De nodus is vrijwel zeker kwaadaardig; Een operatie van de schildklier is dan noodzakelijk.
Een schildklier met één of meerdere nodi kan vergroot zijn, maar dat hoeft niet. Een vergrote schildklier wordt een struma genoemd. Een nodus kan ontdekt worden, omdat u er last van heeft.
De knobbel is ontstaan door een cyste. Dit is een holte gevuld met vocht. De knobbel bestaat uit een sponsachtige samenstelling (colloïd nodus) of helemaal uit weefsel (solide nodus).
In de meeste gevallen geeft schildklierkanker geen klachten, behalve soms hinder van de knobbel zelf. Sommige klachten wijzen wel in de richting van schildklierkanker. Dit kan bijvoorbeeld zijn: het sneller groter worden (groeien) van een langer bestaande knobbel, heesheid van de stem, het ontstaan van nieuwe knobbels.
Als na een tijdje de knobbel groter wordt kan een tweede biopt nodig zijn. Want een goedaardige knobbel kan na een tijdje kwaadaardig worden.
Heeft u een schildkliercyste (een blaasje gevuld met vocht of bloed)? Dan hoeft er vaak niets te gebeuren. Zo'n cyste krimpt of verdwijnt soms spontaan. Soms komt een cyste in aanmerking voor ethanol ablatie.
Medullaire schildklierkanker ontstaat uit C-cellen. Deze vorm kan sneller groeien en zaait vaker uit dan papillaire en folliculaire schildklierkanker. De ziekte kan uitzaaien naar de lymfeklieren, de longen en de lever. Anaplastische schildklierkanker ontstaat uit follikelcellen, groeit erg snel en zaait snel uit.
De meeste patiënten met schildklierkanker genezen. Ongeveer 95% van de patiënten is na 15 jaar nog in leven. Er zijn patiënten met een verhoogd risico op terugkeer van de tumor.
Papillaire schildklierkanker groeit meestal langzaam. Er wordt over deze soort ook wel gezegd dat het 'goed gedifferentieerd' is. Goed gedifferentieerd betekent dat de kankercellen nog op gezonde cellen lijken. Meestal groeit een goed gedifferentieerde tumor langzaam en is de kans op uitzaaiingen op afstand niet groot.
Stress heeft een grote invloed op het functioneren van het schildklierhormoon. Langdurige stress zorgt er namelijk voor dat er minder van het efficiënte T3 kan worden aangemaakt en meer van minder efficiënte Reversed T3 (rT3) wordt aangemaakt. Een teveel aan rT3 blokkeert dan de receptoren van het schildklierhormoon.
Een schildkliernodus is een knobbel of zwelling in de schildklier. Meestal is een schildkliernodus goedaardig. In maar 5% van de afwijkingen is een schildkliernodus kwaadaardig (maligne). Een nodus kan per toeval ontdekt worden, bijvoorbeeld bij het maken van een echo of scan van de hals.
Een knobbel in de schildklier kan verschillende oorzaken hebben. Het kan bijvoorbeeld een cyste zijn, een holte gevuld met vocht. Een schildklierknobbel kan ook bestaan uit sponsachtig materiaal (een colloïd nodus) of een knobbel zijn die volledig uit weefsel bestaat (solide nodus).
Bij goedaardige schildkliergezwellen (adenomen)
We noemen ze koude nodules. Omdat ze een beperkt risico inhouden om kwaadaardig te worden, kan dit een reden zijn om een deel (meestal de helft) van de schildklier weg te nemen.
Goedaardige tumor
Goedaardige tumoren groeien niet door in omliggend weefsel en zaaien niet uit naar andere delen van het lichaam. Een goedaardige tumor kan wel vervelend of pijnlijk zijn als deze op het omliggende weefsel drukt. Als een goedaardige tumor klachten geeft, kunnen we de tumor weghalen.
Ja, een tumor kan goedaardig zijn: er bestaan zowel goedaardige als kwaadaardige tumoren. Een goedaardige tumor is geen kanker; alleen een kwaadaardige tumor is kanker. Tumor is het Latijnse woord voor gezwel.
Niet elke tumor is kanker
Een tumor kan goedaardig zijn. Een goedaardig gezwel groeit niet door andere weefsels heen, en kan zich ook niet uitzaaien. Het kan wel hinder geven. In dat geval kan het nodig zijn om het gezwel te verwijderen.
Schildklierkanker is zeldzaam. Jaarlijks horen ongeveer 700 mensen dat zij schildklierkanker hebben. Schildklierkanker kan op alle leeftijden voorkomen, maar komt vaak op relatief jonge leeftijd voor.
Mensen kunnen goed leven zonder schildklier. Wanneer een groot deel van de schildklier is verwijderd, is vaak medicatie nodig om het schildklierhormoon in het bloed op peil te houden. Bij een aandoening aan de schildklier wordt in de meeste gevallen eerst een andere behandeling geprobeerd.
Een knobbel in de schildklier ontstaat als een groepje cellen gaat groeien. De cellen kunnen goed- of kwaadaardig zijn. In de meeste gevallen is een schildklierknobbel goedaardig. Als een schildklierknobbel kwaadaardig is, heb je schildklierkanker.
Schildklierkanker is een zeldzame kankersoort. De kans op overleving is groot, maar veel mensen hebben te maken met late gevolgen van de ziekte en behandeling. Er zijn meer dan 8.000 mensen in Nederland die leven met of na schildklierkanker.
Een schildkliernodus is een zwelling (knobbeltje) in de schildklier. Deze zwelling is meestal goedaardig. De schildklier ligt laag, voor in de hals.
Schildklierkanker is een zeldzame kankersoort die begint in de schildklier. De schildklier zit voorin de nek, net onder de adamsappel. In Nederland krijgen per jaar ongeveer 700 mensen een vorm van schildklierkanker.
Meestal ontstaan de oogklachten tegelijk met de te snel werkende schildklier, maar de oogklachten kunnen ook pas later in het beloop van de schildklierziekte ontstaan. Soms bestaat de oogziekte zonder dat er sprake is van een te snel werkende schildklier.
Hormoongevoelige borstkanker kan behandeld worden met hormoontherapie. Hormoongevoelige borstkanker zaait minder snel uit en heeft een betere overlevingskans dan andere soorten borstkanker.
Een vergrote schildklier kan soms zo tegen het strottenhoofd drukken dat dit merkbaar wordt als een brokgevoel. Vaak zijn er ook bijkomende klachten van een te traag of te snel werkende schildklier. De randen van de halswervels raken op oudere leeftijd aan de voorzijde verdikt.