eenhoofdig gezag van de andere ouder. De andere ouder heeft dan alleen het gezag. U kunt dit samen met de andere ouder vragen bij de rechter.
De vader kan door de moeder niet verplicht worden het kind te erkennen. Wel kan zij gerechtelijk laten vaststellen wie de verwekker is, aan de hand van DNA test. De rechter kan een DNA test bevelen, in het belang van het kind. In zoverre moet de vader dus een inbreuk dulden op zijn integriteit.
Hoe lang duurt het? De erkenning kan niet altijd direct tijdens de afspraak in orde worden gemaakt. Dit hangt af van de persoonlijke situatie van het kind en de erkenner. Erkenning duurt bijvoorbeeld langer als het kind geboren is voor 1985 of als de erkenner niet de Nederlandse nationaliteit heeft.
een geldig identiteitsbewijs van de erkenner en de moeder. persoonlijke of schriftelijke toestemming van de moeder. De moeder moet persoonlijk meekomen als u wilt dat het kind de achternaam van de erkenner krijgt. Naamskeuze kan alleen worden gedaan bij het eerste kind van de moeder en erkenner samen.
Meestal kost zo'n DNA-test tussen de €50 en de €200. Maar let op: soms komen hier ook nog abonnementskosten bij, die kunnen variëren van €80 tot wel €350 per jaar. Naast de DNA-tests die je zelf thuis kunt uitvoeren, bestaat er ook DNA-onderzoek naar erfelijke aandoeningen dat wordt uitgevoerd door klinische genetici.
Als de vader het DNA-onderzoek weigert, kan de rechter het DNA-onderzoek bij hem afdwingen. Met de vaderschapstest, of anders gezegd: de vaststelling van het vaderschap bij de rechtbank, kun je de wettelijke band laten bepalen tussen de biologische vader en het kind.
Het DNA-onderzoek is een deskundigen-onderzoek. In het kort betekent dit dat beide partijen in principe de helft van de kosten betalen, tenzij de rechter anders beslist.
U heeft als partner recht op 1 werkweek geboorteverlof als uw vrouw of partner is bevallen. Het maakt niet uit of u fulltime of parttime werkt. Geboorteverlof wordt ook wel kraamverlof, partnerverlof of vaderschapsverlof genoemd.
Gezag andere ouder stoppen
De rechter stopt het gezamenlijk gezag alleen als het in het belang is van het kind. De rechter bepaalt ook wie van u het gezag dan krijgt. Heeft u meer kinderen, dan bepaalt de rechter voor ieder kind apart wie het ouderlijk gezag krijgt.
Omvang omgangsregeling in de praktijk
Anders dan eens wordt gedacht, bestaat er in de praktijk in principe geen 'minimale omgangsregeling'. Dit komt omdat de omvang van de omgang afhangt van alle omstandigheden van het geval.
Kinderen van afwezige vaders zijn bijvoorbeeld vaak rationeel en helder. Ze hebben leiderschapskwaliteiten en zijn zich erg bewust dat anderen ondersteuning en goedkeuring nodig hebben, juist omdat ze het zelf niet kregen. Ze kunnen opkomen voor zichzelf en voor anderen. Ze houden vast aan hun verantwoordelijkheden.
De vader heeft net zoveel recht als de moeder om het co-ouderschap te weigeren, omdat co-ouderschap geen wettelijke verplichting is. De vader hoeft niet bang te zijn dat hij zijn kind(eren) helemaal niet meer ziet als hij co-ouderschap weigert. De vader heeft namelijk het recht op omgang met zijn kind(eren).
Als de moeder weigert om mee te werken aan een DNA-onderzoek, kan de rechter desgevraagd bepalen dat de moeder medewerking moet verlenen en daar een dwangsom aan verbinden. Daarnaast kan de rechter uit de weigering om mee te werken aan een DNA-onderzoek de gevolgtrekkingen verbinden die hij gerade acht.