Het uitgroeien van een piercing is het omhoog uit de huid duwen van het sieraad! Hierbij komt steeds meer en meer zichtbaar van het staafje of ringetje. Dit kan komen door foutieve plaatsing of doordat het lichaam het sieraad afstoot. Uitgroei of afstoting van een piercing kan op alle plaatsen voorkomen.
Meestal groeien piercings het eerste jaar nog dicht wanneer het sieraad er een dag uit is. Na een jaar is het vaak wel mogelijk om het sieraad iets langer uit te laten, mits het helemaal genezen is. Vaak kunnen we met behulp van een kleine stretchpen een 'dichtgegroeid' gaatje toch nog open krijgen.
Reactie op piercing 2: Afstoting of uitgroeien
Dit houdt in dat je lichaam de piercing letterlijk van je lichaam af gaat stoten, duwen, uitgroeien. Dit zie je soms door ineens roodheid, jeuk, vervellen te zien aan de huid op of om je piercing. De roodheid kan donkerder worden.
De snelheid waarmee een neuspiercing dichtgroeit, hangt af van hoelang je 'm al hebt. In de eerste maanden kan dit heel snel gaan, zelfs op enkele uren. Het litteken dat een neuspiercing achterlaat is vergelijkbaar met dat op een oorlel. Het is er, maar niet storend zichtbaar.
Neuspiercing genezing
De genezingsperiode is ongeveer 8 weken. Bij een bridge piercing duurt dit langer: ongeveer 4 tot 6 maanden. Net zoals bij alle piercings is een goede verzorging erg belangrijk.
NEUSPIERCING LATEN ZETTEN
Wil je liever ringetjes als neuspiercing? Geen probleem! Dit kan direct worden aangepast nadat de piercing is genezen. Over het algemeen heeft het gaatje 3 maanden nodig om te genezen, mits alles goed wordt schoongehouden.
Neuspiercings worden standaard gezet met een 0.8mm draaddikte, echter kan een 1 mm piercing makkelijk gedragen worden in een neusholte van 0.8mm. Let erop: als de neus eenmaal aan een 1mm piercing is gewend geraakt al een 0.8 mm neuspiercing sneller uitvallen en dus minder comfortabel dragen.
Een tragus piercing wordt gezet in een gedeelte van het oor dat bestaat uit kraakbeen. Deze piercing zit amper in de weg tijdens het slapen en geneest vaak sneller dan elke andere piercing die in kraakbeen wordt gezet.
Snuit je neus voorzichtig. Dit mag je gewoon doen als dat nodig is, maar knijp niet je hele neus fijn. Check erna of al het snot echt weg is en er niets blijft hangen ð.
Kraakbeen is meestal vrij vervelend om te laten piercen, en aangezien je bij een neuspiercing kraakbeen pierct is dit dus gevoelig. Hoewel pijn natuurlijk relatief is, want wat bij de ene veel pijn is, is bij een ander een stuk minder pijnlijk.
Het uitgroeien van een piercing is het omhoog uit de huid duwen van het sieraad! Hierbij komt steeds meer en meer zichtbaar van het staafje of ringetje. Dit kan komen door foutieve plaatsing of doordat het lichaam het sieraad afstoot. Uitgroei of afstoting van een piercing kan op alle plaatsen voorkomen.
Afstoting gebeurt meestal in de weken en maanden na een nieuwe piercing, maar het kan ook jaren, zelfs decennia na het zetten van de piercing gebeuren.
Het dicht laten groeien van diverse piercings
Het kan per piercing verschillen hoe snel je piercing dicht groeit. Het dichtgroeien van een pas gezette helix piercing bijvoorbeeld gaat meestal vrij snel. Als je helixpiercing of andere kraakbeenpiercing al wat langer zit en goed genezen is, kan dit een flinke tijd duren.
Als het een staafje is, kun je in de meeste gevallen het balletje eraf draaien. Als het een ringetje met één balletje is zul je een spreider tangetje moeten gebruiken. Of bij je piercer langsgaan en vragen of hij/zij het voor je doet.
De neus screw piercing is de stevigste neuspiercing. Deze blijft namelijk altijd goed en stevig op zijn plek zitten. Dit komt door de speciale vorm van het staafje die ervoor zorgt dat de neuspiercing zichzelf klem zet tegen je neusveugel aan. Eenmaal op zijn plek zit hij dan ook goed vast.
De onderste 2/3e, vanaf halverwege de neusrug t/m de neuspunt, bestaan uit kraakbeenderen. Deze kraakbeenderen zijn zachter (als het bot zou zijn zou dit uitsteeksel te gemakkelijk breken) en vertonen de nodige elasticiteit, maar ook stevigheid om te belemmeren dat de neusvleugels dichtklappen bij inademing.
Het is volkomen normaal dat een piercing in de genezingsfase een geur achterlaat. De reden hiervoor is omdat bij de genezing wondvocht en bloed vrijkomt. Daarbovenop spelen de dode huidcellen en lichaamsvetten ook een rol. Deze combinatie kan ervoor zorgen dat de piercing een onaangename geur heeft.
Gebruik een wattenstaafje en een zeezout oplossing/zoutbad. Verschoon regelmatig je lakens en kussenslopen zodat je piercing bacterievrij blijft. Het lijkt voor de hand liggend, maar dit zal helpen. Als je een nieuwe piercing laat zetten, mag je nooit op de piercing zijde slapen.
Het piercen van deze neusvleugel zou menstruatieklachten verminderen, een bevalling gemakkelijker maken en zélfs de vruchtbaarheid stimuleren! Uit onze enquête blijkt dat zo'n 60% van de Alkmaarders met een neuspiercing vrouw is. Maar liefst 75% van deze vrouwen draagt haar neuspiercing aan de linkerkant.
Oorlel piercings zijn de meest voorkomende piercings. Mensen van jong tot oud kiezen elke dag voor piercings in het oor. Oorlel piercings zijn relatief pijnloos omdat ze worden gezet in een vlezig stuk huid zonder kraakbeen. Het zetten is eenvoudig, snel en hij geneest meestal redelijk goed.
Neem de tragus, het stukje kraakbeen aan de voorkant van je oor: in de tragus vind je acupunctuurpunten die je honger, hormonen en stress beïnvloeden. Een piercing door je tragus zou dus invloed kunnen hebben op deze dingen. En neem de neus, waar acupunctuur vaak toegepast wordt om verstoppingen op te lossen.
Een ringetje of knopje in de linker neusvleugel zou volgens de principes van Ayurveda, een Indische geneeswijze, menstruatiepijn verminderen en een bevalling gemakkelijker maken. In Europa is de piercing in de jaren '80 bekend geworden toen veel punkers ringetjes door hun neusvleugel droegen.
Neuspiercings hebben de namen neus rings, neus studs of septum (rings). Dit zijn de meeste bekende gebruikelijke benamingen die je hier in Nederland nog wel eens wil tegenkomen.
Een neusring is een metalen ring door de neus van een dier, doorgaans bij rundvee, vaak bij een stier.