Sommige led-lampen werken op wisselspanning (230V AC). Veruit de meeste led-lampen werken echter op een lagere spanning van ca. 1 tot ca. 64 Volt.
Een LED-trafo daarentegen geeft gelijkspanning (DC), zodat de LED-lamp een stabiele voeding heeft. De meeste LED-lampen werken dan ook beter op DC trafo's. Een 12 Volt LED-lamp waarbij expliciet vermeld staat dat deze geschikt is voor AC/DC werkt op zowel wisselspanning als gelijkspanning trafo's.
LED-trafo's geven meestal gelijkstroom. Dit is beter voor een 12 Volt LED-lamp doordat er geen schommelingen in de spanning ontstaan, wat de levensduur van de LED-lamp weer ten goede komt. Indien op uw lamp 12V DC aangegeven staat, mag uw lamp alleen op een omvormer of accu worden aangesloten die gelijkstroom geeft.
Hoe sluit je LED verlichting aan? LED lampen kunnen verschillende voltages hebben. Wanneer u een lamp heeft met 230V, kunt u deze direct op het stopcontact aansluiten. Maar wanneer u een lamp heeft met 12V, 24V, 350mA of 700mA, dan heeft u een driver of transformator nodig.
De waarde van de nominale spanningsval is afhankelijk van de kleur van de led; bij rode leds is dit meestal zo'n 1,9 volt, bij gele en groene leds 2,0 respectievelijk 2,1 volt, en bij blauwe en witte leds 3,6 volt.
Wordt een CC-led verkeerd aangesloten, dan brandt de led in het algemeen door zodra de stroom wordt aangesloten. Wordt een CC-led aangesloten op het moment dat er al stroom op de kring staat, dan is schade aan een of meer leds aannemelijk.
Reacties. De maximale spanning die je er probleemloos op mag zetten is 0,7 Volt (gelijkspanning). Je led zal dan erg weinig licht geven. De methode bij een led is dat je altijd een juiste voorschakelweerstand gebruikt, zodat de led de juiste stroom krijgt.
Kies daarom altijd voor een directe aansluiting op 220/230V. Je kunt kiezen voor spotjes met een los LED lampje, spots met een externe driver en spots met een interne driver. Vooral dat laatste is heel interessant wanneer je geen ruimte in het plafond hebt voor een trafo.
Een LED strip op 220v / 230v sluit je aan met een plug and play plug stekker. De stekker kan je eraf halen. Het wit bakje / omvormer moet wel nog aan plug blijven. Dit is een 230v DC naar 230v AC omvormer.
Let dan op de volgende punten: Het voltage dat op je LED lamp staat aangegeven. Is dat bijvoorbeeld 12 Volt, dan zal je trafo om moeten vormen naar 12 Volt. Het stroomverbruik van je lamp: op/bij de trafo wordt een minimale en maximale belasting gespecificeerd.
Een ledlamp maakt daarvoor gebruik van een stroombron. Deze stroombron, de driver (ook wel transformator genoemd), zorgt voor constante stroom en het juiste spanningsbereik voor de led-lamp. Bij sommige led-lampen zit de driver in de ledlamp zelf verwerkt, dit is het geval bij led-lampen van 230V.
De transformator/driver van een LED lamp zorgt ervoor dat de LED chips in de lamp stroom krijgen. Zonder driver zal een LED lamp dan ook niet functioneren. Op het moment dat een LED driver kapot is, dan moet je bij het vervangen ervan eerst goed uitzoeken welke driver voor jouw LED lamp geschikt is.
Voor RGB-ledstrips wordt meestal de RGB-kabel gebruikt. Voor eenkleurige ledstrips verkopen we meestal de 2 x 0,5mm kabel. Sluit je meerdere ledstrips aan op één voeding, dan raden wij wel aan om per lengte van 5 meter ledstrip een kabel naar de voeding te trekken.
Het inkorten of knippen van een ledstrip is erg eenvoudig. U knipt namelijk de ledstrip simpelweg door met de schaar die u thuis heeft liggen. Zoek even het daarvoor bestemde streepje op en knip hierover de ledstrip doormidden. De ledstrip blijft gewoon werken en het stuk wat u over heeft kunt u zelfs hergebruiken.
Ik heb 12 volt halogeenverlichting, moet ik ook de transformator vervangen? LED spots kunnen prima werken met een transformator die u nu gebruikt voor uw halogeen spots. Een ongeschikte transformator kan echter de levensduur van LED spots verkorten of zorgen dat de verlichting niet werkt zoals het hoort.
Ja, led verlichting is te dimmen. Maar standaard zijn niet alle led lampen dimbaar, dus het moet specifiek vermeld staan dat de led lamp (of bijbehorende led trafo) dimbaar is. Hoe goed de led lamp dimbaar is, is afhankelijk van de dimbare driver van de led lamp en de kwaliteit van de led dimmer.
Het is de elektronica in de lamp of armatuur waar deze LEDs inzitten die bepaalt of en hoe deze gedimd kan worden. Over het algemeen kan prima worden gesteld dat een 230V ledlamp niet geschikt is om te dimmen (tenzij anders vermeld). U kunt het wel proberen met een normale dimmer.
Over de led zal een spanning vallen, afhankelijk van het type led zo'n 1,1 V voor infrarode leds tot wel 3,5 V bij witte en blauwe leds (zie grafieken hiernaast). De standaardstroom door een led is 20 mA continu, maar de meeste leds kunnen 10-30 mA verwerken.
Meet met de plus-pen van de meter aan de contacten van de achtereenvolgende leds, te beginnen bij het onderste exemplaar. Zolang je de dwarsligger nog niet bent gepasseerd, zal de meter (bijna) nul aangeven. Zodra je echter het omgedraaide of kapotte exemplaar voorbij bent, zie je de spanning een sprong maken.
Voeding is in een AC en DC variant verkrijgbaar. AC is wisselstroom en wordt gebruikt voor halogeenspotjes. DC is voor gelijkstroom en wordt meestal voor LED-verlichting gebruikt.
Een Light Emitting Diode of led heeft twee aansluitingen; de anode en de kathode (zie afbeelding 01). De anode is de plus aansluiting en de kathode is de min aansluiting. De aansluitdraad van de anode (+) is langer dan de aansluitdraad van de kathode (-).