Jazeker kunnen ze dat. Net als papegaaien hebben ze twee neusgaten net boven hun snavel. Dit is bedoeld om door te ademen maar ook om mee te ruiken.
Waarschijnlijk kunnen vogels wel ruiken, maar hoe goed, dat is voor de meeste soorten niet bekend. Bij vogels waarvoor het ruiken nut heeft in het dagelijkse leven, is het in ieder geval goed ontwikkeld. Bijvoorbeeld: Aas etende soorten, zoals sommige gieren, gebruiken hun neus om kadavers te vinden.
Kiwi is bijna blind
Vogels ruiken met hun snavel, waarin twee neusgaten zitten. Bij alle vogelsoorten zitten die neusgaten aan het begin van hun snavel, behalve bij de kiwi. Die heeft ze aan het uiteinde van de snavel. De Nieuw-Zeelandse vogel is net als de kalkoengier een extreem goede ruiker.
Vooral vogelsoorten die bekendstaan als monogaam en intelligent, zoals papegaaien en parkieten, hebben daar last van. Er ontbreekt wetenschappelijk bewijs dat vogels rouw ervaren. Gedrag dat mensen associëren met rouw zou ook andere oorzaken kunnen hebben.
Wat zoogdieren niet kunnen ruiken? "Wanneer zoogdieren zich aanpassen aan het leven in water, degenereert hun reukvermogen meestal. Het belangrijkste voorbeeld zijn de walvisachtigen – walvissen en dolfijnen – waarvan er vele hun reukvermogen hebben verloren.”
Als er voorkeur bestond voor één van beiden was het bewijs geleverd dat vogels verschil konden proeven. Uit deze studie is gebleken dat vogels ondanks dat ze minder smaakpapillen hebben ze dezelfde smaak categorieën reageren als wij, de mens. Dus reageren ze ook op zout, zuur, bitter en zoet.
De allerbeste neus van het dierenrijk is van de olifant. Dat komt door die enorm lange slurf. Neushoorns kunnen ook heel goed ruiken, kijk maar naar die grote neusgaten. Als de wind goed staat, kunnen ze je al op kilometers afstand ruiken.
Tranen worden meestal gezien als een menselijk fenomeen, als een onderdeel van ons complexe emotionele leven. Maar tranen zijn niet alleen om te huilen. Alle gewervelde dieren, zelfs reptielen en vogels, hebben tranen. Ze zijn van groot belang voor een goed gezichtsvermogen.
“Vogels hebben een heel emotioneel repertoire: ze kunnen ook kwaad worden of enorm angstig zijn. Dat is voor ons soms wat moeilijk te zien, omdat ze geen echte gezichtsuitdrukkingen hebben, zoals wij primaten. Maar de emoties zijn er wel.
De vogels hebben aan menig wetenschappelijk onderzoek deelgenomen en verrasten vriend en vijand. Onder meer door te laten zien dat ze een fabelachtig geheugen hebben. De dieren kunnen honderden beelden opslaan en zijn zelfs enkele jaren nadat ze de beelden voor het laatst zagen in staat om ze te herkennen.
Vogels kunnen geen scheten laten
Vogels, zo blijkt, zijn niet in staat om scheten te laten. In hun darmen vind je niet de gas producerende bacteriën die je bij zoogdieren wel vindt. Daarnaast gaat het voedsel zo rap door hun spijsverteringsstelsel, dat er helemaal geen tijd is om windjes te laten.
Niezen is een verschijnsel wat past bij aandoeningen van de longen en luchtwegen. Niezen bij een vogel kan komen door een ontsteking door schimmels of bacteriën, door irritatie door rook, door virusaandoeningen (bijvoorbeeld papegaaienziekte is een bekende oorzaak voor niezen).
Hoe weten vogels waar eten is? Vogels doen niets anders dan de hele tijd in de gaten houden of er ergens gezonde voeding te halen valt. Ze kunnen het zien en ruiken, maar houden daarbij ook andere vogels in de gaten. Zodra ze zien dat er ergens 'wat te halen valt' gaan ze snel een kijkje nemen.
Vogels poepen en plassen tegelijkertijd. Ze hebben niet als mensen een aparte urineblaas. Ze lozen alles in 1 keer en dat doen ze via dezelfde uitgang. Vogels hebben een cloaca.
Helaas nemen duiven die taak voor ze waar. Wat eten betreft mogen het vliegende ratten lijken, qua poepen zijn het vliegende honden. Omdat poep en plas bij duiven tegelijkertijd uit dezelfde opening komen, bombarderen ze je met een tweecomponentenproduct dat door elke hoed of jas bijt.
Bij storm is schuilen natuurlijk het eerste wat de kleine vogels doen. Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer.
Vogels kunnen denken, leren en plannen en ze hebben een goed geheugen. Afhankelijk van de soort beschikken ze over een bepaalde mate van zelfbewustzijn en intelligentie. Vogels kennen gevoelens van pijn, empathie, verdriet en plezier.
Lol trappen, fikkie stoken, en communiceren in volzinnen. Niets menselijks is vogels vreemd, laat de Amerikaanse wetenschapsjournaliste Jennifer Ackerman zien in een fascinerend boek. Op zoek naar intelligentie in het dierenrijk heb je zoogdieren en vogels.
Dieren kunnen ook tranen produceren uit de traanklieren bij hun ogen. Tranen zijn de hele dag nodig om het hoornvlies (buitenste laagje van je oog) vochtig te houden. Zonder tranen, droogt het hoornvlies uit (krijg je last van droge ogen). Dit doet erg pijn en kan ontstekingen geven.
Een huisdier rouwt ook bij het verlies van hun baasje of een van hun huisdierenvriendjes. Hoe een dier rouwt is afhankelijk van de aard van het beestje. Het ene dier wordt stil, lusteloos en zoekt een rustig plekje op. Het andere dier wordt juist wat agressiever: gaat krabben, bijten en blaffen.
Als ze triest zijn, brengen apen wel bepaalde geluiden voort die aan het wenen van een mens doen denken. De ogen van de aap blijven immers droog terwijl de betekenis van huilen ; tranen geproduceerd. Een aap kan dus zijn verdriet op andere manieren uiten. Maar een aap kan dus niet huilen.
Zeker 65 diersoorten kunnen lachen, waaronder mensapen, vossen, koeien en vogels. Vrijwel de meeste diersoorten lachen volgens de onderzoekers zacht en onopvallend, zoals de korte piepjes van de rat of het gegrinnik van de mensaap.
De grootste stinkers zijn toch wel de wantsen en het lieveheersbeestje. Eerstgenoemde ruikt naar muffe nootjes die te lang in de kast hebben gelegen.
Zoals andere civetkatachtigen heeft ook de binturong geurklieren tussen de anus en het geslachtsorgaan. Hiermee markeren ze bomen en laten ze aan elkaar weten waar ze zijn geweest. De geur die binturongs hierbij afscheiden, ruikt een beetje zoals die van zoete popcorn.
Bij honden is het reukvermogen bijzonder goed ontwikkeld en beter dan het reukvermogen van katten. Een hond heeft namelijk wel 149 tot 300 miljoen geurreceptoren! Een kat daarentegen heeft 45 tot 80 miljoen geurreceptoren, wat in vergelijking met mensen nog steeds veel meer is.